Forum; Trainen op meetinglocaties

Magazines | Vallei Business nr 2 2011

Trainen op

meetinglocaties

Slimme bedrijven trainen hun personeel en combineren zo persoonlijke ontwikkeling met een stabiele voortgang van het bedrijf. Bij de trainingen horen trainingslocaties, wie een goed resultaat van een cursus wil, geeft de medewerkers even een tijdje buiten de deur om zich helemaal open te stellen voor wat de trainer te vertellen heeft. Vallei Business nodigde Trainers en afgevaardigden van locaties uit om de meerwaarde van deze combinatie te bespreken.

Stelling 1: Trainingslocaties en trainingen moeten elkaar aanvullen voor een optimaal resultaat.

Jørgen Snoijink: “Ik vind dat heel belangrijk, de mensen moeten zich comfortabel voelen. Als Trainer en locatie het voor elkaar krijgen dat de medewerkers even van de dagelijkse praktijk weg zijn, ben je volgens mij al voor de helft in je opzet geslaagd.”

“Ik sluit me daar bij aan”, zegt Marijke Holwerda. “Wij besteden veel aandacht aan de intake om alles goed af te stemmen op de wensen van de trainer en de doelen van een training. De gasten moeten zich lekker thuis voelen, dat heeft een grote meerwaarde voor een training en daar zit ook de kwaliteit en het succes.”

Volgens Meinou Lambeck is een traininglocatie essentieel. “Wanneer mensen in hun eigen vertrouwde werkomgeving blijven, zullen ze altijd hun functierol blijven houden. Ze gaan dan tussendoor nog even de mail checken of snel een telefoontje doen. Als ze daar tussenuit worden gehaald op een locatie, dan vallen ze uit die rol en worden ze een gewoon mens waar die functie slechts een deel van is. Zo staan ze meer open voor communicatie.”

Heleen van Elburg sluit zich daarbij aan. “Op je eigen werkplek is het gewoon makkelijk om even weg te lopen en toch nog even iets te doen. Ik adviseer dus wel om extern te gaan, maar kijk wel met de opdrachtgever welke locatie bij welke soort training past.”

Marcel Andeweg ziet nog een voordeel van een traininglocatie. “Het is een stukje extra waardering voor een medewerker. Je laat als bedrijf zien dat je genoeg potentieel ziet om iemand weg te sturen naar een training en dat extra beetje te investeren. Zo motiveer je je mensen ook.“

Ook Sienke de Man denkt dat er vanuit de medewerker meer waarde wordt gehecht aan een externe training. “Als ik interne trainingen geef, zie ik dat het aantal afmeldingen hoger ligt dan wanneer we extern gaan. Er wordt serieuzer mee omgegaan als iemand ergens naartoe moet en de waarde is voor een medewerker hoger.”

De stelling kan met een duidelijk en unaniem ja worden beantwoord. Locaties en trainingen vullen elkaar aan. Ook zijn de aanwezigen het er eenstemmig over eens dat trainingen het beste resultaat opleveren als ze extern worden gegeven.

Stelling 2: Crisis: bedrijven bezuinigen op opleidingsbudgetten en dus ook op de inhoud/kwaliteit van trainingen en de traininglocaties.

Sietze Ketelaar: “Ik denk dat de crisis meer een tendens heeft versterkt die er al aan zat te komen. Het gaat meer en meer om maatwerk, flexibilisering, korter en intensiever. Er wordt wel naar de kwaliteit van de training gekeken en welke meerwaarde een locatie daar bij heeft. Ik zie dus niet zozeer dat er bezuinigd wordt op de kwaliteit, maar op de kwantiteit. Trainingen worden korter en er wordt al veel met e-learning gecombineerd. De trend was er al in opleidingenland, maar door de crisis zet het nu meer door.“

“Ik zie wel dat bedrijven en opdrachtgevers momenteel aan het shoppen zijn”, zegt Bart Prijs. “Ze kijken helaas vaak niet naar wat een locatie inhoudelijk kan bieden. De prijs onderaan de streep is het belangrijkste. Ik vind dat erg jammer.”

Chris Raaijmakers denkt dat het niet altijd over het budget gaat. Hij ziet dat er ook trainingsbureaus zijn die juist voor de kwaliteit gaan. “Natuurlijk vergelijken trainingsbureaus wel de locaties, maar daarbij kijken ze niet zozeer naar het budget. De betere bureaus kijken naar de locatie zelf en het is voor hun veel belangrijker dat iedereen lekker op zijn gemak zit tijdens een training.”

