Businessflitsen

Magazines | Vallei Business nr 1 2011

Werk in de regio

Bent u als ondernemer op zoek naar de juiste professional? Dan kunt u vanaf april gebruik maken van de vacatureservice op de website van Vallei

Business. Op de website kunnen alle vacatures uit de Valleiregio worden ge-

plaatst tegen een laag tarief. Bovendien worden de meest recente vacatures eveneens in de maandelijkse nieuwsbrief geplaatst. Plaatsing bedraagt

€ 95,- voor een hele maand. Abonnees van Vallei Business profiteren van extra voordeel en hebben recht op gratis vacatureplaatsing. Wanneer u nu abonnee wordt voor de aanbiedingsprijs van

€ 25,-, dan kunt u nu al gebruik maken van de gratis vacatureservice.

Meer informatie vindt u op

www.valleibusiness.nl/vacatures

Stefan Verschoor

Onveilig gevoel

bij storten geld

Bijna een op de drie ondernemers voelt zich niet veilig bij het wegbrengen van contant geld naar de bank of bij de aanwezigheid van cash op de werkvloer. Dat blijkt uit het ‘G4S: Veilig met cash’-onderzoek dat vandaag is gepubliceerd. Toch kiest het merendeel van deze ondernemers ervoor zelf geld af te storten en ontmoedigen zij consumenten niet om contant af te rekenen. Nog steeds wordt binnen het MKB meer dan de helft van de transacties onder de twintig euro contant afgerekend.

Gemak voor de consument is voor veel kleinere ondernemers doorslaggevend in hun beslissing om cash geld te accepteren als betaalmiddel. De consument moet kunnen kiezen voor een elektronisch betaalmiddel (PIN, credit card) maar moet desgewenst ook met contant geld terecht kunnen, vindt bijna de helft (48%) van de ondervraagde retailers. Deze positieve grondhouding van ondernemers ten aanzien van contant geld wordt opvallend genoeg niet teniet gedaan door de nadelen die contant geld meebrengt: de kans betaald te worden met vals geld en de kans slachtoffer te worden van diefstal of een overval in de winkel of tijdens het afstorten. Overigens verwijzen retailers significant vaker naar deze nadelen dan ondernemers uit de horeca-, recreatie- of verzorgingsbranche.

Ad Böhmer

Rectificatie:

Met de laatste uitgave van Vallei Business van vorig jaar viel ook de Ede Business Special op de mat. In het artikel over de gemeente Ede zijn abusievelijk twee onderschriften van de geïnterviewde deelnemers verwisseld. Hieronder staan de juiste namen bij de juiste foto’s.

Met onze excuses,

Eelco Nauta

Hoofdredacteur Vallei Business

Hans de Nijs, Onafhankelijk

financieringsspecialist voor het MKB

Onbestendigheid en stijgende rente?

De voorjaarsvakantie is weer achter de rug. Een periode waarin we meer dan gemiddeld geïnteresseerd zijn in weerplaatjes. Graag hebben we zonnig en onbewolkt weer. Een vergelijking die we ook graag in de economie terug zien. Bewolking en onweer hebben we genoeg gehad. Het wordt tijd dat we definitief onder de recessie uitkruipen en weer volop van optimisme kunnen genieten. Hoezeer ik u dat gun, zover is het helaas nog lang niet. Weliswaar zien we een stijgend sentiment op de beursvloer maar voor de gemiddelde MKB ondernemer is het nog ‘bewolkt’. Nu is deze bewolking niet vreemd. Het MKB, nog altijd de motor van de economie, merkt traditioneel de positieve effecten van de wereldeconomie pas later in de tijd. Maar hier en daar raken de reserves op en snakt het MKB naar een snelle verbetering.

Onderwerp van gesprek blijft het inflatiegevaar. Wat doet de rente?

De geldpersen draaien nog steeds. Een aantal landen zijn nog steeds ‘hulpbehoevend’. Met een stijgende geldhoeveelheid is het een kwestie van tijd voordat de inflatie wind opsteekt. Daarnaast wordt deze de laatste tijd aangewakkerd door stijgende grondstoffen en dat zal niet minder worden. We hebben namelijk 7 miljard mensen op onze wereldbol. Dit aantal wordt niet minder en over het algemeen neemt de welvaart toe waardoor meer geconsumeerd zal worden. Alleen al in China nam in 2010 steeg het inkomen met 25%. Dit betekent niet alleen dat uw iPad duurder wordt maar de vraag naar biefstuk, auto’s en olie zal fors toenemen. Zo fors dat het aanbod het niet kan bijhouden met prijsverhoging tot gevolg.

Met name door de onrust in Noord Afrika zien we de olieprijs oplopen. Een verdere verhoging van de olieprijs is te verwachten. Ook dit is inflatie verhogend. Goed, we zijn het er vast over eens, inflatie komt. Maar wanneer?

Remmende factor is het feit dat veel landen een hogere rente niet kunnen betalen. De ECB zal de rente dus voorzichtig omhoog schroeven. De eerste verhoging sinds lange tijd wordt naar aller waarschijnlijkheid in april verwacht. Laten we overigens niet in paniek raken want de rente is nog steeds historisch laag. De korte Euribor rente is nu rond de 1% en zal volgens een aantal grootbanken in 12 maanden gemiddeld met 0,7% oplopen. Nog steeds is financieren met een ‘korte rente’ dan lonend maar het advies is wel om duidelijk vinger aan de pols te houden. Zeker bij grote bedragen wordt het interessant om de risico’s af te dekken met CAP’s, SWAP’s of andere derivaten. Wilt u meer weten over deze, veelal tot de verbeelding sprekende mogelijkheden, neem dan gerust contact op. We informeren u graag.

Credion Gelderse Vallei

Commandeursweg 4 B,

Postbus 131, Bennekom

Tel: 0318-414200, www.credion.nl

Nieuwe horecamanager

van Congrescentrum.com

Ron Boers (foto) is per 1 februari jl. de nieuwe horecamanager van Congrescentrum.com, locatie De Werelt in Lunteren. Hij is de opvolger van Claudia Veenendaal.

Ron was voorheen werkzaam bij Regardz Eenhoorn Amersfoort als banquet manager.

Dubbel zo goed:

papier met schrijfblok!

Double A Paper, producent van verschillende hoogwaardige papierproducten, heeft een geheel eigen manier van milieubescherming en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Double A paper wordt gemaakt van snelgroeiende bomen, beheerd door meer dan 1,6 miljoen boeren in Thailand. Hiermee hebben die boeren een aanvulling op hun inkomen uit de rijstverbouwing en blijft natuurbos bespaard. Double A Paper heeft nu een leuke eindgebruikers- actie: in elke doos Double A paper is een gratis Double A schrijfblok (limited edition) meeverpakt. Daarmee is de klant dus dubbel goed bezig: gebruik van hoogwaardig milieuvriendelijk geproduceerd papier, en ook nog eens een mooi schrijfblok gratis. Meer info: www.DoubleApaper.nl

Ontslag op staande voet van een zieke werknemer?

In gevallen waarbij een werknemer zich ziek meldt, en zich vervolgens bijvoorbeeld niet houdt aan de controlevoorschriften van de arboarts, komt het regelmatig voor dat een werkgever overgaat tot ontslag op staande voet.

In geval van arbeidsongeschiktheid van een werknemer moet men oppassen met ontslag op staande voet. Dit blijkt onder meer uit de navolgende casus, waar de Hoge Raad zich op 16 april 2010 over heeft uitgelaten.

De feiten: een werkneemster is in de periode van 13 april tot 11 juni 2007 een aantal malen arbeidsongeschikt geweest. Op 11 juni 2007 meldde zij zich wederom ziek. De bedrijfsarts verklaart haar met ingang van 18 juni 2007 voor 50% arbeidsgeschikt, met ingang van 25 juni 2007 voor 75% en met ingang van 2 juli 2007 volledig arbeidsgeschikt. Zij verschijnt niet op het werk, omdat zij zich op het standpunt stelt nog arbeidsongeschikt te zijn. De werkgever wijst de werkneemster op de mogelijkheid om een second opinion te vragen, maar dat doet de werkneemster niet.

Na drie sommatiebrieven wordt de werkneemster op staande voet ontslagen wegens werkweigering. De huisarts verklaart dat hij de werkneemster behandeld wegens forse benauwdheid-klachten. Een deskundige van het UWV, met wie de werk-neemster contact heeft opgenomen, ná het ontslag op staande voet, verklaart dat de werkneemster ten gevolge van ziekte niet in staat wordt geacht haar werk te doen.

De werkneemster vordert in kort geding doorbetaling van loon (uitgaande van de stelling dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven). De kantonrechter wijst de vordering tot doorbetaling van loon toe, omdat moet worden aangenomen, dat de werkneemster niet tot werken in staat is. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en oordeelt dat van werkweigering geen sprake is, indien de werkneemster redelijkerwijs heeft mogen aannemen arbeidsongeschikt te zijn geweest. Volgens het hof had de werkneemster voldoende aangetoond ook na 11 juni 2007 arbeidsongeschikt te zijn. Het oordeel van het hof wordt door de Hoge Raad in stand gelaten.

De Hoge Raad heeft zich eerder over een soort gelijke kwestie uitgelaten (in het arrest Vixia/Gerrits van 8 oktober 2004). In deze uitspraak is bepaald, dat de enkele weigering van een werknemer om redelijke controlevoorschriften na te leven, geen ontslag op staande voet oplevert. De Hoge Raad heeft daarbij expliciet gewezen op art. 7:629 BW. Laatstgenoemd artikel houdt in, dat bij het niet naleven van controlevoorschriften de werkgever de consequentie kan/moet verbinden de loondoorbetaling te staken. Let wel: het staken van de loonbetaling betekent, dat deze (met terugwerkende kracht) hervat moet worden, indien de werknemer zich aan controlevoorschriften gaat houden.

Slechts indien sprake is van bijkomende andere omstandigheden kan er wel sprake zijn van een terecht ontslag op staande voet. Dit vloeit voort uit het arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 1 mei 2007. In die casus had een werkneemster de controlevoorschriften genegeerd, de werkgever het loon opgeschort, en had de werkneemster tot drie maal toe zonder bericht verstek laten gaan bij een gesprek bij de werkgever, waarvoor zij was uitgenodigd. Ook het over een langere periode geheel onbereikbaar zijn (waarbij die onbereikbaarheid niet te wijten is aan een ziekte van de werknemer), kan een bijkomende omstandigheid zijn die kan leiden tot terecht ontslag op staande voet.

