Grote regionale verschillen op de kantorenmarkt

Magazines | Vallei Business nummer 1 2018

Vastgoedtrends | Rudolf BAk

Meer regie van bovenaf is dringend gewenst

Als dataleverancier en marktanalist is Rudolf Bak een vaste waarde voor de Nederlandse vastgoedsector. Zijn heilige graal bestaat uit een database met alle objecten, mutaties en transacties. Deze gegevens vormen een feitelijke basis voor inzicht in actuele en toekomstige ontwikkelingen. Trends zijn goed te duiden maar het gebrek aan transparantie maakt het kwantificeren ervan lastig.

TEKST: HANS HAJÉE FOTOGRAFIE: ROLF VAN KOPPEN

Grote regionale verschillen op kantorenmarkt

Rudolf Bak: De vastgoedsector ziet de overheid

het liefst in een faciliterende rol, mét een duidelijke visie.

Rudolf Bak | Vastgoedtrends

Rudolf Bak heeft ruim dertig jaar ervaring als marktonderzoeker. Hij was werkzaam bij make-laars, een vastgoedbelegger en onderzoeksbu-reaus. Negen jaar geleden vestigde hij zich als zelfstandig analist en adviseur. Onder meer stelt Bak voor NVM Business jaarlijks Kantoren in Cijfers op, een uitgave vol statistische gegevens over de Nederlandse kantorenmarkt.

Veldwerk

Bak beschikt over een bestand met alle Nederlandse kantoorgebouwen. Deze database is in tientallen jaren opgebouwd en wordt continu geactualiseerd. Zijn er tegenwoordig tal van digitale bronnen, vroeger was het letterlijk veldwerk. Ik heb talloze ritten door Nederland gemaakt om te kijken wat nieuw werd gebouwd. Naast kantoren brengt Bak bedrijfspanden, logistiek vastgoed, winkels, winkelcentra, hotels en woningcomplexen in kaart. Hij registreert wat gesloopt wordt of een andere bestemming krijgt. Ook beleggings-transacties worden gemonitord.

Naar eer en geweten

Ondanks alle beschikbare informatie is de transparantie in de vastgoedmarkt volgens Bak zeker niet toegenomen. Er zijn veel gegevens maar de kwaliteit ervan laat te wensen over. Zo zijn de werkelijke huurprijzen lang niet altijd bekend. Ook over het behaalde rendement zijn partijen terughoudend. Dat bemoeilijkt een exacte analyse, met name voor taxateurs. Het gebrek aan transparantie maakt ook Baks werk er niet eenvoudiger op. Trends zijn goed te duiden maar het kwantificeren ervan is lastig. Dat neemt niet weg dat ik naar eer en geweten een bijdrage lever aan het noodzakelijke inzicht in de markt.

Spekkopers en schaars aanbod

Over 2017 inventariseerde Bak een opname van 1,13 miljoen m2 kantoorruimte. Het betreft hier de vrije markt, exclusief eigen bouw. Het jaar daarvoor was het een fractie meer. De totale leegstand daalde verder, van 7.6 naar 6,7 miljoen m2. Door de hoge opname en het dalende aanbod ligt een stijging van de huurprijs in de lijn der verwachting. Gemiddeld is dat echter amper het geval. Belangrijke kanttekening daar-bij: landelijk zijn er grote verschillen in animo, opname en prijs. In Noord-Nederland is de leegstand nog altijd fors. Wil je daar huren dan ben je spekkoper. In Amsterdam daarentegen is kwalitatief aanbod zeer schaars; dat uit zich in hogere huurprijzen.

Roepen in de woestijn

Al jaren geleden waarschuwde Bak voor een

dreigend tekort aan hoogwaardige kantoor-ruimte op gewilde locaties. Als men dan wees op de enorme leegstand voelde ik me vaak een roepende in de woestijn. Veel aanbod is echter sterk verouderd. Het voldoet niet aan de actuele eisen of ligt op een verkeerde locatie. Renoveren is lang niet altijd rendabel, bijvoorbeeld door een ongunstige indeling. En de afgelopen jaren is amper nieuw gebouwd. Nu de economie aantrekt, ontstaat op sommige plaatsen een tekort. De markt vraagt om meer dynamiek. Zo hanteert Amsterdam een limiet van twee gebouwen per jaar. Dat is te restrictief en belemmert een gezonde situatie.