Qua training wordt er dus maatwerk verwacht van de bureaus en van de locaties. De kosten spelen ook een belangrijke rol. Volgens Sienke de Man is kwaliteit voornamelijk van belang, al is het soms moeilijk om dat aan een opdrachtgever duidelijk te maken. “Een opdrachtgever gaat er al snel vanuit dat als je tien man kunt trainen, je er dan ook wel twintig tegelijk kunt opleiden. Zo werkt het niet. De inhoud van een computercursus kan per deelnemer heel anders zijn omdat je maatwerk wil leveren. De ene persoon heeft andere dingen waar aan gewerkt moet worden dan de andere. Je moet dus een individueel traject kunnen aanbieden. Ik zeg dat ook gewoon en soms is dat lastig om duidelijk te maken, maar er haken niet veel opdrachtgevers af.“

De meningen zijn wat verdeeld. Er wordt door opdrachtgevers wel gekeken naar de budgetten, maar ze willen wel goede kwaliteit. Door het slim inzetten van verschillende mogelijkheden die locaties en trainingsbureaus bieden, kunnen kwaliteit en kostenbesparing hand in hand gaan. Men is wel van mening dat de resultaten van een training de kosten meer dan waard zijn.

Stelling 3: Trend: er is in deze tijd meer behoefte aan flexibele trainingen.

Sietze Ketelaar bijt het spits af: “Ik denk dat het al lang zo is dat opdrachtgevers flexibele trainingen willen. Het moet op een persoon worden toegesneden. Ieder persoon moet een eigen individueel trainingsplan hebben. De tijd dat dertig accountmanagers in een zaal verkooptechnieken leerden, is echt voorbij. Na een training is het wel zaak om te zorgen dat de medewerkers binnen het bedrijf worden gecoacht zodat de geleerde vaardigheden verankeren. Dit kan wel heel gericht met assessments, e-learning of e-coaching.”

Heleen van Elburg sluit zich daar bij aan. Naast de gezamenlijke doelen van een training, moeten de individuele vaardigheden worden getraind. “Als ik kijk naar onze trainingen gesprekstechnieken aan de telefoon, dan zie je duidelijk dat er een algemeen groepsdoel is. Alle neuzen dezelfde kant op. De opdrachtgever heeft een algemeen doel hoe hij het wil hebben. Maar daarna ga je toch met de personen zelf aan de gang en kijken waar die persoon in getraind moet worden. De één heeft problemen met boze klanten, de ander kan moeite hebben met het uitspreken van een openingszin. Je krijgt individuele sessies binnen een groep. Na de training zie ik wel vaak dat de opdrachtgever dat zelf intern gaat uitbouwen zodat het gewaarborgd blijft.”

“Flexibiliteit is belangrijk maar zo ook de mogelijkheid en de ruimte voor interactie”, vult Marijke Holwerda aan. “Ik zie hier op onze locatie vaak dat de dag begint met een gezamenlijke aftrap, vanuit een gezamenlijke doelstelling.” Daarna worden kleinere groepjes gevormd om met elkaar te brainstormen of te oefenen, ieder in een eigen rustige werkruimte. Op deze manier ontstaat er vanuit een gezamenlijk doel ook ruimte voor creativiteit en persoonlijke invulling. Ik zie gedurende de dag dat deze dynamiek een vruchtbare basis is voor nemen van verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van zowel zichzelf als voor het bedrijf waar ze werken. Mooi om te zien.”

Jørgen Snoijink: “Het voortraject is hierbij heel belangrijk. Als je als trainer binnenkomt en vijf of zes nieuwe gezichten ziet en dan je standaard lesje begint af te ratelen, dan kom je er niet. Ik vind het heel belangrijk dat ik eerst goede gesprekken heb met de mensen die ik ga trainen, anders doe ik het niet eens.”

Het panel vindt dat flexibel gelijk staat aan maatwerk. Naast de algemene doelstellingen die met de opdrachtgever zijn geformuleerd moeten binnen dat kader oog zijn voor de individuele ontwikkeling.

Stelling 4: Personeel dat op training is geweest, is gemotiveerder en wordt productiever.