Indien u als werkgever tot ontslag op staande voet overgaat, is het sterk aan te raden tevens een zogeheten ontbindingsprocedure voor zover vereist te starten. Hierin wordt de kantonrechter gevraagd de arbeidsovereenkomst te ontbinden, voor het geval het ontslag op staande voet geen stand houdt. Op deze manier wordt in ieder geval een ’vangnet’ gecreëerd, waardoor de kans vergroot wordt, dat de arbeidsovereenkomst ook daadwerkelijk eindigt.

Voor meer informatie: Van Veen Advocaten,

mr. Richard F. Vonk, advocaat ondernemersrecht en arbeidsrecht, 0318 - 68 78 18, r.vonk@vanveen.com

mr. Richard F. Vonk

Onderzoek naar identiteitsmarketing bij familiebedrijven van start

‘It runs in the family’

Hoe kunnen familiebedrijven identiteitsmarketing inzetten om zichzelf als herkenbaar en onderscheidend merk neer te zetten? Daar probeert adviseur familiebedrijven Herjon Nieuwburg uit Zutphen antwoord op te krijgen in een onderzoek.

“Familiebedrijven en identiteitsmarketing liggen van nature dicht bij elkaar. De identiteit van het familiebedrijf is sterk gekleurd door de identiteit van de oprichter. Bovendien wordt deze identiteit, meer dan bij niet-familiebedrijven, doorgegeven van generatie op generatie”, weet Nieuwburg. “Familiebedrijven kenmerken zich vaak ook door een sterke betrokkenheid bij en binding met medewerkers. Tegelijkertijd maakt deze aan de oprichter gerelateerde identiteit familiebedrijven kwetsbaar. Neemt de oprichter afscheid of heeft de beoogde opvolger een eigen sterk afwijkende identiteit, dan bestaat het gevaar dat het bedrijf van karakter verandert en haar eigenheid en herkenbaarheid kwijtraakt.”

Maar wat is identiteitsmarketing nu precies? Organisaties die dit gedachtegoed aanhangen, nemen hun eigen identiteit als uitgangspunt voor alles wat ze doen. Ze laten zich leiden door de vraag wat ze willen betekenen voor hun klanten, medewerkers en de maatschappij en stemmen daar hun hele organisatiestrategie, denken en handelen op af. Omdat ze overtuigd zijn van de betekenis die ze kunnen hebben en weten dat daar behoefte aan is. De eerste vraag die aanhangers van identiteitsmarketing stellen is niet ‘Wat wil mijn klant?’ maar ‘Wat wil ik betekenen voor mijn klant?’. Bij identiteitsmarketing staat de klant centraal, maar niet bepalend.

Met dit onderzoek hoopt Nieuwburg in kaart te brengen in welke mate en hoe het familiebedrijf zichzelf met identiteitsmarketing als herkenbaar en onderscheidend merk neerzet, gecombineerd met een duurzaam rendabele bedrijfsvoering. Hoe gaan zij om met hun identiteit? In hoeverre dragen ze deze bewust uit en vertalen ze deze naar elk onderdeel van de organisatie? Welke rol speelt identiteit bij de opvolging binnen familiebedrijven? Op welke wijze kunnen familiebedrijven hun unieke eigenheid optimaal benutten?

Dit zijn enkele van de vragen die centraal staan in dit project waarbij een viertal familiebedrijven is gekoppeld aan afstudeerstudenten van Saxion en begeleiders vanuit de kenniskring identiteitsmarketing. De opdracht die de studenten meekrijgen is om het familiebedrijf door te lichten op hun ‘identiteitsmarketingpotentie’. Het doel is uiteindelijk het in kaart brengen in welke mate en hoe het familiebedrijf identiteitsmarketing kan inzetten om zichzelf als herkenbaar en onderscheidend merk neer te zetten gekoppeld aan een duurzaam rendabele bedrijfsvoering.

Het eindresultaat wordt een casebeschrijving van het familiebedrijf, welke alle vier gebundeld gaan worden in een boekje of film, een concept identiteitsbewijs voor het bedrijf en een advies in termen van een identiteitsmarketingplan.

Het onderzoek in de praktijk

Het onderzoek, welke plaats vindt van februari tot juni 2011, wordt uitgevoerd door Kaj Morel, lector identiteitsmarketing bij de academie Marketing & International Management bij Saxion. Per familiebedrijf zijn er één of twee studenten die voor de duur van vijf maanden het onderzoek doen als afstudeerproject. In het najaar worden de onderzoeksresultaten gepubliceerd.

Informatie: www.eduon.nl

Links: De aftrap van het onderoek op 20 januari bij Hotel Bakker. Aanwezig waren deelnemende bedrijven, studenten, docenten en begeleiders van Saxion Hogeshcool, Eduon, VNO-NCW, MKB Nederland, Kamer van Koophandel.

“Familiebedrijven en identiteitsmarketing liggen van nature dicht bij elkaar. De identiteit van het familiebedrijf is sterk gekleurd door de identiteit van de oprichter. Bovendien wordt deze identiteit, meer dan bij niet-familiebedrijven, doorgegeven van generatie op generatie”, weet Nieuwburg. “Familiebedrijven kenmerken zich vaak ook door een sterke betrokkenheid bij en binding met medewerkers. Tegelijkertijd maakt deze aan de oprichter gerelateerde identiteit familiebedrijven kwetsbaar. Neemt de oprichter afscheid of heeft de beoogde opvolger een eigen sterk afwijkende identiteit, dan bestaat het gevaar dat het bedrijf van karakter verandert en haar eigenheid en herkenbaarheid kwijtraakt.”

Maar wat is identiteitsmarketing nu precies? Organisaties die dit gedachtegoed aanhangen, nemen hun eigen identiteit als uitgangspunt voor alles wat ze doen. Ze laten zich leiden door de vraag wat ze willen betekenen voor hun klanten, medewerkers en de maatschappij en stemmen daar hun hele organisatiestrategie, denken en handelen op af. Omdat ze overtuigd zijn van de betekenis die ze kunnen hebben en weten dat daar behoefte aan is. De eerste vraag die aanhangers van identiteitsmarketing stellen is niet ‘Wat wil mijn klant?’ maar ‘Wat wil ik betekenen voor mijn klant?’. Bij identiteitsmarketing staat de klant centraal, maar niet bepalend.

Met dit onderzoek hoopt Nieuwburg in kaart te brengen in welke mate en hoe het familiebedrijf zichzelf met identiteitsmarketing als herkenbaar en onderscheidend merk neerzet, gecombineerd met een duurzaam rendabele bedrijfsvoering. Hoe gaan zij om met hun identiteit? In hoeverre dragen ze deze bewust uit en vertalen ze deze naar elk onderdeel van de organisatie? Welke rol speelt identiteit bij de opvolging binnen familiebedrijven? Op welke wijze kunnen familiebedrijven hun unieke eigenheid optimaal benutten?

Dit zijn enkele van de vragen die centraal staan in dit project waarbij een viertal familiebedrijven is gekoppeld aan afstudeerstudenten van Saxion en begeleiders vanuit de kenniskring identiteitsmarketing. De opdracht die de studenten meekrijgen is om het familiebedrijf door te lichten op hun ‘identiteitsmarketingpotentie’. Het doel is uiteindelijk het in kaart brengen in welke mate en hoe het familiebedrijf identiteitsmarketing kan inzetten om zichzelf als herkenbaar en onderscheidend merk neer te zetten gekoppeld aan een duurzaam rendabele bedrijfsvoering.

Het eindresultaat wordt een casebeschrijving van het familiebedrijf, welke alle vier gebundeld gaan worden in een boekje of film, een concept identiteitsbewijs voor het bedrijf en een advies in termen van een identiteitsmarketingplan.

Het onderzoek in de praktijk

Het onderzoek, welke plaats vindt van februari tot juni 2011, wordt uitgevoerd door Kaj Morel, lector identiteitsmarketing bij de academie Marketing & International Management bij Saxion. Per familiebedrijf zijn er één of twee studenten die voor de duur van vijf maanden het onderzoek doen als afstudeerproject. In het najaar worden de onderzoeksresultaten gepubliceerd.

Informatie: www.eduon.nl

De deelnemende bedrijven en de studenten zijn:

• Juweliershuis Aalbers in Velp met studente Kristina Rekenji

• Hotel Bakker in Vorden en studentes Laura Quandt en Jana Bosse

• Coers & Roest ontwerpers bno | drukkers in Arnhem en studente Miriam Kraus

• Koffiebranderij Hesselink in Winterswijk en studente Merle Kuster.

U heeft een

website maar is

deze ook mobiel?

In de voorgaande drie columns hebben wij stilgestaan bij het betaald en onbetaald genereren van traffic naar uw website via zoekmachines en verschillende advertentienetwerken. In deze editie willen wij u informeren over de laatste ontwikkelingen op gebied van mobiel en dan specifiek:

• App(s)

• Mobiele websites

De mobiele markt groeit snel. Gelet op de verkoop van smartphones was 2010 volgens deskundigen de doorbraak. Inmiddels zijn er ruim 3,3 miljoen Nederlanders met een smartphone en meer dan de helft kiest voor mobiel internet. Heeft u enig idee hoe vaak uw website door deze gebruikers wordt bezocht?

Wij zullen u aan de hand van de volgende drie vragen informeren over de eerdergenoemde twee opties. Wat houdt het in? Wat zijn de voor- en nadelen van apps en mobiele websites? Wat kan Lysander voor u betekenen in relatie tot apps of een mobiele website?

Apps

Apps zijn applicaties die op de mobiele telefoon geïnstalleerd worden om eenvoudig en snel via de telefoon bepaalde acties uit te voeren. Wanneer vertrekt de eerstvolgende trein? Wat is het beste restaurant in de buurt? Wat is het laatste nieuws? Is er nog een hotelkamer vrij bij het hotel om de hoek? Het zijn enkele vragen waarop u via een app antwoord kunt krijgen. Voordeel van een app is dat het snel en interactief werkt waardoor u dichtbij de gebruiker bent. Hiernaast zijn functionaliteiten van de smartphone inzetbaar bij apps. U kunt hierbij denken aan gebruik van de camera of GPS voor location based services.

