Forum: Blijven ontwikkelen

Magazines | Vallei Business nr 5 2012

Blijven ontwikkelen

Om personeel effectief in te blijven zetten, is een goed beleid op het gebied van personeelsontwikkeling noodzakelijk. Niet alleen is het voor bedrijven belangrijk om actueel te blijven, maar ook de werknemers stellen ontwikkeling en scholing als eis. Tijdens het forum vroegen we aan personen uit de branche om hierover mee te praten.

Bedrijven nemen mensen in dienst die net hun diploma hebben gehaald of werken met stagiairs. Toch is een veelgehoorde klacht dat het onderwijs en de beroepspraktijk niet goed op elkaar aansluiten. Stellen bedrijven te hoge eisen aan mensen die net beginnen of zijn de verwachtingen te hoog?

Rudolf Barkhuijsen kent de klachten, maar herkent ze niet. “Deze geluiden hoor ik al zo’n dertig jaar en ik geloof er niet zoveel van. Je moet als bedrijfsleven eerst weten wat het onderwijs doet, voordat je het niveau kan beoordelen. Beroepscompetentieprofielen worden uitgewerkt door de branche en vakbonden, hier zit het onderwijs niet bij. Dit wordt vertaalt in Kwalificatiedossiers door de kenniscentra, waar het bedrijfsleven, vakbonden en onderwijs vertegenwoordigd zijn. Uiteindelijk worden deze vastgesteld in Paritaire Commissies, waar het onderwijs en bedrijfsleven in vertegenwoordigd zijn. Daarnaast dient het onderwijs het (regionale)beroepenveld te betrekken bij het de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs.”

De verwachtingen zijn hoog en dat sluit vaak niet aan bij de praktijk, ziet ook Martine Floor-Bron. “Ik kom soms bij ondernemers die het erg druk hebben en er dan een stagiair bij nemen. Ze vergeten alleen vaak dat je een stagiair uitgebreid moet begeleiden en dat kost tijd en energie. Je krijgt er ook wel iets voor terug, maar je kan niet verwachten dat ze alles gelijk zelfstandig op kunnen pakken. Het is juist zo mooi om die ontwikkeling tijdens een stage te zien.”

Volgens Wilco Franken speelt de verwachting wel een rol. Het is volgens hem daarom juist belangrijk om dat bij de voordeur vast te stellen. “Een diploma is natuurlijk pas het begin en vormt een basis waarmee je vooruit kan. Dat het niveau te laag zou zijn, herken ik niet. Wij zijn zelden teleurgesteld in bijvoorbeeld de stagiaires die we binnen krijgen. We maken vooraf al duidelijke afspraken en geven aan wat we verwachten en de stagiair praat mee over wat ze willen leren en wat hun verwachtingen zijn. Als bedrijf moet je bereid zijn om daar in te investeren en de leerlingen de ruimte geven om daarin zelfstandigheid op te bouwen.”

“Laat ik het eens omdraaien en op de verwachtingen van de mensen die van school afkomen reageren”, haakt Lesley Lap in. “Als je ziet welk beeld leerlingen hebben als ze een opleiding volgen, dan is dat ook verre van realistisch. Ze denken gelijk een afdeling te kunnen leiden of projectmanager te worden. Hoe lang duurt het voordat iemand van school af helemaal volledig mee kan draaien? Met een diploma ben je er inderdaad nog niet. Ik vind dat opleidingen mensen beter moeten voorbereiden op het feit dat ze moeten blijven leren en ontwikkelen.”

Ook Jacques van Straalen herkent dat er vanuit de leerlingen op scholen een vertekend beeld ontstaat over de beroepspraktijk. “Zeker als het om technische opleidingen gaat, die veel te weinig mensen volgen, zie je dat er vanuit het bedrijfsleven veel interesse is. Als je daar van school af komt, springen de bedrijven bij de poort al in je nek met aanbiedingen. Vroeger was het eerder normaal dat je na het VMBO doorstroomde naar een hoger niveau en dan eventueel weer een stapje hoger naar het HBO. Ik denk dat het beeld nu erg vertekend is en de verwachtingen van de leerlingen te groot zijn.”

Visie

Dat investeren in de ontwikkeling van personeel belangrijk is, staat wel vast. De deelnemers aan tafel stellen wel dat er goed moet worden nagedacht over de manier waarop met oog voor de behoeften van zowel werkgever als werknemer. In het bedrijfsleven ontbreekt het helaas nog te vaak aan een duidelijke visie.

“Een visie moet je uitdragen ook naar je medewerkers”, zegt Wilco Franken. “Dat begint al bij sollicitaties, als je een sollicitant al over je verwachtingen uitvraagt en kijkt hoe hij of zij hierin past, kan je ook kijken waar en hoe je dat gaat ontwikkelen. Het is een samenwerking tussen werknemer en het bedrijf die je moet bijhouden en monitoren.”

