Technasium op het JFC: projectmatig onderwijs voor de regio!

11 november 2025
11 november 2025

Een robot bouwen in de les? Of meedenken met een automatiseringsvraag van een bedrijf? Voor sommige leerlingen van het Johannes Fontanus College in Barneveld is dat dagelijkse praktijk. Op het Technasium werken havo- en vwo-leerlingen aan innovatievragen van bedrijven uit de regio. Een van de doelen van het Technasium is jongeren enthousiasmeren voor techniek. Dat is geen overbodige luxe, want deze sector staat te springen om talent!
 
Op het Johannes Fontanus College (JFC) leert een deel van de leerlingen niet alleen uit boeken, maar ook door projecten. Dat werkt: 90% van de leerlingen die examen doen in het vak Onderzoeken & Ontwerpen stroomt door naar een technische studie. Bedrijven die een vraag bij deze leerlingen neerleggen, krijgen daarvoor bruikbare ideeën terug. ‘Een win-winsituatie', stellen technatoren Ko Smidt en Jeanette van de Fliert. Smidt is technator van de bovenbouw, Van de Fliert van de onderbouw. Zij coördineren het onderwijs, coachen leerlingen en werven opdrachten bij regionale bedrijven. ‘Wij vertalen de vraag van een bedrijf naar een onderwijsopdracht voor onze leerlingen', legt Van de Fliert uit.
 
Ruggengraat
Sinds 2011 kunnen leerlingen op het JFC kiezen voor het Technasium: een onderwijsstroom waarin praktijk en techniek samenkomen. Het vak Onderzoeken & Ontwerpen (O&O) vormt de ruggengraat. Dit is een praktijkvak naast bètavakken als natuurkunde, wiskunde en biologie. ‘O&O laat de praktische kant van die vakken zien', zegt Smidt. Leerlingen volgen projectmatig onderwijs: in teams onderzoeken en ontwerpen ze oplossingen voor vragen uit het werkveld. In de brugklas krijgt iedereen een halfjaar O&O. Wie enthousiast is, gaat in klas 2 en 3 door en kiest later eventueel voor eindexamen in O&O, gecombineerd met het profiel Natuur & Gezondheid of Natuur & Techniek. De projecten raken aan de zeven werelden van techniek, van ‘Lifestyle & Design’ tot ‘Voeding & Vitaliteit’. ‘Die thema’s stippen we in de onderbouw al aan,’ zegt Van de Fliert, ‘zodat leerlingen zich in de bovenbouw gerichter kunnen verdiepen in wat bij hen past.’
 
Cobot
Een O&O-project in de onderbouw duurt tien weken en kent drie vaste momenten: een kick-off, tussenevaluatie en eindpresentatie. Centraal staat een bètatechnische vraag van een regionaal bedrijf. ‘Zonder bedrijven beginnen wij niks', zegt Smidt. Vooraf bezoekt de technator het bedrijf. ‘Je moet een bedrijf proeven,’ aldus Van de Fliert. ‘Rondlopen, luisteren, vragen stellen… alleen zo ontdek je kansen voor een goede opdracht.’ Op die manier kwam bij hijskranenbouwer Hoeflon een opdracht voor de onderbouw bovendrijven: onderzoeken of je een collaboratieve robot (cobot) meer onderdelen kunt laten assembleren. Bij de Barneveldse Techniek Opleiding mochten leerlingen een cobot bekijken en zelfs even bedienen. Ook maakten ze een filmpje van het assemblageproces. ‘Ze konden het -tig keer terugkijken: wat doet die cobot precies? En hoe vertalen we dat naar andere onderdelen?’ De opdracht werd: maak een visuele handleiding voor automatische assemblage van een van de onderdelen die Hoeflon inzet.
 
Morfologische kaart
Zo’n uitdaging begint bij brainstormen; een vak op zich. ‘Inventief zijn kan alleen als je meerdere ideeën hebt', zegt Van de Fliert. ‘Daarom gebruiken we verschillende werkvormen: van kernwoorden tot kaartjes uit een plaatjesdoos. Daar zitten ook afbeeldingen bij die niets met de opdracht te maken hebben. Juist daardoor ontstaan vaak de beste ideeën.’ Vervolgens zetten leerlingen hun ideeën om in een morfologische kaart: een tabel met links de processtappen, daarnaast mogelijke oplossingen of ideeën per stap. Zo leren leerlingen kritisch kiezen: wat is de beste combinatie en waarom? ‘Eén idee bedenken lukt wel', glimlacht Smidt. ‘Maar probeer er maar eens vijf te verzinnen. Dáár begint innovatie.’
 
Experts
Halverwege elk O&O-project is het tijd voor een reality check: de tussenevaluatie. Leerlingen leggen hun idee – voortgekomen uit de morfologische kaart – voor aan experts. ‘We waren met negentig leerlingen bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen,’ vertelt Van de Fliert. ‘Ze kregen feedback op hun ideeën van een docent en drie studenten Werktuigbouwkunde. Superleerzaam!’ Elk project kent drie betrokkenen: de docent, de opdrachtgever en een expert. De expertise komt vaak van hogescholen of universiteiten waar leerlingen later zelf studeren. ‘Dat levert nog meer op dan alleen inhoudelijke feedback', zegt Van de Fliert. ‘Het is ook een stukje loopbaanoriëntatie: wat houdt die studie eigenlijk in? En waarom koos jij daarvoor?’
 