Een app wordt platformspecifiek ontwikkeld en dat is de reden waarom men bijvoorbeeld spreekt over Iphone of Android apps. U zult dus te allen tijde een keuze moeten maken of u een app voor één of meerdere mobiele platformen gaat ontwikkelen. Des te belangrijker is wellicht dat u duidelijk voor ogen hebt wat het doel van de te ontwikkelen app is. Moet deze direct inkomsten genereren of is het meer bedoeld voor marketing of branding doeleinden? Een gespecialiseerd bureau als Lysander kan u onder andere helpen bij het in kaart brengen van de mogelijkheden, het ontwikkelen van een app en het promoten/verspreiden van de app (genereren van gebruikers).

Mobiele website

Een mobiele website is vaak de mobiele variant van uw website en kan hetzelfde doel hebben als een app. Het verschil zit hem in het feit dat een mobiele website voor elke smartphone gebruiker bruikbaar is en een specifieke app niet. Mobiele websites zijn daarom bij een breed publiek inzetbaar. Waarom er dan nog apps worden ontwikkeld? Dat zit hem met name in de gebruiksvriendelijkheid, laadtijd en contactfrequentie. Deze ligt bij apps namelijk hoger en dat komt bijvoorbeeld omdat de icoon naar de app zich op de desktop van de gebruiker bevindt en dus snel te gebruiken is. Hiernaast zijn mobiele sites vaak trager omdat de gebruiker, in tegenstelling tot een app, eerst alle content moet downloaden. Overweegt u een app of mobiele website te laten ontwikkelen? Bepaal dan eerst wat u wilt gaan aanbieden en maak op basis daarvan de keuze tussen een app of mobiele website. Lysander houdt zich onder andere bezig met het definiëren van een strategie, de keuze tussen een app of mobiele website en het programmeren van mobiele sites.

Mobiele strategie

Het is dus belangrijk om vooraf een doel te definiëren en daarbij na te denken over het feit wat de specifieke toegevoegde waarde voor uw klanten en prospects is. Hiernaast is het van belang of de app direct inkomsten moet genereren of dat u hem juist wilt inzetten voor branding- en marketingdoeleinden. In het eerste geval zou u er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om uw app alleen tegen betaling beschikbaar te stellen. Ongeacht het feit of u nu kiest voor een app of mobiele website. U zult een duidelijke mobiele strategie moeten hebben.

Lysander Marketing, Media & Design is online marketingspecialist en wij helpen o.a. ondernemingen als De Nationale Advocatenlijn, Brother, HEMA, Web Power, Mijndomein en De Zwaluwhoeve bij het inzetten van het internet als marketinginstrument.

Meer informatie: Lysander Marketing, Media & Design

www.reclame-mediabureau.nl

0342-444706, Twitter: lysander_nl

column

Ben van Luttikhuizen -Lysander

Emil Los van Iddink Voortgezet Onderwijs heeft positieve ervaringen met de gemeente en de regio. Voor een leverancier van schoolboeken, is Ede een ideale plaats om gevestigd te zijn. “Wij maken veel gebruik van vakantiewerkers en uitzendkrachten omdat wij één keer per jaar de echte piek hebben in onze bedrijvigheid. Onze ligging is precies tussen de regio’s ideaal zodat we die pieken makkelijk op kunnen vangen en daardoor goed op de vakantiespreiding kunnen inspelen.”

Voor een bedrijf dat in de hele Benelux actief is, is de bereikbaarheid en ontsluiting vooral belangrijk. “Er wordt veel aan gedaan om de bereikbaarheid te vergroten”, zegt Los. “Ik zie dat er in de regio veel gedaan wordt en veel wordt samengewerkt. Je merkt dat er veel dynamiek in Ede zit.”

Iddink Voortgezet Onderwijs won in 2010 de ondernemersprijs van de gemeente Ede in de categorie Industrie en Dienstverlening. “Dat was voor ons ook een verrassing”, zegt Los. “Het is voor ons een stukje waardering voor de jarenlange inspanning die we leveren. Ik denk dat we bij mensen en opdrachtgevers opvielen op een positieve manier en zodoende de prijs gewonnen hebben.”

Iddink heeft een aantal panden binnen de gemeentegrenzen en heeft vooral met de bouw ervan direct met de gemeente te maken gehad. “Met het bouwen van nieuwe locaties komt de gemeente al snel om de hoek kijken. We moesten aan tafel voor vergunningen en dergelijke. Ik kan me herinneren dat Ede daar erg goed in meedacht. Er waren geen noemenswaardige problemen en er werd gezocht naar oplossingen. Ik heb niets gemerkt van problemen met de gemeente.”

Volgens Los is dat precies waar zijn organisatie op zit te wachten. “Onze relatie met Ede is prima te noemen. We helpen elkaar als het nodig is, maar hoeven elkaar niet in de weg te lopen als het niet nodig is.”

Samenwerking als basis

De gemeente Ede werkt nauw samen met verschillende partijen om de stad economisch aantrekkelijk te houden en verder te ontwikkelen. Als kerngemeente in de regio is Ede een belangrijke stuwende kracht. De betrokkenheid van overheid, bedrijfsleven en bewoners staat centraal bij ontwikkelingen. Etienne Schiffelers Parkmanager en Emil Los van Iddink Voortgezet Onderwijs, vertellen over hun ervaringen als ondernemer in deze bedrijvige gemeente.

Emil Los

Het beeld De Grote Vlucht, een van de awards die

wordt uitgereikt tijdens

het Business Event

Chico y Chica, het kunstwerk dat staat in het park bij het raadhuis.

Het initiatief om de Parkmanager in te schakelen, onderstreept het belang dat de gemeente Ede aan samenwerking tussen bedrijven hecht. Etienne Schiffelers: “Wij zorgen voor de bedrijventerreinen en stimuleren de samenwerking. Je kan ons zien als de conciërge voor het terrein. We beheren de zaken die makkelijker samen op te pakken zijn zoals beveiliging en infrastructuur.”

Het staat voor bedrijven vrij om zich aan te sluiten bij de Parkmanager, maar voor het nieuwe bedrijventerrein A12 is het verplicht. “In Ede hebben we ongeveer 275 deelnemers”, zegt Schiffelers. “We zijn een eerste aanspreekpunt voor de bedrijven en werken goed samen met de gemeente. Samen krijgen we veel voor elkaar: zaken die voor individuele bedrijven vaak niet bereikbaar zijn, zoals het aanleggen van glasvezel op een bedrijventerrein.”

De Parkmanager is sinds 2008 de schakel tussen gemeente en bedrijven. De samenwerking werpt zijn vruchten af en er komen steeds nieuwe initiatieven bij die voor alle deelnemers voordeling zijn. Schiffelers: “We zijn een pilot gestart om de ontsluiting van de terreinen beter te regelen. We hebben een autoproject waarbij bedrijven gezamenlijk gebruik maken van auto’s. Daarnaast proberen we het gebruik van de fiets door werknemers stimuleren.”

Verbeterpunten zijn er altijd, maar volgens Schiffelers zijn alle partijen zeer tevreden met de behaalde resultaten. “In het kader van de veiligheid willen we graag vaste aanspreekpunten voor bedrijven bij de politie, een soort wijkagent. Dit moeten we ook via het gemeentehuis regelen, maar daarover zijn helaas nog geen afspraken gemaakt.”

Etienne

Schiffelers

Train uw personeel

Personeel moet actief bij het veiligheidsbeleid worden betrokken. Goed opgeleid en gemotiveerd personeel helpen om ladingdiefstallen te voorkomen. Het risico van diefstal wordt aanzienlijk minder als chauffeurs, beladers en managers samenwerken.

- Train personeel op veiligheidsaspecten en laat het binnen de bedrijfscultuur groeien. Veiligheid zou bij iedere bespreking en overleg op de agenda moeten staan. Huur voor goede opleidingen gespecialiseerde bedrijven in;

- Communicatie is belangrijk. Motiveer chauffeurs om ervaringen uit te wisselen, maar zorg dat verdachte activiteiten rondom het bedrijf worden gezien en gemeld;

- Veel ladingdiefstallen vinden plaats dankzij een ‘insider’. Bij het aannemen van nieuw personeel geldt dan ook; check de CV’s en diploma’s en bel referenties na;

- Verdeel de verantwoordelijkheden van de medewerkers zodat minder mensen op de hoogte zijn van de exacte route en lading. Hierbij is het ook belangrijk om inkomende en uitgaande transporten zoveel mogelijk te scheiden van elkaar, het liefst ook fysiek;

- Natuurlijk moeten de papieren en vrachtbrieven van een lading zorgvuldig en veilig worden opgeborgen;

- Criminelen zullen altijd nieuwe manieren vinden om ladingen te stelen. Het veiligheidsbeleid moet dus regelmatig worden geëvalueerd en worden aangepast.

Veilig vervoeren

Over het algemeen is bekend dat ladingdieven het meeste toeslaan op rustplaatsen en deze houden ze ook scherp in de gaten. Ladingen die stilstaan kunnen nu eenmaal veel makkelijk ontvreemd worden dan wanneer ze onderweg zijn. Chauffeurs zijn echter verplicht om hun wagen op gezette tijden aan de kant te zetten en rust te nemen. En het in- en uitladen van een vrachtwagen gebeurt ook niet binnen vijf minuten. De afgelopen jaren is er gewerkt aan de beveiliging van parkeerrustplaatsen, maar de beveiliging laat nog veel te wensen over. Het is zaak om met de vervoerder en de chauffeur afspraken te maken om lading niet te lang op één plaats te houden.

Veilig laden

Het is bekend dat de meeste ladingdieven een transport volgen vanaf de fabriek. Het liefst moet een gepland transport

’s ochtends geladen worden en daarna vertrekken. Soms is dit planmatig niet mogelijk. Laat de wagen dan binnen een omheining staan waar beveiliging en verlichting aanwezig is.

Over het algemeen

is bekend dat

ladingdieven het meeste toeslaan op rustplaatsen

Eventuele verdachte bewegingen op en rond het terrein kunnen het beste gemeld worden bij de politie. In de meest ideale situatie wordt de wagen zo geparkeerd dat de toegang tot de lading wordt geblokkeerd, bijvoorbeeld met de laaddeuren tegen een muur.

Bereid het transport voor

De (vracht)wagen moet zelf ook aan enkele veiligheidsvoorwaarden voldoen. De wagen moet zonder extra te stoppen in staat zijn om de eerste geplande rustplaats te bereiken. Ook bijvoorbeeld geld voor tolwegen en identiteitsbewijzen moeten aanwezig zijn voordat de rit begint. Daarnaast kunnen transporteurs gebruik maken van diensten van organisaties die contacten hebben met lokale politie. Vooral bij internationale transporten zijn er voldoende organisaties die transporteur, chauffeur en opdrachtgever kunnen helpen in geval van nood. Het is ook zeker raadzaam om gebruik te maken van de moderne Track&Trace-systemen en andere hightech beveiligingsmiddelen die relatief goedkoop zijn.