“Ik denk dat de transfer van theorie naar de praktijk inderdaad heel belangrijk is”, zegt Meinou Lambeck. “Als je losse trainingen doet en die mensen komen terug op de werkvloer en doen dan vervolgens weer vrolijk hetzelfde als daarvoor, dan heeft het geen effect. In de werkomgeving moet het vruchtbare bodem hebben, want anders is het doodzonde van de energie. Je moet meetbare doelen hebben en als je de vaardigheden die geleerd zijn gaat toepassen, dan zie je dat het ook effect heeft.”

Marcel Andeweg: “Ik vind het belangrijk dat de opdrachtgever ook die training heeft gehad of er zelf aan deelneemt. Ik denk dat je dan makkelijker de schakel kan maken met je mensen die getraind worden en dat je dan ook als manager die vaardigheden kan laten inslijten. Je kan dan makkelijker tegen je mensen zeggen dat er bepaalde dingen anders worden gedaan en ze erop wijzen als ze dat niet doen.”

“We hadden het al over de toegevoegde waarde van locaties bij een training en ik denk dat je als aanbieder van een locatie ook vinger aan de pols moet houden over het succes ervan”, zegt Chris Raaijmakers. “Voor ons is de aftersales erg belangrijk, niet zozeer dat wij kunnen meten wat het effect is van de geleerde vaardigheden, maar om te kijken of we die meerwaarde kunnen bieden en of we daar een grotere rol in kunnen spelen.”

Bart Prijs: “Wij doen dat eigenlijk al op de dag zelf. Tijdens een pauze of lunch nemen we de trainer of dagvoorzitter even apart voor een kleine bespreking. Gewoon even checken of we voldoen aan de wensen van de opdrachtgever en wellicht kunnen we dan nog iets kunnen toevoegen.”

“De motivatie van medewerker wordt wel groter na een training”, zegt Sietze Ketelaar tot slot. “Uit onderzoeken blijkt ook wel dat de productiviteit en winst van een bedrijf hoger zijn als ze aandacht hebben voor persoonlijke ontwikkeling. Het gaat erom dat mensen leren om keuzes te maken en hun grenzen leren kennen en zodoende een bijdrage leveren aan het bedrijfsresultaat.”

Iedereen aan tafel is het erover eens dat de motivatie en productiviteit omhoog kunnen gaan door een training. Het is wel belangrijk om steeds aandacht aan de geleerde vaardigheden te blijven geven. De trainingslocaties moeten blijven vragen om feedback van opdrachtgevers zodat ze een belangrijke bijdrage aan het succes kunnen blijven leveren.

Deelnemers:

1. Bart Prijs                        Landhuis de Scheleberg

2. Meinou Lambeck                 Quiris Adviesgroep

3. Heleen van Elburg              De Klomp Bedrijfsadviezen

4. Sietze Ketelaar                      Dissel Development

5. Jørgen Snoijink                        Business Builders

6. Marcel M. Andeweg            Amrâth Hotel Maarsbergen

7. Sienke de Man                  Magnolia opleidingen.

8. Marijke Holwerda.                 Klein Wittenoord.

9. Chris Raaijmakers.              Hotel de Paasberg

Voorzitter: Yvonne Joosten Vallei Business

Met dank aan Klein Wittenoord voor de gastvrije ontvangst en de heerlijke lunch, geserveerd in de professionele en tegelijkertijd huiselijke keuken.

Tips&Tricks:

Meinou Lambeck: “Als je als ondernemer een training overweegt, breng dan in kaart wat de problemen zijn en waar je concreet last van hebt. Kijk dan samen met de trainer naar de doelen en een meetbaar resultaat. Soms is een training van de medewerkers niet nodig, maar moet juist het management aan zichzelf werken.”

Stelling 1: Trainingslocaties en trainingen moeten elkaar aanvullen voor een optimaal resultaat.

Jørgen Snoijink: “Ik vind dat heel belangrijk, de mensen moeten zich comfortabel voelen. Als Trainer en locatie het voor elkaar krijgen dat de medewerkers even van de dagelijkse praktijk weg zijn, ben je volgens mij al voor de helft in je opzet geslaagd.”

“Ik sluit me daar bij aan”, zegt Marijke Holwerda. “Wij besteden veel aandacht aan de intake om alles goed af te stemmen op de wensen van de trainer en de doelen van een training. De gasten moeten zich lekker thuis voelen, dat heeft een grote meerwaarde voor een training en daar zit ook de kwaliteit en het succes.”