Rudolf Barkhuijsen denkt dat de arbeidsmarkt steeds flexibeler gaat worden en dat er op een andere manier gekeken moet worden naar werknemers en hun ontwikkeling. “Ontwikkelen en scholen doe je niet alleen maar meer voor jezelf. Een woord met een negatieve klank is 'dossiervorming' wat wel een trend is. Laten we het liever portfolio noemen. Ik denk dat het steeds belangrijker gaat worden dat een werknemer kan laten zien wat hij of zij gedaan heeft en welke ontwikkeling daarin heeft plaatsgevonden. Je bouwt dat samen op met het bedrijf. Als je tevreden bent, blijf je bij je werkgever, maar als je na een paar jaar weer verder wilt, heb je samen iets opgebouwd wat je kan laten zien en waar je samen ook trots op bent.”

Daar gaat het volgens Lesley Lap fout. Bedrijven kunnen maar moeilijk omgaan met werknemers die vertrekken. “Er wordt veel geïnvesteerd in goede werving en selectie, daarna wordt ook veel tijd, geld en energie gestoken in ontwikkeling en scholing. Het gaat fout als iemand ergens anders gaat werken, dan is het net of iemand er nooit is geweest en geen bijdrage heeft geleverd. Je wordt als werknemer eigenlijk gelijk afgeserveerd terwijl ik vind dat je er als bedrijf goed aan doet om daar netjes mee om te gaan. Je kan van mensen van wie je afscheid neemt ook lessen leren en er kansen in zien.”

“Ik zie dat het vaak fout gaat als de afstand tussen het personeel en de leidinggevenden groot is”, stelt Martine Floor-Bron. “Neem functioneringsgesprekken bijvoorbeeld, dat wordt gewoon vaak verkeerd aangepakt. Een leidinggevende pakt er een lijstje bij en begint het af te vinken. Op die manier krijg je nooit goede en degelijke feedback en heb je geen goed zicht op de ontwikkeling van personen of waar echt behoefte aan is.”

Daar is Aad Vermeulen het ook mee eens. Hij vind dat er een relatie moet bestaan tussen de leiding en de werkvloer waarbij de twee partijen samen in dialoog met elkaar blijven. “Ik vind het alleen heel moeilijk omdat er zoveel regeltjes zijn waar aan voldaan moet worden. Je dekt je als werkgever in door aan al die regeltjes te voldoen, maar het is veel belangrijker dat je binding houdt met je medewerkers en weet wat er speelt. Die relatie en dialoog is belangrijk. Ik vind het goed dat er gewerkt moet gaan worden met een portfolio en dat het aan regels gebonden wordt, anders gebeurt het niet. Maar de binding tussen leiding en werkvloer moet primair zijn.”

Coachen

De veranderingen op de arbeidsmarkt en de eisen die bedrijven en werknemers stellen aan hun ontwikkeling, vragen om een andere benadering van opleidingen. De traditionele manieren van trainen zijn niet van deze tijd en spreekt veel mensen ook niet aan. De methoden van ontwikkeling zijn steeds aan verandering onderhevig, merken ook de panelleden.

“Ik zie vaak dat er meer wordt gevraagd naar incompany workshops. Dat is natuurlijk hartstikke leuk, maar je moet er als trainer ook voor zorgen dat de geleerde dingen ook blijven hangen en dat doe je niet met een paar workshops”, zegt Martine Floor-Bron. “Ik ga na workshops de werkvloer op om de mensen te coachen. Zo blijven dingen veel beter hangen. Je kan leuk een verhaal vertellen, maar als je iemand persoonlijk in de praktijk bezig ziet, kan je wijzen op de punten die van belang zijn voor die persoon. Dat werkt goed en je zorgt ook voor echte verbeteringen. Dat borgen is echt heel belangrijk.”

Lesley Lap maakt ook gebruik van coaching, maar betrekt er graag ook de medewerkers onderling bij. “Je moet als coach natuurlijk een aantal keren terug komen om te kijken hoe het ervoor staat. Maar mensen leren ook veel van elkaar en als je er dus voor zorgt dat personeel elkaar feedback blijft geven, bereik je veel meer. Ik vind net als iedereen dat die borging belangrijk is en dat bereik je door er samen aan te werken, ook in de dagelijkse praktijk. De dingen die zijn geleerd moeten direct worden toegepast en personeel en leidinggevenden moeten elkaar scherp blijven houden. Zo slijt het in en worden de nieuwe vaardigheden de normale beroepspraktijk.”

Er kan volgens Rudolf Barkhuijsen nog veel gewonnen worden als er meer gebruik wordt gemaakt van de digitale mogelijkheden. Een combinatie van training, coaching en virtueel leren, biedt veel voordelen. “Er wordt vaak vanuit functioneringsgesprekken gekozen voor een cursus. Dat is natuurlijk wel zinnig, maar juist om te zorgen dat het blijft hangen, wordt er steeds vaker gebruik gemaakt van digitale middelen. Zo kan een medewerker er ook mee aan de slag in de tijd die het hem uitkomt en het is een leuke manier van leren. Ik denk dat daar veel in zit en het biedt veel mogelijkheden. Ik denk dat daar de toekomst ligt, het biedt veel mogelijkheden en het is wat de nieuwe generatie van ons vraagt.”