Laaghangend fruit raakt op

Herbestemming heeft sterk bijgedragen aan een daling van de leegstand. Onder meer steden als Nieuwegein en Eindhoven zijn hier zeer suc-cesvol mee. Vorig jaar werd in Nederland zon 930.000 m2 aan de voorraad onttrokken door sloop maar vooral herbestemming, meestal als woonruimte. In 2016 was dat nog 1,2 miljoen m2. Al blijft de vraag naar woningen groot, kantoren worden steeds duurder. Dit maakt herbestemming minder snel rendabel. Daarbij komt dat het laaghangend fruit gebouwen die door ligging en indeling relatief eenvoudig om te vormen zijn tot woningen langzamerhand opraakt. Soms is sloop en nieuwbouw een optie. Bijvoorbeeld in Diemen en Hoofddorp gebeurt dit grootschalig.

15 miljard euro

In de zoektocht naar rendement zijn stenen zeer populair. Bij directe beleggingen in com-mercieel en niet-commercieel vastgoed ging het vorig jaar om 15 miljard euro, weet Bak. Een enorm bedrag. Na jarenlange terughou-dendheid beginnen ook Nederlandse partijen zich weer te roeren. De markt wordt echter gedomineerd door buitenlandse beleggers, vooral uit Duitsland en de Angelsaksische landen. Door het grote animo stijgen de prijzen snel. Bij sommige transacties heb ik de indruk dat teveel risico wordt genomen. Kanttekening is wel dat minder zwaar wordt gefinancierd dan in het verleden. Wijs geworden door de crisis zijn financiers terughoudender en ligt de loan to value lager. Beleggers zijn daardoor minder kwetsbaar dan voorheen.

Zure appel

In 2023 moeten alle kantoren verplicht beschik-ken over minimaal Energielabel C. Bak verwacht dat deze overheidsmaatregel veel impact zal hebben. Voor kantoren op gewilde locaties zijn de benodigde investeringen prima op te bren-gen. Maar wat zijn de gevolgen voor verouderde

kantoren in krimpgebieden die al jarenlang leegstaan? De eigenaar moet extra investeren maar het is allesbehalve zeker dat zich binnen afzienbare termijn een huurder aandient. Bij kansarme kantoren kan de verplichte verduur-zaming een beslissing forceren: investeren, slopen of afstoten. Eigenaren moeten door de zure appel heen bijten.

Leeft het verplichte energielabel C al? Ik heb de indruk dat veel partijen de kwestie voor zich uitschuiven. Niet verstandig, want ook financiers zoals banken gaan druk uitoefenen. Herfinanciering van kantoren die niet over het vereiste label beschikken, is straks niet meer mogelijk.

Botsende culturen

Bak constateert een moeizame relatie tussen overheden en de vastgoedsector. Culturen bot-sen regelmatig. Mede door de vastgoedaffaires kijken overheden vaak met terughoudendheid en wantrouwen naar de sector. Wellicht deels begrijpelijk, maar het is contraproductief. Veel gemeenten willen bepaalde zaken afdwingen. Soms ligt hieraan wensdenken ten grondslag, bijvoorbeeld bij het restrictieve nieuwbouw-beleid in Amsterdam. De vastgoedsector ziet de overheid het liefst in een faciliterende rol, mét een duidelijke visie. In dat verband pleit Bak voor meer centrale regie. Ruimtelijke ordening is gedecentraliseerd naar provincies en gemeenten. Een overall beleid, een nationaal plan voor de ruimte ontbreekt. Jammer, want de afstemming tussen gemeenten en provincies is niet altijd optimaal. Als gevolg van de crisis zijn veel woningbouwplannen geschrapt. Het kost tijd om deze procedureel weer in gang te zetten. En als de woningen straks op de markt komen, kan het goed zijn dat we alweer in een andere fase van de cyclus zitten. Om slagvaar-diger te kunnen opereren, is meer regie van bovenaf dringend gewenst.

IJZERSTERKE TROEF

Het profiel als Food Valley is een ijzer-sterke troef voor de Valleiregio, stelt Bak. De Wageningse campus heeft een grote aantrekkingskracht. Niet voor niets ves-tigt Unilever er haar nieuwe wereldwijde Foods Innovation Centre, nadat eerder FrieslandCampina er is neergestreken. Voor kantoorruimte in Ede is minder animo. Ook is de vraag of grote gebrui-kers als Nationale Nederlanden de stad trouw blijven. De leegstand in Veenen-daal loopt terug maar is nog altijd hoog, zon 20%.

delen:

Vallei Business nummer 1 2018

Lees volledige uitgave online
Algemene voorwaarden | privacy statement Hosted by