Volgens Meinou Lambeck is een traininglocatie essentieel. “Wanneer mensen in hun eigen vertrouwde werkomgeving blijven, zullen ze altijd hun functierol blijven houden. Ze gaan dan tussendoor nog even de mail checken of snel een telefoontje doen. Als ze daar tussenuit worden gehaald op een locatie, dan vallen ze uit die rol en worden ze een gewoon mens waar die functie slechts een deel van is. Zo staan ze meer open voor communicatie.”

Heleen van Elburg sluit zich daarbij aan. “Op je eigen werkplek is het gewoon makkelijk om even weg te lopen en toch nog even iets te doen. Ik adviseer dus wel om extern te gaan, maar kijk wel met de opdrachtgever welke locatie bij welke soort training past.”

Marcel Andeweg ziet nog een voordeel van een traininglocatie. “Het is een stukje extra waardering voor een medewerker. Je laat als bedrijf zien dat je genoeg potentieel ziet om iemand weg te sturen naar een training en dat extra beetje te investeren. Zo motiveer je je mensen ook.“

Ook Sienke de Man denkt dat er vanuit de medewerker meer waarde wordt gehecht aan een externe training. “Als ik interne trainingen geef, zie ik dat het aantal afmeldingen hoger ligt dan wanneer we extern gaan. Er wordt serieuzer mee omgegaan als iemand ergens naartoe moet en de waarde is voor een medewerker hoger.”

De stelling kan met een duidelijk en unaniem ja worden beantwoord. Locaties en trainingen vullen elkaar aan. Ook zijn de aanwezigen het er eenstemmig over eens dat trainingen het beste resultaat opleveren als ze extern worden gegeven.

Stelling 2: Crisis: bedrijven bezuinigen op opleidingsbudgetten en dus ook op de inhoud/kwaliteit van trainingen en de traininglocaties.

Sietze Ketelaar: “Ik denk dat de crisis meer een tendens heeft versterkt die er al aan zat te komen. Het gaat meer en meer om maatwerk, flexibilisering, korter en intensiever. Er wordt wel naar de kwaliteit van de training gekeken en welke meerwaarde een locatie daar bij heeft. Ik zie dus niet zozeer dat er bezuinigd wordt op de kwaliteit, maar op de kwantiteit. Trainingen worden korter en er wordt al veel met e-learning gecombineerd. De trend was er al in opleidingenland, maar door de crisis zet het nu meer door.“

“Ik zie wel dat bedrijven en opdrachtgevers momenteel aan het shoppen zijn”, zegt Bart Prijs. “Ze kijken helaas vaak niet naar wat een locatie inhoudelijk kan bieden. De prijs onderaan de streep is het belangrijkste. Ik vind dat erg jammer.”

Chris Raaijmakers denkt dat het niet altijd over het budget gaat. Hij ziet dat er ook trainingsbureaus zijn die juist voor de kwaliteit gaan. “Natuurlijk vergelijken trainingsbureaus wel de locaties, maar daarbij kijken ze niet zozeer naar het budget. De betere bureaus kijken naar de locatie zelf en het is voor hun veel belangrijker dat iedereen lekker op zijn gemak zit tijdens een training.”

Qua training wordt er dus maatwerk verwacht van de bureaus en van de locaties. De kosten spelen ook een belangrijke rol. Volgens Sienke de Man is kwaliteit voornamelijk van belang, al is het soms moeilijk om dat aan een opdrachtgever duidelijk te maken. “Een opdrachtgever gaat er al snel vanuit dat als je tien man kunt trainen, je er dan ook wel twintig tegelijk kunt opleiden. Zo werkt het niet. De inhoud van een computercursus kan per deelnemer heel anders zijn omdat je maatwerk wil leveren. De ene persoon heeft andere dingen waar aan gewerkt moet worden dan de andere. Je moet dus een individueel traject kunnen aanbieden. Ik zeg dat ook gewoon en soms is dat lastig om duidelijk te maken, maar er haken niet veel opdrachtgevers af.“

De meningen zijn wat verdeeld. Er wordt door opdrachtgevers wel gekeken naar de budgetten, maar ze willen wel goede kwaliteit. Door het slim inzetten van verschillende mogelijkheden die locaties en trainingsbureaus bieden, kunnen kwaliteit en kostenbesparing hand in hand gaan. Men is wel van mening dat de resultaten van een training de kosten meer dan waard zijn.