Deelnemers:

1. Martine Floor-Bron MBee Communicatie en Advies

2. Aad Vermeulen Aatop

3. Lesley Lap Aimigo, maatwerk bij ontwikkeling

4. Wilco Franken WerkmandeJong

5.Jacques van Straalen Innax

6. Rudolf Barkhuijsen Rijn IJssel Vakschool Wageningen

Vlnr: Aad Vermeulen, Wilco Franken, Rudolf Barkhuijsen,

Jacques van Straalen, Lesley Lap, Martine Floor-Bron

Tips & Tricks:

• Wilco Franken: “Focus, richting en koers.”

• Martine Floor-Bron: “Investeer in je medewerkers qua ontwikkeling, maar let op de borging.”

• Jacques van Straalen: “Volg je hart.”

• Lesley Lap: “Houd rekening met actiegericht leren. Ik denk dat zingeving belangrijk gaat worden voor medewerkers en hou het leuk voor de jongeren.”

• Rudolf Barkhuizen: “Bedrijfsleven zoek het onderwijs weer op, daar is meer te halen dan je denkt.”

• Aad Vermeulen: “Een open en eerlijke cultuur is belangrijk op de werkvloer. Je hebt dan meer binding en weet wat er speelt.”

Dé Ergonomiegids

Dit lijvige boek is niet zozeer bestemd voor managers om hen suggesties aan de hand te doen voor het leidinggeven, als wel om diezelfde managers op de hoogte te brengen van zaken op de (kantoor)werkplek die de gezondheid van hun medewerkers nadelig kunnen beïnvloeden. Het goede nieuws is dat er direct oplossingen worden geboden die dergelijke zaken kunnen voorkomen. Met die zaken bedoelen we dan aandoeningen als RSI en KANS. Het boek is een grondige verzameling van hulpmiddelen waarmee het werken ergonomisch verantwoord kan plaatsvinden. Daarom is het een uitermate nuttig boek: het biedt een staalkaart van ergonomische producten. Natuurlijk staan er nogal wat oproepen in om bijvoorbeeld een gratis proefplaatsing aan te vragen bij Health2Work, en worden er specifieke merken genoemd van ergonomische producten, maar als je daar doorheen kijkt, is het een gids die op geen enkel kantoor mag ontbreken. Het boek behandelt alle elementen die in een kantooromgeving kunnen voorkomen, van computermuizen tot zit-statafels, en daarnaast bijvoorbeeld persoons- en bestelautostoelen en vrachtwagenstoelen. Tevens is er aandacht voor andere werkomgevingen in de zorg- en industriesectoren. Uiterst nuttig zijn de omschrijvingen van de verschillende aandoeningen, de geboden oplossingen zijn natuurlijk beperkt, want alleen de producten die via Health2Work geleverd kunnen worden, zijn genoemd. Toch: een boek dat elke organisatie zou moeten hebben, en er zijn voordeel mee zou moeten doen!

Titel: Dé Ergonomiegids Ondertitel: voor een gezonde en efficiënte werkplek

Auteur: Health2Work Omvang: 116 pagina’s, hardcover

ISBN: nvt Prijs: gratis na aanvraag Uitgever: Health2Work, www.health2work.nl

Het groene kantoor

Maak een punt van duurzaamheid

Er zijn nog steeds organisaties die wel duurzamer zouden willen opereren, maar nog twijfelen of het wel effect (lees: rendement) heeft, en niet weten hoe ze dat moeten aanpakken. Toch bestaan er bibliotheken aan boeken over verduurzaming en manieren waarop je dit als ondernemer kunt aanvliegen. Het excuus ‘dat is allemaal theorie, daar kan ik in mijn praktijk van alledag niets mee’ geldt nu ook niet meer. Dankzij het boekje van Schoenmaeckers. Dat staat namelijk vol met zeer concrete tips en suggesties om aan MVO te (gaan) doen, bovendien staan er quotes in uit interviews met mensen uit de praktijk, dus die link is ook meteen duidelijk. Wil je nog meer praktijk? In het vooraf-gedeelte word je meteen met je neus op de feiten gedrukt middels een scan in 5 vragen. Slaag je niet voor dat testje? Geen paniek, gewoon verder lezen!

In het begin lijkt de bladspiegel wat rommelig vanwege de broodtekst, tips en quotes, maar daar wen je snel aan. Sterker nog: het maakt het lezen aangenamer vanwege de afwisseling. Beslist een aanrader voor de bewuste ondernemer.

Titel: Het groene kantoor Auteur: Marieke Schoenmaeckers

Omvang: 192 pagina’s, gebonden ISBN: 978 90 8965 111 2

Prijs: € 19,95

Uitgever: Van Duuren Media bv, www.vanduurenmanagement.nl

delen:
Algemene voorwaarden | privacy statement Hosted by