Bepaal de Route

Naast een goede voorbereiding moet ook de route van tevoren met de chauffeur worden besproken. Bespreek de route en de details van de lading echter niet met meer partijen dan nodig is (vervoerder en chauffeur) ook niet via telefoon of zendapparatuur. Naast de route moeten ook de plaatsen waar de chauffeur veilig kan rusten en overnachten, bekend zijn. Mochten het transport door vertraging verstoord worden, dan moeten er nieuwe afspraken gemaakt worden met de chauffeur waar gerust kan worden. Het is handig om een lijst met veilige parkeer- en overnachtingplaatsen achter de hand te hebben.

Naast het kiezen van veilige aanlegplaatsen, is het noodzakelijk om geen vast patroon te hebben in de routes en tijden. De planning van ritten kan zorgen dat er regelmatig gewisseld wordt en dat de chauffeur op rust- en parkeerplaatsen stopt met veel verlichting en het liefst beveiligd. Ten slotte is het belangrijk dat chauffeurs tijdens de rusttijden zoveel mogelijk bij de vrachtwagen blijven. Waar mogelijk kunnen chauffeurs afspraken maken om elkaar te treffen tijdens het rusten.

Transport en logistiek is en blijft een branche met de nodige risico’s. Maak dus gebruik van de technische mogelijkheden voor preventie van diefstal en vandalisme. Het loont de moeite.

Transport en logistiek kent veel risico’s in de keten tussen opslag en aflevering. Een nog steeds groeiend probleem is de diefstal van lading. Vorig jaar bedroeg de totale schade van ladingdiefstal maar liefst 500 miljoen euro. Met de onderstaande, eenvoudige tips kunnen bedrijven zelf de schade beperken.

Tips bij uitbesteding

Bij de meeste transporten zijn meerdere bedrijven betrokken. Het vervoer wordt uitbesteed aan derden en vervolgens weer aan regionale of lokale partijen. Voor diefstalpreventie geldt; hoe meer bedrijven bij het transport betrokken zijn, hoe groter het risico. De betrokkenheid van bedrijven met de lading neemt af naarmate de partijen verder van de opdrachtgever staan.

- Wees zorgvuldig met het uitzoeken van de bedrijven waarmee u zaken doet. Goederen worden aan deze transport- en expeditiebedrijven toevertrouwd totdat ze het pand weer verlaten;

- Houd de lijnen en aanspreekpunten kort. Voorkom dus dat er veel partijen en bedrijven voor het transport zorg dragen en maak hier schriftelijk afspraken over;

- Informeer naar het veiligheidsbeleid van het transportbedrijf en hoe dit binnen de organisatie wordt uitgedragen. Het is ook raadzaam om dat te controleren en u op de hoogte te stellen van de veiligheidssituatie van het bedrijf, zoals omheining rondom het bedrijventerrein en alarminstallaties;

- Voer een controlebeleid in de organisatie waarbij de afhalende chauffeurs worden gecheckt en hun identiteit klopt;

- Check de financiële status van het transportbedrijf en of het een kwaliteitsmanagement systeem heeft.

- Vaak is het mogelijk om met de transporteur een systeem te ontwikkelen op basis van bonus/malus. Een transporteur met weinig schade en diefstal profiteert hiervan en als opdrachtgever weet u dat er aandacht is voor uw goederen;

- Neem regelmatig het veiligheidsbeleid bij het transportbedrijf onder de loep. Ook bij het transportbedrijf moet de preventie up-to-date gehouden worden.

Multimodaal vervoeren

Wie aan DB Schenker denkt, denkt meteen aan een groot bedrijf waar bedrijven die veel te vervoeren hebben bij aankloppen. Onterecht, want DB Schenker laat zien dat ook de kleinere ondernemer met minder vracht een op maat gesneden oplossing krijgt en daarmee kan profiteren van het grote netwerk waarover de logistiek dienstverlener beschikt.

“Het eerste misverstand is dat wij geen transporteur zijn maar expediteur”, zegt Branch Director Ronald Verstegen. “De meeste mensen denken dat wij uitsluitend transporteren, maar expeditie houdt veel meer in dan dat. Wij richten ons op de stromen van goederen van vertrek tot aankomst, daarbij maken we o.a. gebruik van zorgvuldig gescreende en geselecteerde subcontractors.”

Het bedrijf is onderdeel van Deutsche Bahn en heeft daardoor een uitgebreid netwerk waarmee goederen over de hele wereld vervoerd kunnen worden. “Vaak denkt het MKB dat we te groot zijn om voor kleinere ladingen interessant te zijn”, zegt Verstegen. “Het tegendeel is waar. Ook voor kleinere ladingen bieden we de juiste oplossingen en voegen we waarde toe aan de service. Omdat we zo’n groot netwerk hebben, kunnen we zeker ook voor de kleinere bedrijven

tegen aantrekkelijke prijzen de meest

efficiënte manier van transport samenstellen.”

Efficiënte combinatie

Ondernemers staan voor veel keuzes als ze goederen willen vervoeren. Vaak ontbreekt een vakkundige kennis van zaken waarmee tijd en geld kunnen worden bespaard. “Veel mensen denken meteen aan de vrachtwagen, terwijl er zoveel meer oplossingen zijn die in verhouding vaak goedkoper en efficiënter zijn”, zegt Rien Gulden, Product- en Development Manager Multimodal. “Wij hebben vanuit Ede een project neergezet waarmee we ons richten op de multimodale inzet van transportmiddelen en logistieke knooppunten.”

De multimodale aanpak houdt in dat er efficiënt wordt nagedacht over de route die een lading moet afleggen. Deze is niet voor iedereen hetzelfde. Gulden: “We hebben in Europa veel mogelijkheden. Wil je met de vrachtwagen, trein of boot? Of combinaties hiervan voor verdere bestemmingen? Het hangt allemaal af van de wensen van de klant, daarbij spelen prijs, looptijd en uitstoot van CO2 een belangrijke rol. Bijvoorbeeld naar Moskou bieden we vijf verschillende manieren van transport aan. Dit kan de vrachtwagen zijn of de trein of een combinatie van shortsea, spoor en truck. We bieden de verlader een à la carte service aan. Hierbij heeft de verlader de keuze tussen snel, maar wel tegen een hoger tarief, of langzamer en goedkoper of juist puur met het oog op de CO2-uitstoot.”

Het efficiënt inzetten van transportmiddelen doet DB Schenker door lijndiensten te combineren met de tussenliggende transportmogelijkheden. Verstegen: “We hebben uiteraard vaste rechtstreekse lijnverbindingen naar verschillende regio’s in Europa. Deze diensten worden veel gebruikt voor groepage waarbij de goederen op vaste tijden vertrekken.”

Zending volgen

Met het multimodale denken, betrekt DB Schenker de klant bij de vervoerstromen van de goederen. Goede en snelle service is één, maar transparantie is minstens zo belangrijk. “Onze klanten kunnen hun vracht over de hele wereld volgen en kunnen 24 uur per dag zien wat de status ervan is”, zegt Gulden.

Bedrijven die bij de expediteur aankloppen, kunnen erop rekenen dat de beste oplossing wordt aangedragen voor kleine en grote ladingen. Volgens Verstegen gaat het om een stukje persoonlijke aandacht. “Er is eerst contact met onze sales afdeling en daar schetsen we vooral een beeld. Daarna gaan we kijken wat de klant wil en waar het precies om gaat. Er zijn zoveel factoren die meespelen in het vervoeren van goederen dat veel bedrijven zelf geen idee hebben van de mogelijkheden. Als we alles in kaart hebben, kan de klant rekenen op een advies op maat van onze customer service. Met

onze e-tools kan de vracht altijd gevolgd worden, maar kunnen klanten ook online ladingen boeken.”

Milieu

Met de multimodale werkwijze richt DB Schenker de pijlen op de toekomst. Naast prijs, tijd en snelheid van vervoer wordt volgens Gulden ook de belasting van het milieu steeds belangrijker. “Door deze manier van werken zetten we efficiënt onze mogelijkheden in en dat scheelt veel aan uitstoot. We zijn daar veel mee bezig en zien dat het in het bedrijfsleven steeds belangrijker wordt om groener te produceren. Daar hoort ook de logistiek bij. In de toekomst zullen we het multimodale werken uitbreiden en zo voldoen aan de wens van klanten om zo schoon mogelijk te vervoeren.”

“Er komen ook steeds meer en strengere regels vanuit alle overheden”, zegt Verstegen. “Daar spelen we natuurlijk op in, maar met dit concept lopen we voor op de toekomstige regels en de vraag vanuit de markt. Wij zijn er wat dat betreft klaar voor.”

“Het eerste misverstand is dat wij geen transporteur zijn maar expediteur”, zegt Branch Director Ronald Verstegen. “De meeste mensen denken dat wij uitsluitend transporteren, maar expeditie houdt veel meer in dan dat. Wij richten ons op de stromen van goederen van vertrek tot aankomst, daarbij maken we o.a. gebruik van zorgvuldig gescreende en geselecteerde subcontractors.”

Het bedrijf is onderdeel van Deutsche Bahn en heeft daardoor een uitgebreid netwerk waarmee goederen over de hele wereld vervoerd kunnen worden. “Vaak denkt het MKB dat we te groot zijn om voor kleinere ladingen interessant te zijn”, zegt Verstegen. “Het tegendeel is waar. Ook voor kleinere ladingen bieden we de juiste oplossingen en voegen we waarde toe aan de service. Omdat we zo’n groot netwerk hebben, kunnen we zeker ook voor de kleinere bedrijven

tegen aantrekkelijke prijzen de meest

efficiënte manier van transport samenstellen.”

Efficiënte combinatie

Ondernemers staan voor veel keuzes als ze goederen willen vervoeren. Vaak ontbreekt een vakkundige kennis van zaken waarmee tijd en geld kunnen worden bespaard. “Veel mensen denken meteen aan de vrachtwagen, terwijl er zoveel meer oplossingen zijn die in verhouding vaak goedkoper en efficiënter zijn”, zegt Rien Gulden, Product- en Development Manager Multimodal. “Wij hebben vanuit Ede een project neergezet waarmee we ons richten op de multimodale inzet van transportmiddelen en logistieke knooppunten.”