Stelling 3: Trend: er is in deze tijd meer behoefte aan flexibele trainingen.

Sietze Ketelaar bijt het spits af: “Ik denk dat het al lang zo is dat opdrachtgevers flexibele trainingen willen. Het moet op een persoon worden toegesneden. Ieder persoon moet een eigen individueel trainingsplan hebben. De tijd dat dertig accountmanagers in een zaal verkooptechnieken leerden, is echt voorbij. Na een training is het wel zaak om te zorgen dat de medewerkers binnen het bedrijf worden gecoacht zodat de geleerde vaardigheden verankeren. Dit kan wel heel gericht met assessments, e-learning of e-coaching.”

Heleen van Elburg sluit zich daar bij aan. Naast de gezamenlijke doelen van een training, moeten de individuele vaardigheden worden getraind. “Als ik kijk naar onze trainingen gesprekstechnieken aan de telefoon, dan zie je duidelijk dat er een algemeen groepsdoel is. Alle neuzen dezelfde kant op. De opdrachtgever heeft een algemeen doel hoe hij het wil hebben. Maar daarna ga je toch met de personen zelf aan de gang en kijken waar die persoon in getraind moet worden. De één heeft problemen met boze klanten, de ander kan moeite hebben met het uitspreken van een openingszin. Je krijgt individuele sessies binnen een groep. Na de training zie ik wel vaak dat de opdrachtgever dat zelf intern gaat uitbouwen zodat het gewaarborgd blijft.”

“Flexibiliteit is belangrijk maar zo ook de mogelijkheid en de ruimte voor interactie”, vult Marijke Holwerda aan. “Ik zie hier op onze locatie vaak dat de dag begint met een gezamenlijke aftrap, vanuit een gezamenlijke doelstelling.” Daarna worden kleinere groepjes gevormd om met elkaar te brainstormen of te oefenen, ieder in een eigen rustige werkruimte. Op deze manier ontstaat er vanuit een gezamenlijk doel ook ruimte voor creativiteit en persoonlijke invulling. Ik zie gedurende de dag dat deze dynamiek een vruchtbare basis is voor nemen van verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van zowel zichzelf als voor het bedrijf waar ze werken. Mooi om te zien.”

Jørgen Snoijink: “Het voortraject is hierbij heel belangrijk. Als je als trainer binnenkomt en vijf of zes nieuwe gezichten ziet en dan je standaard lesje begint af te ratelen, dan kom je er niet. Ik vind het heel belangrijk dat ik eerst goede gesprekken heb met de mensen die ik ga trainen, anders doe ik het niet eens.”

Het panel vindt dat flexibel gelijk staat aan maatwerk. Naast de algemene doelstellingen die met de opdrachtgever zijn geformuleerd moeten binnen dat kader oog zijn voor de individuele ontwikkeling.

Stelling 4: Personeel dat op training is geweest, is gemotiveerder en wordt productiever.

“Ik denk dat de transfer van theorie naar de praktijk inderdaad heel belangrijk is”, zegt Meinou Lambeck. “Als je losse trainingen doet en die mensen komen terug op de werkvloer en doen dan vervolgens weer vrolijk hetzelfde als daarvoor, dan heeft het geen effect. In de werkomgeving moet het vruchtbare bodem hebben, want anders is het doodzonde van de energie. Je moet meetbare doelen hebben en als je de vaardigheden die geleerd zijn gaat toepassen, dan zie je dat het ook effect heeft.”

Marcel Andeweg: “Ik vind het belangrijk dat de opdrachtgever ook die training heeft gehad of er zelf aan deelneemt. Ik denk dat je dan makkelijker de schakel kan maken met je mensen die getraind worden en dat je dan ook als manager die vaardigheden kan laten inslijten. Je kan dan makkelijker tegen je mensen zeggen dat er bepaalde dingen anders worden gedaan en ze erop wijzen als ze dat niet doen.”

“We hadden het al over de toegevoegde waarde van locaties bij een training en ik denk dat je als aanbieder van een locatie ook vinger aan de pols moet houden over het succes ervan”, zegt Chris Raaijmakers. “Voor ons is de aftersales erg belangrijk, niet zozeer dat wij kunnen meten wat het effect is van de geleerde vaardigheden, maar om te kijken of we die meerwaarde kunnen bieden en of we daar een grotere rol in kunnen spelen.”

