Schuurman&deLeeuw: Auto van de zaak; actuele ontwikkelingen
De auto van de zaak is een onderwerp dat veel ondernemers bezig houdt. Vragen die in de praktijk vaak aan ons worden gesteld zijn: Moet ik de auto op de zaak zetten of privé rijden? Kan ik bijtelling voor privégebruik voorkomen? Actueel is in dit verband de Autobrief van de Staatssecretaris van Financiën en een voor de praktijk zeer interessante uitspraak van de Rechtbank Haarlem over de afdracht van btw over het privégebruik auto.
De Autobrief van het Ministerie van Financiën
Op 1 juni j.l. heeft de Staatssecretaris van Financiën de zogenaamde Autobrief naar de Tweede Kamer verzonden. Alle maatregelen die in het verleden zijn getroffen ter stimulering van de aanschaf van zuinige autoââ¬â¢s worden tegen het licht gehouden omdat deze maatregelen veel meer geld hebben gekost dan oorspronkelijk was begroot. Het betreft maatregelen in de BPM, de MRB en de bijtelling. Voor de bijtelling geldt dat in de toekomst minder autoââ¬â¢s in aanmerking zullen komen voor de verlaagde bijtelling van 14 en 20%. Positief is dat de Staatssecretaris onderzoek wil doen naar een alternatieve regeling voor de bijtelling privégebruik bestelautoââ¬â¢s waarbij een rittenadministratie bij bestelautoââ¬â¢s niet langer nodig is. Ook heeft hij toegezegd dat als uit dat onderzoek een oplossing voor de bestelauto komt die in de praktijk werkbaar blijkt te zijn, hij zal bezien in hoeverre deze ook toegepast kan worden voor de bijtelling van de personenauto.
Uitspraak Rechtbank Haarlem
Op dezelfde dag waarop de Autobrief naar de Tweede Kamer is verzonden, heeft de Rechtbank Haarlem een opmerkelijke uitspraak gedaan. De zaak ging over de afdracht van omzetbelasting over het privégebruik auto. In geschil was de hoogte van de afdracht.
Voor een auto van de zaak die ook privé wordt gebruikt, geldt dat in eerste instantie alle btw aftrekbaar is. In verband met het privégebruik is vervolgens jaarlijks 12% btw verschuldigd over het privégebruik. De Staatssecretaris van Financiën heeft goedgekeurd dat voor de hoogte van het privégebruik aangesloten mag worden bij forfaitaire bijtelling in de loon- en inkomstenbelasting. Deze bedraagt in beginsel 25%. Voor bepaalde milieuvriendelijke autoââ¬â¢s geldt echter een verlaagde bijtelling van 14 of 20%. De belastingplichtige die de procedure voerde, stelde dat er geen rechtvaardiging was voor het verschil in behandeling tussen milieuvriendelijke en milieuonvriendelijke autoââ¬â¢s. Hij was van mening dat ook voor milieuonvriendelijke autoââ¬â¢s kon worden volstaan met een bijtelling van het lage forfait.
De Rechtbank stelde de belastingplichtige in het gelijk. Eén van de overwegingen daarbij was dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat met milieuvriendelijke autoââ¬â¢s meer of juist minder privé zou worden gereden dan met milieuonvriendelijke autoââ¬â¢s.
De Staatssecretaris heeft al aangekondigd dat hij zich vanwege de mogelijke budgettaire gevolgen niet bij de uitspraak zal neerleggen en in beroep gaat. Bovendien heeft hij in reactie op de uitspraak een wetswijziging aangekondigd met terugwerkende kracht naar 1 juli 2011. Voorgesteld wordt het privégebruik te baseren op 2,7% van de cataloguswaarde.
Mr. Margreet W.T. Claassen-Lamers FB
Belastingadviseur bij Schuurman & de Leeuw accountants
Auto van de zaak;
actuele ontwikkelingen
Financieel Management