De multimodale aanpak houdt in dat er efficiënt wordt nagedacht over de route die een lading moet afleggen. Deze is niet voor iedereen hetzelfde. Gulden: “We hebben in Europa veel mogelijkheden. Wil je met de vrachtwagen, trein of boot? Of combinaties hiervan voor verdere bestemmingen? Het hangt allemaal af van de wensen van de klant, daarbij spelen prijs, looptijd en uitstoot van CO2 een belangrijke rol. Bijvoorbeeld naar Moskou bieden we vijf verschillende manieren van transport aan. Dit kan de vrachtwagen zijn of de trein of een combinatie van shortsea, spoor en truck. We bieden de verlader een à la carte service aan. Hierbij heeft de verlader de keuze tussen snel, maar wel tegen een hoger tarief, of langzamer en goedkoper of juist puur met het oog op de CO2-uitstoot.”

Het efficiënt inzetten van transportmiddelen doet DB Schenker door lijndiensten te combineren met de tussenliggende transportmogelijkheden. Verstegen: “We hebben uiteraard vaste rechtstreekse lijnverbindingen naar verschillende regio’s in Europa. Deze diensten worden veel gebruikt voor groepage waarbij de goederen op vaste tijden vertrekken.”

Zending volgen

Met het multimodale denken, betrekt DB Schenker de klant bij de vervoerstromen van de goederen. Goede en snelle service is één, maar transparantie is minstens zo belangrijk. “Onze klanten kunnen hun vracht over de hele wereld volgen en kunnen 24 uur per dag zien wat de status ervan is”, zegt Gulden.

Bedrijven die bij de expediteur aankloppen, kunnen erop rekenen dat de beste oplossing wordt aangedragen voor kleine en grote ladingen. Volgens Verstegen gaat het om een stukje persoonlijke aandacht. “Er is eerst contact met onze sales afdeling en daar schetsen we vooral een beeld. Daarna gaan we kijken wat de klant wil en waar het precies om gaat. Er zijn zoveel factoren die meespelen in het vervoeren van goederen dat veel bedrijven zelf geen idee hebben van de mogelijkheden. Als we alles in kaart hebben, kan de klant rekenen op een advies op maat van onze customer service. Met

onze e-tools kan de vracht altijd gevolgd worden, maar kunnen klanten ook online ladingen boeken.”

Milieu

Met de multimodale werkwijze richt DB Schenker de pijlen op de toekomst. Naast prijs, tijd en snelheid van vervoer wordt volgens Gulden ook de belasting van het milieu steeds belangrijker. “Door deze manier van werken zetten we efficiënt onze mogelijkheden in en dat scheelt veel aan uitstoot. We zijn daar veel mee bezig en zien dat het in het bedrijfsleven steeds belangrijker wordt om groener te produceren. Daar hoort ook de logistiek bij. In de toekomst zullen we het multimodale werken uitbreiden en zo voldoen aan de wens van klanten om zo schoon mogelijk te vervoeren.”

“Er komen ook steeds meer en strengere regels vanuit alle overheden”, zegt Verstegen. “Daar spelen we natuurlijk op in, maar met dit concept lopen we voor op de toekomstige regels en de vraag vanuit de markt. Wij zijn er wat dat betreft klaar voor.”

Arbotip 2010 voor

Easyload Van Mad

Gezond Transport kende onlangs de Arbotips 2010 toe aan de meest innovatieve producten in de transport- en logistieksector. Eén van de drie winnaars is MAD uit Veenendaal met de EasyLoad, een eenvoudig en veilig beladingsysteem voor vrijwel iedere bestelwagen.

Wie pakketten, machines of materialen met een bestelauto vervoert, zit altijd met het probleem van in- en uitladen. Om rugklachten te voorkomen moet men over een laadklep of een vorkheftruck beschikken. De handige en eenvoudig bedienbare EasyLoad is voor vrijwel iedere bestelauto de nieuwe oplossing. De elektrisch verschuifbare giek kan een last tot 250 kg tillen. Het beladen gaat extra makkelijk omdat de EasyLoad praktisch de hele lengte van de laadvloer bereikt.

Eenvoudig in te bouwen

De EasyLoad is met één hand te bedienen en wordt gemonteerd in een zelfdragend frame, waardoor de krachten opgenomen worden door de vloer – en niet door het dak. Bij overstap op een ander model bestelauto, kan de EasyLoad eenvoudig uit- en weer ingebouwd worden.

Gezonder en veiliger

Om voor een Arbotip in aanmerking te komen moet een product onder andere een duidelijk innoverend karakter hebben en leiden tot efficiëntere en veiligere werkomstandigheden in de sector Transport en Logistiek. Dat de EasyLoad voldoet aan deze voorwaarden blijkt uit de beoordeling van de jury van Gezond Transport: “Zeker bij regelmatig gebruik is de EasyLoad een goedkopere, gezondere, maar ook veiligere variant voor de laadklep. Het incidenteel laden en lossen van zware, veelal onhandelbare goederen wordt makkelijker en effectiever.”

Maatwerk is mogelijk

Voor een groot aantal goederen is een assortiment aan bijpassende hijsmiddelen beschikbaar, zoals pallethaken, vatenklemmen, hijsbanden en rondstroppen. Wim Nell van MAD: “Sommige toepassingen vragen om maatwerk tilhulpen of andere aanpassingen. We hebben de technische kennis en ervaring in huis om voor vrijwel ieder beladingsvraagstuk de juiste oplossing te bieden.”

Meer informatie over de EasyLoad is

te vinden op www.easyload.nl.

Mevrouw Herma Polee, directeur Gezond Transport overhandigt de Arbotip 2010 aan Martin Bovenschen, directeur van MAD.

Nap Transport

25 jaar sterk in transport

Al vijfentwintig jaar houdt Nap Transport zich bezig met beroepsgoederenvervoer over de weg. Eigenaar en oprichter Hans Nap begon in 1986 met één trekker met oplegger. Twee jaar later kwam daar een nieuwe vrachtwagen bij en kwam het eerste personeelslid in dienst. Tegenwoordig heeft het logistieke bedrijf een personeelsbestand van 33 personen en is zoon Arjan Nap mede-eigenaar geworden. Het eerste personeelslid, Hans, is nog steeds in dienst, nu als planner.

“De eerste auto was in die tijd voor internationaal transport naar Oostenrijk”, vertelt Hans Nap. Daar kwam al gauw Scandinavië bij. “Op een gegeven moment sprak ik een oud-werkgever die in de pakketdienst zat en daarvoor zijn wij ook het werk gaan regelen. We kregen er zes auto’s bij, dat zijn er inmiddels zestien geworden.” Behalve regionaal bestelwerk in 23 postcodegebieden verzorgt Nap Transport seizoensvervoer (zoals transport van schoolboeken) en directvracht waarbij voor diverse verladers ongeregeld vervoer wordt verricht. “Daarnaast rijden wij met 2 BDF combinaties, waarmee intermodale wissellaadbakken gereden worden. En worden er trucking opdrachten uitgevoerd met trekkers.”

Zeecontainervervoer

Een andere tak van sport is het zeecontainervervoer. Arjan Nap geeft aan dat Nap Transport zich hiermee in de regio wil profileren. “We proberen Rotterdam dichterbij te halen, de afstand tussen Rotterdam en deze regio moet qua tijd en service verkleind worden.” Het transportbedrijf is ongeveer tien jaar geleden gestart met zeecontainervervoer. “We kregen de opdracht om een offerte te maken voor het zeecontainertransport vanaf Rotterdam naar Ede voor een klant die naar Ede verhuisde. Zo is het balletje gaan rollen.” De meerwaarde is dat Nap Transport het hele traject kan begeleiden. Hans: “Als iemand containers importeert of exporteert, dan kunnen we de hele weg voor hem in handen nemen. Dat doen we niet allemaal zelf, wij doen puur het transport en de planning, maar werken daarvoor samen met partners die verstand hebben van bijvoorbeeld douaneformaliteiten of die met rederijen onderhandelen. Zo’n punt willen wij hier in Ede zijn.”

Op tijd

Eén van de voordelen voor deze regio is het neerzetten van gegarandeerde tijdsafspraken. Arjan: “Het logistieke traject van de klant kunnen wij zo stroomlijnen dat hij niet op elk willekeurig tijdstip zijn zeecontainers krijgt, maar dat hij zelf kan aangeven wanneer hij de container wil hebben. Daar zijn we heel sterk in.” In de regio worden de klanten bevoorraad met één auto. Dit heeft als voordeel dat er meer tijd is om de container te lossen. “We koppelen af en zijn weer weg”, zegt Arjan. “Je zet de container voor de deur en dan kan de klant lossen. Bij zeecontainers heb je te maken met vaste lostijden van twee, drie uur. Wij koppelen de oplegger af en dan hoeft de klant met die tijd geen rekening te houden, want die overschrijding wordt niet in rekening gebracht.”

Innovatief

In 2004 is Nap Transport gaan rijden met Lange Zware Voertuigen (LZV). Hans: “Daarmee rijden we tussen Rotterdam en Ede.” Arjan: “We waren één van de eerste in de regio die met deze voertuigen gingen rijden.” Hans vult aan: “En in 1990 reden we ook al als eerste met een geluidsarme vrachtwagen.” Niet alleen nieuwe ontwikkelingen, maar ook voor het milieuaspect heeft Nap Transport aandacht. Arjan: “Ons wagenpark bestaat uit Euro 5 en Euro 3 motoren, onze Euro 3 motoren rijden op roetfilters en daarnaast rijden we op ecocombi’s.”

Het gebruik van ecocombi’s (LZV) heeft als voordeel dat er meer vracht per rit kan worden vervoerd, waardoor er minder ritten nodig zijn en er minder CO2-uitstoot is. “Dat is een winst voor zowel het milieu als voor ons én voor de klant”, aldus Hans.

bedrijfsprofiel

J.A. Nap int.transport BV,

T: 0318-622510, I: www.naptransport.nl

Arjan Nap en Hans Nap voor hun transportbedrijf in Ede

0318netwerkagenda succesvol van start

Jillis Baggerman: “We krijgen vrijwel dagelijks positieve reacties uit het bedrijfsleven. Ook organisatoren zijn heel blij met het initiatief. We merken dat de meeste organisatoren met de planning zoveel mogelijk rekening met elkaar proberen te houden. Dit is in ieders belang en komt de opkomst ten goede. Voor een bezoeker is het plezierig als er geen keuze gemaakt hoeft te worden tussen twee bijeenkomsten welke op het zelfde moment plaatsvinden. Tevens is de 0318netwerkagenda een goede en gratis manier om meer aandacht te vestigen op de organisatie, veelal een businessclub en haar activiteiten. Voor iedereen is het dus een win-win situatie.”