Bart Prijs: “Wij doen dat eigenlijk al op de dag zelf. Tijdens een pauze of lunch nemen we de trainer of dagvoorzitter even apart voor een kleine bespreking. Gewoon even checken of we voldoen aan de wensen van de opdrachtgever en wellicht kunnen we dan nog iets kunnen toevoegen.”

“De motivatie van medewerker wordt wel groter na een training”, zegt Sietze Ketelaar tot slot. “Uit onderzoeken blijkt ook wel dat de productiviteit en winst van een bedrijf hoger zijn als ze aandacht hebben voor persoonlijke ontwikkeling. Het gaat erom dat mensen leren om keuzes te maken en hun grenzen leren kennen en zodoende een bijdrage leveren aan het bedrijfsresultaat.”

Iedereen aan tafel is het erover eens dat de motivatie en productiviteit omhoog kunnen gaan door een training. Het is wel belangrijk om steeds aandacht aan de geleerde vaardigheden te blijven geven. De trainingslocaties moeten blijven vragen om feedback van opdrachtgevers zodat ze een belangrijke bijdrage aan het succes kunnen blijven leveren.

Tips&Tricks:

Marijke Holwerda: “Ondanks dat het zakendoen steeds sneller lijkt te gaan, mede door alle mogelijkheden van nieuwe media, blijft persoonlijke aandacht één van de belangrijkste peilers in het bouwen van relaties. Mijn stelling is dan ook “alles wat je aandacht geeft, groeit”.

Stelling 1: Trainingslocaties en trainingen moeten elkaar aanvullen voor een optimaal resultaat.

Jørgen Snoijink: “Ik vind dat heel belangrijk, de mensen moeten zich comfortabel voelen. Als Trainer en locatie het voor elkaar krijgen dat de medewerkers even van de dagelijkse praktijk weg zijn, ben je volgens mij al voor de helft in je opzet geslaagd.”

“Ik sluit me daar bij aan”, zegt Marijke Holwerda. “Wij besteden veel aandacht aan de intake om alles goed af te stemmen op de wensen van de trainer en de doelen van een training. De gasten moeten zich lekker thuis voelen, dat heeft een grote meerwaarde voor een training en daar zit ook de kwaliteit en het succes.”

Volgens Meinou Lambeck is een traininglocatie essentieel. “Wanneer mensen in hun eigen vertrouwde werkomgeving blijven, zullen ze altijd hun functierol blijven houden. Ze gaan dan tussendoor nog even de mail checken of snel een telefoontje doen. Als ze daar tussenuit worden gehaald op een locatie, dan vallen ze uit die rol en worden ze een gewoon mens waar die functie slechts een deel van is. Zo staan ze meer open voor communicatie.”

Heleen van Elburg sluit zich daarbij aan. “Op je eigen werkplek is het gewoon makkelijk om even weg te lopen en toch nog even iets te doen. Ik adviseer dus wel om extern te gaan, maar kijk wel met de opdrachtgever welke locatie bij welke soort training past.”

Marcel Andeweg ziet nog een voordeel van een traininglocatie. “Het is een stukje extra waardering voor een medewerker. Je laat als bedrijf zien dat je genoeg potentieel ziet om iemand weg te sturen naar een training en dat extra beetje te investeren. Zo motiveer je je mensen ook.“

Ook Sienke de Man denkt dat er vanuit de medewerker meer waarde wordt gehecht aan een externe training. “Als ik interne trainingen geef, zie ik dat het aantal afmeldingen hoger ligt dan wanneer we extern gaan. Er wordt serieuzer mee omgegaan als iemand ergens naartoe moet en de waarde is voor een medewerker hoger.”

De stelling kan met een duidelijk en unaniem ja worden beantwoord. Locaties en trainingen vullen elkaar aan. Ook zijn de aanwezigen het er eenstemmig over eens dat trainingen het beste resultaat opleveren als ze extern worden gegeven.

Stelling 2: Crisis: bedrijven bezuinigen op opleidingsbudgetten en dus ook op de inhoud/kwaliteit van trainingen en de traininglocaties.

