Energietransitie in de Regio Foodvalley: 'We komen er alleen door samen te werken'

Magazines | Vallei Business nummer 6 2023

Op 31 december droeg programmamanager Energietransitie Eugène-Emile Kuis binnen de Regio Foodvalley het stokje over aan Rick de Jongh. De Jongh is al drie jaar werkzaam voor de regio Foodvalley als programmamanager Mobiliteit. Wat is er de afgelopen jaren tot stand gebracht, wat zijn de ambities voor 2024 en hoe staat het met het ‘Energiesysteem van de Toekomst’? Eugène Kuis en Rick de Jongh geven antwoord.
 
Dat Nederland met onder andere de energietransitie, het terugdringen van de CO2-uitstoot en versnelde woningbouw voor grote uitdagingen staat is een eufemisme. In de Regio Foodvalley – een regionale netwerkorganisatie van de gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Rhenen, Renswoude, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen – werken onderwijs, overheid en ondernemers samen om de topregio op het gebied van agrifood te blijven en om een duurzame en aantrekkelijke regio voor bedrijven en inwoners te zijn. De problematiek is veelomvattend. Daarom is een strategische agenda samengesteld bestaande uit zeven thema’s. Die thema’s zijn landbouwtransitie en vitaal platteland, voeding, energietransitie, human capital (kennis en vakmanschap), innovatie, clustervorming en circulaire economie, economie en mobiliteit en quality of living (wonen, verstedelijking en landschap). Wat het onderwerp energie betreft, is het doel helder: Regio Foodvalley wil in 2050 energieneutraal zijn, dus evenveel energie opwekken als gebruiken.
 
De keuze
Eugène Kuis (56 jaar) heeft meer dan dertig jaar ervaring als consultant en projectmanager op de gebieden milieu, circulaire economie, omgevingswet en energietransitie. “Ik kwam hier in augustus 2020 binnen als adviseur en kreeg in oktober 2021 de vraag om als programmamanager leiding te geven aan de energietransitie. In juli 2021 was het RES-bod 1.0 vastgesteld. RES staat voor Regionale Energie strategie. Dat doet Regio Foodvalley samen met acht gemeenten, twee provincies, een waterschap, twee netbeheerders, de regionale ondernemers en agrariërs, woningbouwcorporaties en inwoners. Doel was en is nog steeds het duurzaam opwekken van 0,75 terrawattuur (TWh) en daarvoor zouden we zes windmolens en 516 hectaren zonnepanelen op daken en de grond nodig hebben. Dat was een mooi omschreven opdracht, maar al snel bleek dat de focus moest komen te liggen op een veel bredere aanpak van het energiesysteem. Al snel bleek ook dat het probleem niet beperkt bleef tot het opwekken van energie en warmtetransitie, netwerkcongestie bleek bijvoorbeeld minstens zo acuut. Met opwekken van duurzame energie alleen kom je er niet, het elektriciteitsnetwerk heeft onvoldoende capaciteit om de zon- en windprojecten te ontsluiten. Toen bleek ook dat als je een duurzame oplossing via zon-op-dak voor die problemen wilt realiseren, samenwerking met agrariërs en het bedrijfsleven noodzakelijk is. In het zoeken naar een oplossing voor het gebruik van duurzame energie hebben bedrijven en agrariërs een keuze. Je probeert het als bedrijf alleen, je wekt je eigen energie op, maar dan heb je zeker tot 2030 te maken met netwerkcongestie; je hebt niet op elk moment, te weinig of soms zelf helemaal geen toegang tot de noodzakelijke energiebronnen. Of je kiest voor de tweede oplossing, je werkt samen, je doet concessies, legt je eigen dak vol met zonnepanelen en/of maakt gebruik van overtollige energie van je buurman, je werkt met andere woorden in een groep samen om ervoor te zorgen dat de benodigde energie lokaal beschikbaar is en eerlijk wordt verdeeld.”
 
Smart Energy Hub
Dat kan bijvoorbeeld uitstekend worden gerealiseerd op een bedrijventerrein. De benodigde energie over het bedrijventerrein wordt geïnventariseerd, wie heeft wat op welk moment nodig, je wekt samen op, slaat overtollige energie tijdelijk op, maakt eventueel gebruik van daluren van een energieleverancier en je zorgt samen voor de verdeling. Rick de Jongh: “Dat kost best wel inspanning, misschien moet je het operationele proces van je bedrijf deels aanpassen, maar je bent in elk geval verzekerd van voldoende energie op je eigen bedrijventerrein. Je bouwt daarmee een zogeheten Smart Energy Hub, een eigen energiesysteem op maat. Dat is wat ons betreft de toekomst. Je kijkt lokaal of regionaal anders naar de energievraag en het -aanbod. Dat is een proces dat om gewenning vraagt. Het grote voordeel is dat waar congestie zorgt voor stilstand, je via een Smart Energy Hub bijvoorbeeld wel je groeidoelstellingen kunt realiseren.” Op dit moment probeert Regio Foodvalley de provincies warm te maken voor dit idee en de noodzakelijke bouwstenen aan te leveren. “We realiseren ons dat het een ingewikkelde opgave is. Op een bedrijventerrein zijn vaak heel verschillende soorten bedrijven gevestigd, met allemaal andere wensen en ideeën. De gezamenlijkheid zit in de vraag naar een constante aanvoer van energie, die vraag heeft elk bedrijf, maar het zal voor elk bedrijventerrein een kwestie van maatwerk worden.” Wat voor een bedrijventerrein werkt, kan ook voor een woonwijk werken. “Stel je een wijk voor met 250 huizen. Ook daar kan gezamenlijk opwekken, opslaan en distribueren de oplossing zijn. Het principe blijft hetzelfde.”
 
De wereld van B
Volgens Eugène Kuis en Rick de Jongh willen we uiteindelijk van A naar B komen. “We zitten nu in A. We kunnen aan de hand van vijf principes naar B komen, maar wel bezien vanuit die stip aan de horizon, de Wereld van B. Het eerste principe is dat iedereen op een eerlijke en betaalbare wijze toegang heeft tot duurzame energie. Dat realiseer je onder andere door lokaal eigenaarschap, je bent dus als het ware je eigen energieleverancier. Er zit daarbij op lokale schaal een balans tussen opname en afgifte, tussen vraag en aanbod. Dat wordt geïntegreerd in een bedrijventerrein (of een woonwijk) via een gedistribueerd systeem. Die principes zijn essentieel, je komt er alleen door samen te werken aan collectief betere netbenutting.” Dat is een proces. Regio Foodvalley is nu op weg naar de RES 2.0. Elke twee jaar worden de plannen geëvalueerd, liggen we op koers voor 2030 of moeten ambities door nieuwe inzichten, ervaringen of innovaties worden aangepast? Overheden leggen de projecten en de plannen uit de RES vast in hun beleid voor de leefomgeving, omgevingsvisies, omgevingsplannen en programma’s. “We zijn goed op weg, maar er zijn ook zorgen. Kijk bijvoorbeeld naar het kabinetsbeleid, dat voorschrijft dat er vanaf 2035 geen CO2-uitstoot meer mag zijn in het elektriciteitssysteem. Hoe ga je dat realiseren als de vraag naar energie drie keer zo groot wordt? Dat is nog onduidelijk.”

delen:
Algemene voorwaarden | privacy statement Hosted by