Lea Combé: “Ook is er veel belangstelling voor de 0318netwerkagendagroep op Linkedin. Het aantal leden groeit hard. Onlangs mochten we al het 500ste lid verwelkomen. Via Linkedin worden er interessante bijeenkomsten gehouden, waaronder de bijeenkomsten van 0318

samen en van de Open Coffee’s. Sinds kort heeft Bennekom er ook een Open Coffee bij. Hierbij merken we dat mensen graag op een laagdrempelige manier met elkaar in contact komen. Aangezien succesvol ondernemen in deze tijd niet meer vanzelfsprekend is, is het netwerken misschien wel belangrijker dan ooit.”

Janneke Hamstra: “Er worden veel interessante bijeenkomsten georganiseerd. Zo organiseerde De Gelderse Kring een interessante avond met topstrafpleiter/advocaat Willem Anker en VOC Achterberg een boeiende avond met topondernemer Hennie van der Most. Ook wordt het goede doel niet vergeten. Kiwanis Ede organiseert op 16 april aanstaande het project Sterretje van de dag. Hierbij staan kinderen die zich in een moeilijke situatie bevinden een dag centraal. Om dit project te ondersteunen en feestelijk af te sluiten vindt er aansluitend een preuvenement plaats. Op 29 april aanstaande organiseert De Ronde Tafel 78 uit Ede voor de vijfde maal het spraakmakende Oranjebal. Ook hier staat het goede doel centraal. Op 20 mei aanstaande organiseert JCI Ede voor de tweede maal een golftoernooi ten behoeve van KWF Kankerbestrijding. Informatie over deelname aan deze mooie initiatieven is te vinden op www.0318netwerkagenda.nl.”

Sinds begin januari is de website www.0318netwerkagenda.nl van de initiatiefnemers Jillis Baggerman en Janneke Hamstra van Jillis Baggerman makelaardij en Lea Combé online. Inmiddels hebben de meeste organisatoren van netwerkbijeenkomsten uit de regio hun evenementen al aangemeld. Dat de digitale netwerkagenda in een behoefte voorziet is wel duidelijk.

Ondernemerskring

Aan tafel

De lunchtafel is een van de goed bezochte terugkerende evenementen van de Ondernemerskring Midden-Gelderland. Aan de hand van twee kleine presentaties van leden, krijgen de aanwezige gasten de gelegenheid om

tijdens de lunch het besproken onderwerp

gezamenlijk uit te diepen.

In dit geval namen voorgangers Paul Willemsen en Maritha Verkuijl-Boessenkool het woord om meer te vertellen over de werkkostenregeling en de gevolgen daarvan voor werkgever en werknemer. Zowel financieel als juridisch verandert er veel en als ondernemer is het raadzaam om te kijken welke regeling het meest gunstig is. Volgens Willemsen zijn de meeste bedrijven nog niet overgegaan op de nieuwe regeling en schiet de kennis in het bedrijfsleven te kort.

Ook voor personeel kan de regeling gevolgen hebben. De arbeidsvoorwaarden kunnen door de regeling gunstig of juist ongunstig uitpakken. De juridische aspecten van arbeidsvoorwaarden die veranderen, werden door Verkuijl-Boessenkool uiteengezet. Er zijn vele mogelijkheden om met het personeel naar een goede en gezamenlijke constructie te werken, waarmee beide partijen tevreden zijn. Er zijn wel wat juridische valkuilen waar een werkgever rekening mee moet houden om alles van tevoren in goede banen te leiden. Misverstanden in een later stadium veroorzaken onnodige (advocaat)kosten en tijd.

Na de inleiding was het de beurt aan de overige deelnemers om informeel hun vragen te stellen of de discussie aan te gaan. De meeste vragen konden door de voorgangers worden beantwoord. Echte conclusies waren er niet aan het einde van de lunch. Wel was duidelijk dat er nog veel onduidelijk is en dat de gemiddelde ondernemer nog een te afwachtende houding aanneemt omdat goede informatie en kennis ontbreekt. Gelukkig is er nog even tijd (tot 2014) om de zaken op een rijtje te zetten.

ondernemerskring

Hotel en Congrescentrum de ReeHorst

Hotel - Restaurant - Brasserie - Wijnbar - Vergaderen

Trainingen - Congressen - Events - Theater

Geschikt voor elke gelegenheid. Met o.m. 38 zalen en ruime, gezelllige ontvangstfoyers. Elke bijeenkomst wordt gegarandeerd een beleving. Vol warmte,gezelligheid en altijd persoonlijk!

Bennekomseweg 24

6717 LM Ede

T 0318 750300 F 0318 750301

E info@reehorst.nl

I www.reehorst.nl

The Hunting Lodge

Puur, eerlijk

en vooral veel genieten’

Beekhuizenseweg 1

6891 CZ Rozendaal

026 3611597

Hof van Wageningen

Hof van Wageningen is een gelegenheid voor elke gelegenheid. Wij beschikken over 26 banquetzalen, ruim 200 hotelkamers, een à la carte restaurant, diverse

ontvangstruimtes en een gezellige bar.

Lawickse Allee 9

6701 AN Wageningen

T +31-(0)317-490133 • F +31-(0)317-426243

E info@hofvanwageningen.nl

I www.hofvanwageningen.nl

Toplocaties in de regio Vallei

Restaurant L’Orage / Party Centrum Flora

In een ambiance van nostalgie, rust en gemoedelijkheid is restaurant L’ Orage de perfecte locatie om te genieten van een goede maaltijd.

Lunterseweg 44

6718 WE Ede

T 0318-613876 / 653227

F 0318-653327

I www.lorage.nl

De agenda

• Event: Werkgeversbijeenkomst “De bereikbare Vallei”

Wanneer: 17 maart

Waar: Deli XL, Ede

Informatie: Aanvang om 14.30 uur

• Event: Safety & Security

Wanneer: 15 - 17 maart

Waar: RAI, Amsterdam

Informatie: www.safetysecurityamsterdam.nl

 

• Event: Congres Document & Workflow

Wanneer: 24 maart

Waar: Intres, Hoevelaken

Informatie: www.heliview.nl

 

• Event: grensoverschrijdende Bedrijvenbeurs NE-D

in Business

Wanneer: 30 - 31 maart

Waar: Airport Weeze

Informatie: www.bedrijvenbeurs.nl

 

• Event: Week van de ICT

Wanneer: 11 - 15 april

Informatie: www.ictoffice.nl

• Event: Preuvenement afsluiting “Sterretje van de Dag”

Wanneer: 16 april

Waar: De ReeHorst, Ede

Informatie: www.sterretjevandedag.nl

 

• Event: Nationale kennisdagen facilitair management en gebouwbeheer

Wanneer: 24 - 27 mei

Waar: Brabanthallen, Den Bosch

Informatie: www.fgkennisdagen.net

 

• Event: Lean and mean facility cost control

Wanneer: 26 mei

Waar: Houten Expo, Houten

Informatie: www.lm2011.nl

 

• Event: 100% Design

Wanneer: 26 - 28 mei

Waar: Van Nelle Ontwerpfabriek, Rotterdam

Informatie: www.100procentdesign.nl

 

• Event: Gezond in Bedrijf 2011

Wanneer: 31 mei

Waar: Achmea Conference Center te Zeist

Informatie: www.gezondinbedrijf.com/2011

Heeft u ook een item voor de agenda, mail deze naar

de redactie: eelco@vanmunstermedia.nl

Altijd de agenda up to date?

www.valleibusiness.nl/agenda

12 Gouden Geluiden

Gratis boek over sociale innovatie. Dat is de term die wordt gebruikt bij het persbericht over dit boekje. De ondertitel luidt echter: ‘Inspirerende succesverhalen over feedback van medewerkers en klanten’. Deze enigszins verwarrende uitspraak dekt in tweede instantie wel de lading: het boekje is een verzameling van verhalen van topondernemers over de manier waarop zij hun bedrijf succesvol hebben gemaakt. Dat gaat dan voornamelijk over de eigen personeelsleden en hoe zij door het management behandeld worden, en hoe de organisatie naar buiten treedt. Doel van het boekje is om anderen op ideeën te brengen hoe zij hun eigen organisatie kunnen veranderen door een bepaalde aanpak - die in elk besproken geval anders is, of in ieder geval een ander aspect belicht. Of de suggesties en aanpak van de 12 ondernemers geschikt is voor (de organisatie van) de lezer, is de vraag. Maar het is in ieder geval altijd leuk - en leerzaam - om te lezen hoe andere ondernemers de zaken aanpakken.

Auteur: Michelle de Koning voor Effectory  ISBN: nvt

Gebonden 60 pagina’s Prijs: gratis via www.effectory.com

Uitgever: Effectory, www.effectory.com

Get social - Janet Bathoorn

Wel eens gehoord van ‘social media’ maar heb je geen idee hoe het precies werkt en wat je ermee kunt? Ben je nieuwsgierig en wil je ontdekken hoe je er effectief gebruik van maakt om online te netwerken? Dan heb je het juiste boek te pakken. In Get social maak je kennis met online netwerken zoals LinkedIn, Twitter en Facebook, maar ook met andere mogelijkheden om informatie online met elkaar te delen zoals Flickr, Spotify, Foursquare en Prezi. In sneltreinvaart ben je up-to-date, weet je welke netwerksite en tools geschikt zijn voor jouw doel en kun je direct online aan de slag. Of je nu je netwerk wilt vergroten of als ondernemer meer klanten of business wilt aantrekken, laat je inspireren en get social!

Jeanet Bathoorn (1966) is trainer en internationaal spreker op het gebied van social media. Ze is bij uitstek in staat om de materie op heldere wijze uit te leggen aan mensen die wel geïnteresseerd zijn, maar geen idee hebben waar te beginnen. Haar slogan: ‘Digitaliseer jezelf!’