Sietze Ketelaar: “Ik denk dat de crisis meer een tendens heeft versterkt die er al aan zat te komen. Het gaat meer en meer om maatwerk, flexibilisering, korter en intensiever. Er wordt wel naar de kwaliteit van de training gekeken en welke meerwaarde een locatie daar bij heeft. Ik zie dus niet zozeer dat er bezuinigd wordt op de kwaliteit, maar op de kwantiteit. Trainingen worden korter en er wordt al veel met e-learning gecombineerd. De trend was er al in opleidingenland, maar door de crisis zet het nu meer door.“

“Ik zie wel dat bedrijven en opdrachtgevers momenteel aan het shoppen zijn”, zegt Bart Prijs. “Ze kijken helaas vaak niet naar wat een locatie inhoudelijk kan bieden. De prijs onderaan de streep is het belangrijkste. Ik vind dat erg jammer.”

Chris Raaijmakers denkt dat het niet altijd over het budget gaat. Hij ziet dat er ook trainingsbureaus zijn die juist voor de kwaliteit gaan. “Natuurlijk vergelijken trainingsbureaus wel de locaties, maar daarbij kijken ze niet zozeer naar het budget. De betere bureaus kijken naar de locatie zelf en het is voor hun veel belangrijker dat iedereen lekker op zijn gemak zit tijdens een training.”

Qua training wordt er dus maatwerk verwacht van de bureaus en van de locaties. De kosten spelen ook een belangrijke rol. Volgens Sienke de Man is kwaliteit voornamelijk van belang, al is het soms moeilijk om dat aan een opdrachtgever duidelijk te maken. “Een opdrachtgever gaat er al snel vanuit dat als je tien man kunt trainen, je er dan ook wel twintig tegelijk kunt opleiden. Zo werkt het niet. De inhoud van een computercursus kan per deelnemer heel anders zijn omdat je maatwerk wil leveren. De ene persoon heeft andere dingen waar aan gewerkt moet worden dan de andere. Je moet dus een individueel traject kunnen aanbieden. Ik zeg dat ook gewoon en soms is dat lastig om duidelijk te maken, maar er haken niet veel opdrachtgevers af.“

De meningen zijn wat verdeeld. Er wordt door opdrachtgevers wel gekeken naar de budgetten, maar ze willen wel goede kwaliteit. Door het slim inzetten van verschillende mogelijkheden die locaties en trainingsbureaus bieden, kunnen kwaliteit en kostenbesparing hand in hand gaan. Men is wel van mening dat de resultaten van een training de kosten meer dan waard zijn.

Stelling 3: Trend: er is in deze tijd meer behoefte aan flexibele trainingen.

Sietze Ketelaar bijt het spits af: “Ik denk dat het al lang zo is dat opdrachtgevers flexibele trainingen willen. Het moet op een persoon worden toegesneden. Ieder persoon moet een eigen individueel trainingsplan hebben. De tijd dat dertig accountmanagers in een zaal verkooptechnieken leerden, is echt voorbij. Na een training is het wel zaak om te zorgen dat de medewerkers binnen het bedrijf worden gecoacht zodat de geleerde vaardigheden verankeren. Dit kan wel heel gericht met assessments, e-learning of e-coaching.”

Heleen van Elburg sluit zich daar bij aan. Naast de gezamenlijke doelen van een training, moeten de individuele vaardigheden worden getraind. “Als ik kijk naar onze trainingen gesprekstechnieken aan de telefoon, dan zie je duidelijk dat er een algemeen groepsdoel is. Alle neuzen dezelfde kant op. De opdrachtgever heeft een algemeen doel hoe hij het wil hebben. Maar daarna ga je toch met de personen zelf aan de gang en kijken waar die persoon in getraind moet worden. De één heeft problemen met boze klanten, de ander kan moeite hebben met het uitspreken van een openingszin. Je krijgt individuele sessies binnen een groep. Na de training zie ik wel vaak dat de opdrachtgever dat zelf intern gaat uitbouwen zodat het gewaarborgd blijft.”

“Flexibiliteit is belangrijk maar zo ook de mogelijkheid en de ruimte voor interactie”, vult Marijke Holwerda aan. “Ik zie hier op onze locatie vaak dat de dag begint met een gezamenlijke aftrap, vanuit een gezamenlijke doelstelling.” Daarna worden kleinere groepjes gevormd om met elkaar te brainstormen of te oefenen, ieder in een eigen rustige werkruimte. Op deze manier ontstaat er vanuit een gezamenlijk doel ook ruimte voor creativiteit en persoonlijke invulling. Ik zie gedurende de dag dat deze dynamiek een vruchtbare basis is voor nemen van verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van zowel zichzelf als voor het bedrijf waar ze werken. Mooi om te zien.”