Verrast
Na de tussenevaluatie werken leerlingen hun idee uit tot een prototype. ‘We hebben hier een scrapheap van tweede- en derdehands spullen,’ vertelt Van de Fliert. ‘Collega’s brengen zelfs oude apparaten mee, want: van demonteren kun je leren.’ Uiteindelijk volgt het moment suprême: leerlingen presenteren hun resultaat aan de opdrachtgever. Ze krijgen twee cijfers. ‘Het productcijfer bepalen we samen met het bedrijf,’ zegt Smidt. ‘Het procescijfer geven wij op basis van competenties zoals samenwerken, creativiteit en zelfstandigheid.’ Soms zijn bedrijven zó verrast dat ze halverwege een collega bellen: ‘Kom kijken, dit móét je zien.’ Dat is voor Van de Fliert het mooiste compliment. ‘Als je leerlingen laat samenwerken met bedrijven, ontstaan ideeën waar bedrijven zelf niet 1-2-3 op komen,’ zegt Smidt. ‘Voor onze leerlingen een leerproces, voor bedrijven een inspiratiebron.’
 
Meesterproef
In havo 5 ronden leerlingen O&O af met één groot teamproject: de meesterproef. Gerwin van Lagen en Johan Rens kozen voor een uitdaging bij Hoeflon. Hun opdracht: bedenk een oplossing waarmee een robot een hydraulische draaidoorvoer assembleert. In maart 2025 presenteerden ze hun werk op het JFC; het slotstuk van hun examenjaar. Ook bij hun studiekeuze hielp O&O. ‘Wij gaan elektrotechniek studeren aan Hogeschool Windesheim', vertelt Gerwin. Johan vult aan: ‘O&O laat je ontdekken wat je leuk vindt.’ Bovendien leerden ze veel over zichzelf. ‘Na elk project reflecteer je op je competenties, zoals plannen, samenwerken of doorzetten,’ legt Gerwin uit. ‘Skills die je ook nodig hebt op het hbo.’
 
Wedstrijden
Het JFC doet fanatiek mee aan wedstrijden. Eén daarvan is de Young Solar Challenge: een landelijke competitie waarin teams een zonneboot ontwerpen, bouwen en besturen. Gerwin en Johan deden mee met een boot van zes meter. ‘We waren er ook vaak na school mee bezig', vertellen ze. De challenge kent twee klassen: de grote boten en de RC-variant – een kleinere, bestuurbare versie. De wedstrijden vinden plaats in drie weekenden. ‘In Urk werden we 23e door een kapotte zekering', zegt Gerwin. ‘Maar in Terneuzen werden we derde, en in Heusden zelfs tweede.’ De boten worden getest op verschillende onderdelen, zoals snelheid en vaartijd op zonne-energie. Gerwin: ‘In Terneuzen moesten we 15 kilometer afleggen – daar waren we ruim een uur mee bezig.’
 
Impact
De meesterproef in de bovenbouw beïnvloedt zelfs het vervolgonderwijs. ‘Het doel is dat leerlingen hun proef afronden op propedeuseniveau,’ legt Smidt uit, ‘maar sommigen gaan daar zelfs overheen.’ Sommige opleidingen hebben hun curriculum aangepast, omdat technasiumleerlingen veel voorkennis meebrengen. Sommige leerlingen starten zelfs een eigen bedrijfje of houden er een bijbaan aan over. ‘Dat vind ik zó gaaf', zegt Smidt trots. Daar is ook bewust ruimte voor, benadrukt hij: ‘Er is niet één vaste route binnen O&O, er zijn veel manieren om tot een goed eindproduct te komen.’
 

Technasium
Technasium leidt havo- en vwo-leerlingen op tot nieuwsgierige en succesvolle studenten van bètatechnische studies. In de technasiumcommunity werken meer dan honderd VO-scholen en Stichting Technasium samen met het werkveld en het hoger onderwijs. De aangesloten scholen zijn ondergebracht in 19 regionale netwerken. Het Barneveldse JFC is deel van het netwerk Midden-Nederland, evenals CSG Het Streek in Ede. Soms ontstaan gezamenlijke projecten, zoals het fijnstofproject dat het JFC samen met Het Streek uitvoert: ‘De gemeenten Barneveld en Ede willen weten hoe de luchtkwaliteit verbeterd kan worden in bepaalde wijken. Onze leerlingen mogen daarover meedenken. Dat is superwaardevol.’

Doe je mee?! 
Ook een vraag vanuit overheid of bedrijfsleven? Ko Smidt: ‘Gratis verfrissende ideeën en innovaties voor bedrijven, bedacht door tieners die je toekomstige collega’s kunnen worden. Dus mail ons via technasium@jfc.nl.’ Kijk voor meer informatie op www.technasium.nl en www.jfc.nl/technasium.

Dit artikel komt uit de zevende editie van het online magazine Innovatiemonitor Regio Foodvalley. Meer inspirerende verhalen van innovatieve ondernemers lezen? Kijk dan op:
https://innovatiemonitor.regiofoodvalley.nl

Op de hoogte blijven van onze updates?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Inschrijven
Meest gelezen
Meest recent

Vallei Business nummer 5 2025

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Inschrijven
Vallei Business is een uitgave van Van Munster Media