Auteur: Jeanet Bathoorn  ISBN: 9789055947423 Gebonden 176 pagina’s

Prijs € 14,95 Uitgever: Scriptum, www.scriptum.nl

Van Yab Yum naar Dim Sum

Volgens dit boek van zelfstandig adviseur Marjet Rutten staat de bouw-, installatie- en vastgoedsector aan de vooravond van grote veranderingen. De schrijfster wil met het boek organisaties aanzetten om in actie te komen en mee te gaan met de ontwikkelingen waar de sector aan onderhevig is. Het boek begint dan ook met een toekomstbeeld van Nederland in 2025. De vergrijzing slaat toe, waardoor arbeidskrachten duurder worden. Het nieuwe werken, maar ook het aanwenden van alternatieve energiebronnen en energiebesparende technieken en bouwmaterialen is dan een must. In het tweede deel gaat Rutten in op de invloed die het toekomstbeeld op de sector heeft. Duurzaamheid, maar ook samenwerking de mogelijkheden van nieuwe bouwmethoden en de rol van de klant komen aan bod. Het derde deel behandelt de gevolgen van het toekomstbeeld voor de organisaties; nieuwe manieren van werken zoals het nieuwe werken. Ook veranderen volgens het boek de rollen voor alle partijen en is innovatie niet meer uit te sluiten. Alle drie de delen zijn doorspekt met quotes van hoogleraren en prominenten uit de bouw-, installatie- en vastgoedsector. Ten slotte nog een toelichting op de titel: Yab Yum symboliseert de bagage uit het verleden die de sector met zich meedraagt, terwijl Dim Sum verwijst naar het oprukkende Oosten. De boodschap van het boek is duidelijk: bereid je goed voor op de toekomst, en doe je voordeel met de kennis en inzichten in het boek.

Auteur: Marjet Rutten Uitvoering: hard cover Omvang: 231 bladzijden

ISBN: 978-90-815838-1-7 Uitgeverij: Constructief

Het netwerk

In het artikel ‘het netwerk’ besteedt de redactie aandacht aan een aantal ondernemersorganisaties in de regio. Aan de hand van drie vragen, beantwoord door de voorzitters van de organisaties, wordt een beknopt overzicht per organisaties gegeven. Voor de eerste editie van dit artikel koos de redactie voor drie bekende organisaties in de regio; Businessclub de Gelderse Kring, Ondernemerskring Midden-Gelderland en MKB Valleiregio

Bent u lid van een regionale ondernemersorganisatie of businessclub en ziet u uw organisatie ook graag eens terug in dit artikel? Suggesties en tips kunt u mailen naar eelco@vanmunstermedia.nl.

De Vragen

Voor wie is de organisatie bedoeld; aan wat voor eisen moeten de leden voldoen?

Wat is het doel van uw organisatie?

Wat voor activiteiten worden er geboden?

Feitjes

Hoe lang bestaat de organisatie?

Hoeveel leden telt de organisatie?

Is er een vaste locatie voor

bijeenkomsten etc?

Hoeveel bijeenkomsten worden er

jaarlijks georganiseerd?

Businessclub

de Gelderse Kring

- Grote en kleine bedrijven in en rondom Ede met inschrijving kamer van Koophandel

- Business to Business door leden onderling, ervaring uitwisselen, kennis opdoen via sprekers e.d.

- Bijeenkomsten met spreker, sportieve bijeenkomst, wijn-Event plus een Businessdag waarin meestal een bedrijfsbezoek en/of stedentrip

- 15 jaar

- 138 leden

- Nee, meestal in Ede, maar ook Barneveld

- 7 Bijeenkomsten en Events plus een Businessdag.

Ondernemerskring

Midden-Gelderland

- Voor ondernemers gevestigd in de regio Renkum / Overbetuwe of werkzaam in deze regio, met uitzondering van detailhandel, tenzij deze gevestigd is op een bedrijventerrein

- Binnen de gemeente Renkum en Overbetuwe de belangen te bevorderen van industrie, nijverheid en dienstverlenende bedrijven

- Business avonden, bedrijfsbezoeken,

bedrijfspresentaties, thema avonden, ontbijt-/lunchsessies, activiteitendagen, nauwe contacten met andere businessclubs in de regio, bestuurlijk overleg met de gemeente

- In mei 1977 opgericht als Industriekring Schaapsdrift Renkum-Heteren, naamswijziging in Ondernemerskring Midden-Gelderland in november 2008

- Ongeveer 80

- Afwisselend bij leden met een horeca bestemming

- Ongeveer 13 bijeenkomsten

MKB-Valleiregio

- Alle ondernemers in de valleiregio zijn welkom om lid te worden van onze vereniging.

- Netwerken staat centraal bij MKB Valleiregio. In de informele sfeer tijdens de bijeenkomsten voelt elke ondernemer zich thuis

- MKB Valleiregio is een bruisend netwerk. Elke maand ontmoeten meer dan 120 ondernemers elkaar tijdens afwisselende, laagdrempelige activiteiten. Van inhoudelijke lezingen door bijvoorbeeld Marketinggoeroe Karen Romme tot skiën in Bottrop. MKB Valleiregio verrast haar leden elke maand met een leerzame, sportieve of creatieve bijeenkomst.

- Opgericht op 10-12-2002, dus ruim 8 jaar.

- 120

- Nee, iedere maand een ander locatie in de regio

- 11, de laatste donderdag van de maand

Sietze Ketelaar

Dissel Development

Markten veranderen, bedrijven veranderen, functies veranderen en mensen veranderen. Natuurlijk kun je zelf in je eigen bedrijf aan de slag met opleiden en heb je veel kennis van zaken. Maar bereik je zo de broodnodige veranderingen?

Een goede opleidingsprofessional zoekt samen met het bedrijf naar de juiste route om medewerkers te trainen, op te leiden en te coachen, zodat ze geschikt zijn voor de veranderingen. Daarbij is de eigen kennis van het bedrijf uitermate belangrijk. Het blijkt dat als je geen opleidingsprofessional van binnen of buiten het bedrijf inzet, het rendement van de training of opleiding minder is. Maatwerk in opleiding bestaat uit een goed samenspel tussen bedrijf en opleider. Dissel Development gebruikt daarvoor eigentijdse middelen als RDA om het effect van de opleiding te meten en te begeleiden. Bijna zes van de tien medewerkers denken dat de functie-eisen voor hun huidige baan nu al aan het veranderen zijn, en iets minder dan de helft is bang dat de huidige capaciteiten over vijf jaar niet meer voldoende zullen zijn. En dat in een veranderende markt. Begin daarom om samen met een opleider goed na te denken hoe je je medewerkers begeleidt zodat ze effectiever en productiever zullen zijn.

Dissel Development

Noorderkroon 85 • 3902 VC Veenendaal

www.dissel-development.nl

info@dissel-development.nl

Tel: 0318 624031

Jørgen Snoijink

Business Builders; verkoopadvies,

-training en –coaching

Als een opleiding is gericht op zeer bedrijfsspecifieke vaardigheden (bijvoorbeeld machine bediening of hanteren van bijzondere procedures) moet de keuze vallen op zelf doen. Is de opleidingsvraag echter gericht op het doorbreken van (vastgeroeste) culturen of het introduceren van innovaties, dan zal een externe opleider beter passen.

Een voorbeeld hiervan is het trainen van het verkoopteam wanneer omzetstijging en rendementsverbetering de uitdagingen zijn. Echter, mijn filosofie is dat niet alleen verkooptrainingen de oplossing zijn, maar dat een goede verkooporganisatie vooral wordt gerealiseerd door een optimaal verkoopproces, de juiste verkoopstrategie, uitstekende verkoopmethodieken en verkoopvaardigheden. Kortom het trainen van uw verkopers is een onderdeel van een veel groter geheel:

• Winstmaximalisatie door meer marge te halen op uw verkoop

• Omzetgroei in nieuwe of bestaande markten voor uw producten en diensten

• Verbetering efficiency door professionalisering van uw verkoopafdeling

• Verhoging van individuele vaardigheden van (uw) managers en medewerkers

Business Builders,

Wildzoom 36, 6718 TN Ede

T   +31 318 624102                                              

M  +31 6 30064398                                                     

info@business-builders.nl                                       

I   www.business-builders.nl     

De Stelling

Bedrijven kunnen beter hun eigen personeel opleiden dan het uitbesteden aan professionele opleidingsinstituten

Sienke de Man

Magnolia Opleidingen

In ieder bedrijf is vakmanschap een belangrijk onderdeel van het werkkapitaal. De specifieke vakkennis die binnen een firma is opgebouwd, kan misschien wel het beste door de eigen mensen worden overgedragen.

Maar kennisoverdracht is ook een vak. Iemand die veel van een onderwerp af weet, hoeft dat nog niet goed over te kunnen brengen. Mensen met veel ervaring hebben er vaak geen idee van wat een leerling allemaal nog niet weet. De stappen van uitleg zijn vaak te groot, of er worden onderdelen overgeslagen, die bekend verondersteld worden.

Zeker bij uitleg over het werken met de computer, kan een ervaringsdeskundige zich vaak niet indenken welke elementaire kennis bij de leerling ontbreekt. En wanneer men instructie van een collega krijgt, kan er ook een autoriteitsprobleem ontstaan. Niet iedereen accepteert de uitleg van een lagere in rang, zelfs als deze op een specifiek gebied meer kennis heeft.

Een goed opgebouwde instructie staat of valt met het snel inschatten van het startniveau en een goede didactiek. Een cursus samenstellen, die zowel qua inhoud, tempo en niveau is afgestemd op de doelgroep is geen amateurwerk, maar meesterschap.

Besteed dus uw opleidingen uit aan een professioneel opleidingsinstituut. Zo wordt uw kostbare opleidingstijd optimaal benut en voorkomt u conflicten en frustraties bij uw werknemers.

Magnolia Opleidingen,

Arnhemseweg 11

6711 HA EDE, 0318-612788

www.magnolia-opleidingen.nl

info@magnolia-opleidingen.nl

Heleen van Elburg

De Klomp Bedrijfsadviezen

Het antwoord is afhankelijk van wat er opgeleid moet worden. Gaat het om aanvullende kennis, dan kan de eigen organisatie dit prima doen. Betreft nieuwe kennis of een veranderende denkwijze, dan is het beter om dit uit te besteden. Een opleiding of een training geven is een specialisme en is niet altijd aanwezig in een organisatie. Een professionele opleider weet theorie en praktijk te combineren in een training of opleiding en is daarin ook getraind. Het lijkt vaak makkelijk om de eigen medewerkers kennis over te dragen en dan te verwachten dat dit dan automatisch wordt opgevolgd. Afhankelijk van de vaardigheid die geleerd wordt, blijkt in de praktijk dat dit niet altijd zo eenvoudig is. De expertise van de professionele opleider geeft net dat zetje in de rug om de medewerkers om dit wel te kunnen borgen. Tijdens mijn telefoontrainingen en coaching merk ik dat medewerkers juist graag gebruik maken van mijn kennis en vaardigheid door mijn specialisme als externe partij. Het is bekend dat vreemde ogen ‘beter’ dwingen. Daarnaast kan ik als trainer een bredere en objectievere terugkoppeling geven aan de organisatie hoe medewerkers zich in de training hebben ontwikkeld en welke onderwerpen/vaardigheden nog extra aandacht nodig hebben.

