Gevolgen netcongestie beperken
Gevolgen netcongestie beperken
Slimmer met stroom
Gerard Schouw, voormalig Kamerlid voor D66, bracht mogelijke oplossingen voor het volle stroomnet in kaart. Dat leverde vooral reeds bekende suggesties op die nog te weinig worden benut. Opschalen en versnellen is het devies.
Het rapport wijst ook op de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven. Die moeten veel strategischer naar hun energiebeleid kijken. Als bedrijven slimmer met stroomgebruik omgaan, kunnen ze ondanks de netcongestie vaak prima doorwerken.
Er zijn zeker mogelijkheden om de gevolgen van netcongestie te beperken. Ze worden alleen nog te weinig benut, aldus het rapport van de onafhankelijke bestuurlijk aanjager Gerard Schouw dat de titel 'Slim met stroom' meekreeg. Opdrachtgever is het ministerie van Klimaat en Groene Groei.
Tot nu toe is volgens Schouw te veel gezocht naar oplossingen met een zo breed mogelijk draagvlak. Het is nu tijd voor wat minder con-sensus en meer resultaat, stelt het rapport. De oplossingen liggen voor het oprapen, maar dat moet dan wel gebeuren.
Tientallen miljarden
Boston Consulting Group becijferde in septem-ber 2024 dat het volle stroomnet de samen-leving jaarlijks 10 tot 40 miljard euro kost. Er staan zo'n 10.000 bedrijven en instellingen in de wachtrij voor een aansluiting. Bij bestaande
aansluitingen wordt steeds vaker het vermo-gen begrensd, net als de tijden waarop stroom beschikbaar is. Hierdoor staan installaties tijdelijk stil of wordt de productie beperkt. Ook kan opgewekte groene energie vaak niet meer teruggeleverd worden.
Spitsprobleem
Netcongestie is vooral een spitsprobleem. Ondanks dat de kaart van het energienet steeds roder kleurt, is de benuttingsdraad van veel kabels maar 20 tot 30 procent. Het loopt vast op de steeds drukkere piekmomenten en op specifieke locaties.
Toch richten beheerders zich volgens Schouw vooral op uitbreiding van het net, niet op het beter benutten ervan. Terwijl juist daar op korte termijn winst geboekt kan worden. En dat is nodig, want het duurt nog jaren voordat de netverzwaring merkbaar impact heeft.
Net zwaarder belasten
Flexibiliteit is het sleutelwoord, benadrukt het rapport. Daarin wordt gewezen op de mogelijk-heid om het elektriciteitsnet zwaarder te belas-ten. Dat zou tot 20% winst kunnen opleveren. Consequentie is wel dat de kans op een stroom-storing licht toeneemt. Maar het Nederlandse stroomnet geldt als een van de betrouwbaarste ter wereld. Daarom is iets meer risico volgens Schouw goed mogelijk, al vereist dat wel een andere mindset van de netbeheerders. Gezien de schade die netcongestie oplevert, zijn de maatschappelijke kosten van helemaal geen risico nemen echter hoger dan een iets groter risico in een bepaald gebied, stelt het rapport.
Energieondernemers
Schouw wijst ook op de eigen verantwoordelijk-heid van bedrijven. Lang was de beschikbaar-
TRENDS
Tekst: Hans Haj?e Fotografie: Shutterstock/petrmalinak
heid van betaalbare energie vanzelfsprekend. Die tijd ligt achter ons. Bedrijven moeten zich realiseren dat stroom geen nutsvoorzie-ning meer is die altijd tegen redelijke prijzen beschikbaar is. Alle ondernemers zijn straks ook energieondernemers, aldus het rapport. Ze moeten veel strategischer naar hun energiebe-leid kijken.
Slim samenspel
Die stelling wordt gedeeld door Wim van den Pol, directeur van de gelijknamige elektrotech-nische installateur. Binnen dit bedrijf werkt een Green Team met een integrale benadering aan energiebesparing en verduurzaming voor klan-ten. "Door een slim samenspel van maatregelen kunnen veel organisaties ondanks de netcon-gestie gewoon doorwerken."
Verbeterpunten in kaart
Stroom die je niet verbruikt, hoef je ook niet af te nemen of op te wekken. "Daarom is het ener-giezuiniger maken van gebouwen en installa-ties een logische eerste stap," zegt Van den Pol. "Basis daarvoor is een analyse van de bestaan-de situatie. Die levert altijd verbeterpunten op, is onze ervaring. Licht brandt onnodig, installaties zijn niet goed ingeregeld. Met led-verlichting, sensoren en slimme schakelingen zijn forse besparingen mogelijk. Daarbij zijn we
alert op zogenaamde multiples. Als verlichting niet nodeloos brandt, wordt het gebouw min-der warm en kost koeling minder energie. Ook neemt de levensduur van lampen toe."
Optimaal energiesysteem
Data zijn niet alleen de grondslag voor het besparen van stroom, ze zijn ook onmisbaar voor slim energiemanagement. "Bij bestaande gebouwen zijn de verbruiksgegevens bekend," zegt Van den Pol. "Op grond daarvan bepalen wij de optimale samenstelling van het energie-systeem. Naast de netaansluiting bestaat dit uit een combinatie van componenten; denk aan zonnepanelen, laadpalen en accu's."
Integrale aansturing
Met een energiemanagementsysteem (EMS) worden deze assets integraal aangestuurd. Dat gebeurt op basis van actuele gegevens en met vooraf geprogrammeerde gebeurtenissen of waardes. "Je kunt bijvoorbeeld een zonnepa-neelsysteem uitzetten bij negatieve terugle-verprijzen of dynamisch laten regelen bij een terugleverbeperking. Afhankelijk van energie-vraag, -aanbod en prijs worden laadpleinen op- en afgetoerd. Batterijen kun je vullen als stroom goedkoop of zelfs gratis is. Bij onvol-doende netcapaciteit springen ze bij. Ook kan de opgeslagen energie teruggeleverd worden bij
hoge prijzen."
Het EMS voert al deze acties automatisch uit. "Daarbij is veel aandacht voor terugdringen van het piekverbruik. Hierdoor blijven gebruikers binnen het beschikbare vermogen van hun aansluiting."
Energiehubs
Niet alleen in gebouwen, ook op bedrijventer-reinen kan een integrale benadering uitkomst bieden. "Energiehubs of energie-eilanden fungeren daar als collectief integraal energie-systeem," zegt Van den Pol. "Hierbij worden netaansluitingen virtueel gedeeld en gecom-bineerd met accu's, opwek door zon of wind, gasturbines en een aggregaat als back-up. Zo beperken bedrijven samen de gevolgen van netcongestie."
Doelen voor 2030
Gerard Schouw pleit voor een versnelling van deze energiehubs waar ondernemers stroom delen. Er wordt veel over gepraat, maar ze komen nog nauwelijks van de grond, is de conclusie van het rapport. Dat pleit daarom voor ??n gestandaardiseerde aanpak. Ook stelt Schouw voor om duidelijke doelen te stellen, bijvoorbeeld 500 energiehubs in 2030.
LET OP DE AANSLUITING
Bij de verkoop van een gebouw of vertrekkende huurder wordt het bestaande energiecontract meestal opgezegd. "Vroeger was dat geen probleem," zegt Wim van den Pol. "Nu krijgt de opvolger vaak geen nieuwe voorziening of slechts een minimale aan-sluiting. Voor de eigenaar kan het gebouw hierdoor zijn waarde verliezen. Andersom gebeurt ook: met een grote aansluiting wordt een verouderd pand substantieel meer waard. Let daarom bij aankoop of -huur goed op de status van het energiecontract."