Jørgen Snoijink: “Het voortraject is hierbij heel belangrijk. Als je als trainer binnenkomt en vijf of zes nieuwe gezichten ziet en dan je standaard lesje begint af te ratelen, dan kom je er niet. Ik vind het heel belangrijk dat ik eerst goede gesprekken heb met de mensen die ik ga trainen, anders doe ik het niet eens.”

Het panel vindt dat flexibel gelijk staat aan maatwerk. Naast de algemene doelstellingen die met de opdrachtgever zijn geformuleerd moeten binnen dat kader oog zijn voor de individuele ontwikkeling.

Stelling 4: Personeel dat op training is geweest, is gemotiveerder en wordt productiever.

“Ik denk dat de transfer van theorie naar de praktijk inderdaad heel belangrijk is”, zegt Meinou Lambeck. “Als je losse trainingen doet en die mensen komen terug op de werkvloer en doen dan vervolgens weer vrolijk hetzelfde als daarvoor, dan heeft het geen effect. In de werkomgeving moet het vruchtbare bodem hebben, want anders is het doodzonde van de energie. Je moet meetbare doelen hebben en als je de vaardigheden die geleerd zijn gaat toepassen, dan zie je dat het ook effect heeft.”

Marcel Andeweg: “Ik vind het belangrijk dat de opdrachtgever ook die training heeft gehad of er zelf aan deelneemt. Ik denk dat je dan makkelijker de schakel kan maken met je mensen die getraind worden en dat je dan ook als manager die vaardigheden kan laten inslijten. Je kan dan makkelijker tegen je mensen zeggen dat er bepaalde dingen anders worden gedaan en ze erop wijzen als ze dat niet doen.”

“We hadden het al over de toegevoegde waarde van locaties bij een training en ik denk dat je als aanbieder van een locatie ook vinger aan de pols moet houden over het succes ervan”, zegt Chris Raaijmakers. “Voor ons is de aftersales erg belangrijk, niet zozeer dat wij kunnen meten wat het effect is van de geleerde vaardigheden, maar om te kijken of we die meerwaarde kunnen bieden en of we daar een grotere rol in kunnen spelen.”

Bart Prijs: “Wij doen dat eigenlijk al op de dag zelf. Tijdens een pauze of lunch nemen we de trainer of dagvoorzitter even apart voor een kleine bespreking. Gewoon even checken of we voldoen aan de wensen van de opdrachtgever en wellicht kunnen we dan nog iets kunnen toevoegen.”

“De motivatie van medewerker wordt wel groter na een training”, zegt Sietze Ketelaar tot slot. “Uit onderzoeken blijkt ook wel dat de productiviteit en winst van een bedrijf hoger zijn als ze aandacht hebben voor persoonlijke ontwikkeling. Het gaat erom dat mensen leren om keuzes te maken en hun grenzen leren kennen en zodoende een bijdrage leveren aan het bedrijfsresultaat.”

Iedereen aan tafel is het erover eens dat de motivatie en productiviteit omhoog kunnen gaan door een training. Het is wel belangrijk om steeds aandacht aan de geleerde vaardigheden te blijven geven. De trainingslocaties moeten blijven vragen om feedback van opdrachtgevers zodat ze een belangrijke bijdrage aan het succes kunnen blijven leveren.

Tips&Tricks:

Heleen van Elburg: “Mensen willen zich blijven ontwikkelen. Beoordelings- en functioneringsgesprekken zijn een goed middel om te kijken wat de behoeften van een medewerker is. Het is een stukje waardering en stimulans om een opleiding te krijgen. Als mensen het idee krijgen dat ze stilstaan, zullen ze om zich heen gaan kijken om zich elders verder te kunnen ontwikkelen.”

Tips&Tricks:

Sietze Ketelaar: “Het Nieuwe Werken is populair bij ondernemers. Naast de technische aspecten is het gedrag van de medewerker en de leidinggevende de basis bij het introduceren van Het Nieuwe Werken. De manier van leidinggeven moet heel simpel gezegd van controle naar vertrouwen.”

delen:
Algemene voorwaarden | privacy statement Hosted by