De Klomp Bedrijfsadviezen

Klompersteeg 9 • 6745 WD DE KLOMP

Tel: 06 389 00 862

info@deklompbedrijfsadviezen.nl

www.deklompbedrijfsadviezen.nl

Annemarie Couwenberg

Quiris Adviesgroep bv

De stelling vraagt om nuance! Een effectieve training heb je niet zomaar! Wat in de ene organisatie prima werkt is in de andere organisatie geen optie. Quiris gelooft vooral in maatwerktraining of opleiding. Dan ontstaat er een training of opleiding waarbij de wensen van de opdrachtgever (wat wil die met de training bereiken, wat moet er na de training in de organisatie beter gaan, hoe is de startsituatie van de individuele deelnemers) moeten worden vertaald in een programma en aanpak dat daarbij past. En in dat programma moet ruim aandacht zijn voor gedrag en doen. Dus actief oefenen! Pas dan is de transfer van de training (overdracht van wat in de training gebeurd naar de praktijk) effectief en kun je door trainen je medewerkers, team, middenkader of organisatie een stap vooruit laten zetten. En... trainen is ook herhalen en inslijpen. Net als dat het trainen van medewerkers ook iets vraagt van hun leidinggevende. De leidinggevende moet medewerkers namelijk wel consequent feedback geven over hun gedrag. Daardoor ontstaat noodzaak voor ontwikkeling, een voedingsbodem voor leren en trainen en een terugkoppeling over het geleerde in de praktijk. Quiris traint met ervaren trainers, en minstens zo belangrijk, met de inzet van ervaren acteurs. De kennis en kunde gecombineerd met de frisse blik en bovengenoemd maatwerk legt de basis voor echte verandering.

Quiris Adviesgroep bv

Vendelier 71 • 3905 PD Veenendaal

Tel. 0318-551418 • info@quiris.nl

www.quiris.nl

Meepraten over deze stelling? Kijk op de Vallei Business LinkedIn groep.

Beweging voor iedereen

Iedereen heeft voor 2011 goede voornemens gemaakt. Eén van de meest voorkomende voornemens is toch wel meer sporten en gezonder eten. En dat kan niet alleen voor de werknemer, maar ook voor de werkgever gunstig uitpakken. Maar hoe combineer je beweging met de verplichtingen van het werkende leven? Bedrijfssport zou daar een mooie oplossing voor kunnen zijn.

Volgens Jeannine Peek, algemeen directeur van Unique (specialist in bemiddeling van officemedewerkers) wordt de lijn tussen werk en privé steeds dunner. “Door het nieuwe werken is thuiswerken steeds gangbaarder, maar je ziet ook steeds vaker dat er sport-, ontspannings- en andere faciliteiten worden aangeboden op de werkvloer. Werk wordt mee naar huis genomen en aan de andere kant worden privé-zaken ook op het werk afgehandeld.”

Er zijn diverse manieren mogelijk om bedrijfssport te introduceren. Dit kan al op individueel niveau. Wanneer je bijvoorbeeld als werkgever deelneemt aan het Nationaal Fietsplan, kan dit belastingvoordeel oplopen tot 52%. De werknemer kan dan met de fiets naar het werk en werkt zo al in diens eigen tijd aan de conditie.

Wanneer sport een meer integraal onderdeel van de bedrijfsvoering moet worden, is een gedegen aanpak belangrijk. Als eerste moet worden geïnventariseerd hoeveel werknemers geïnteresseerd zijn om mee te doen. Ook is het verstandig om een lijst te maken van sporten die de voorkeur genieten. Wanneer er bijvoorbeeld al een club hardlopers onder je personeelsleden aanwezig is, kan het interessant zijn om een professionele hardloopclub te vragen naar de mogelijkheden om je personeelsleden te begeleiden. Wanneer je zelf geen tijd hebt om je bezig te houden met de inventarisatie, kunnen diverse instanties zoals TNO en stichting Sport en Zaken dit van je overnemen. TNO biedt advies, workshops en internetapplicaties. Stichting Sport en Zaken is aangesloten bij NOC*NSF en biedt tegen kostprijs een zeer breed scala aan sporten aan die, afhankelijk van de benodigde faciliteiten, zowel in of rondom het bedrijf als bij een locale sportzaal kunnen worden uitgeoefend. De mogelijkheden variëren van hardlopen tot golf en kruisboogschieten.

Juiste locatie

Uit een onderzoek van Unique onder 1.200 respondenten bleek dat bijna een kwart (24 procent) het liefst een fitnessruimte in het pand zou willen hebben. Een eigen fitnessfaciliteit inrichten en onderhouden is echter niet voor elk bedrijf weggelegd. Voor sporten waarvoor specifiek en kostbaar materiaal nodig is, is het dus verstandiger om het personeel bij het fitnesscentrum te laten sporten. Om die reden bieden diverse fitnesscentra speciale programma’s voor bedrijven aan die het mogelijk maken om werknemers tegen aantrekkelijke kortingen te laten bewegen. Hiervoor kunnen met het desbetreffende sportcentrum afspraken worden gemaakt wat betreft de tijden, frequentie en begeleiding. Wel is het belangrijk om een fitnesscentrum uit te kiezen dat vlakbij het bedrijf is gelegen, zodat werknemers niet teveel tijd kwijt zijn met reizen. Bovendien verhoogt dit ook de drempel voor beginnende sporters die een extra zetje in de rug nodig hebben. Vergeet bovendien niet na een paar maanden te evalueren hoe het aanbod van bedrijfssport is ontvangen en bevallen. Misschien zijn er met kleine aanpassingen grote ongemakken weg te nemen, of trek je dan net nog die vijf twijfelaars over de streep.

Wanneer er afspraken met instanties worden gemaakt, is het belangrijk om te controleren of deze aan een aantal eisen van de belastingdienst voldoen. De verstrekking van bedrijfssport wordt dan namelijk fiscaal niet belast.

Legio voordelen

Maar naast fiscale voordelen biedt bedrijfssport natuurlijk ook legio andere voordelen. Uit onderzoek van TNO en NOC*NSF is gebleken dat, dankzij bedrijfsfitness, uitval gemiddeld van 9% teruggebracht wordt tot 2%. Wanneer je in acht neemt dat volgens de ziektewet een werkgever een zieke werknemer twee jaar lang moet doorbetalen, bedraagt het een interessante investering. De algemene gezondheid van je werknemers wordt verbeterd met als gevolg dat het ziekteverzuim wordt teruggedrongen en de arbeidsproductiviteit met gemiddeld 12,5% toeneemt. Diabetes, hart- en vaatziekten, een te hoge bloeddruk en RSI zijn maar een aantal voorbeelden van ziektes en lichamelijke klachten die zo (preventief) kunnen worden aangepakt. Met name bedrijven met oudere werknemers profiteren hiervan. Vitale ouderen blijven immers langer actief, en van sporten zoals Tai Chi is bekend dat zij naast de conditie ook het reactievermogen verbeteren. Daarnaast zal een werkgever die bedrijfsport mogelijk maakt en ondersteunt waar mogelijk, ook op meer loyaliteit van de werknemer kunnen regelen. Voor de profilering van je bedrijf kan het ook gunstig uitpakken.

Wat betreft de werknemers kan bedrijfssport als een mooie secundaire arbeidsvoorwaarde worden beschouwd. Bovendien geeft de werkgever ook op die manier aan dat men begaan is met het welzijn van de werknemers. Door middel van een gezamenlijke regeling kan er in sommige gevallen zelfs een collectief voordeel worden behaald op de doorgaans prijzige tarieven die sportscholen hanteren. Verder hoef je als werknemer zelf niet uit te zoeken waar je kan gaan sporten en wat het handigst gelegen is, aangezien dit in de inventarisatie wordt meegenomen. Daarbij komt ook nog dat je na je werk in een keer door kan naar de sportschool. Ten slotte kan het ook schelen wat betreft de ziektekostenverzekering. Sommige verzekeraars geven korting wanneer de verzekerde bij een bepaalde sportschool sport. Uiteindelijk geldt voor zowel werkgever als werknemer dat bedrijfssport de collegialiteit, gezelligheid, gezondheid en productiviteit ten goede komt.

Bronnen: www.unique.nl, www.nocnsf.nl

www.sportenzaken.nl

Tips voor het voeren van

bedrijfssport:

• Investeer tijd in het inwinnen van voldoende informatie;

• Inventariseer de wensen en de behoeften van het personeel;

• Licht het personeel goed in over de mogelijkheden;

• Houd rekening met het aanbod op verschillende niveaus, van beginnende sporters tot semi-professioneel;

• Besteed in het begin extra aandacht aan beginnende sporters. Zij moeten over een drempel. Gevorderde sporters hebben minder motivatie nodig;

• Zorg dat de werknemers in de buurt kunnen sporten en er niet teveel voor om hoeven te reizen;

• Zet de regeling samen met je belastingadviseur op en voer deze ook samen in. Leg desnoods de regeling voor akkoord voor aan de belastingdienst;

• Goed voorbeeld doet volgen. Zorg dat het management een actieve rol gaat spelen. Een arbeidscultuur gericht op sport is zowel voor de werknemers, de werkgevers als het bedrijfsimago een pre;

• Zorg dat één persoon binnen het

bedrijf zich met het organiseren, pro- moten en communiceren van de acti- viteiten met betrekking tot bedrijfs sport bezighoudt.

Volgens Jeannine Peek, algemeen directeur van Unique (specialist in bemiddeling van officemedewerkers) wordt de lijn tussen werk en privé steeds dunner. “Door het nieuwe werken is thuiswerken steeds gangbaarder, maar je ziet ook steeds vaker dat er sport-, ontspannings- en andere faciliteiten worden aangeboden op de werkvloer. Werk wordt mee naar huis genomen en aan de andere kant worden privé-zaken ook op het werk afgehandeld.”

Er zijn diverse manieren mogelijk om bedrijfssport te introduceren. Dit kan al op individueel niveau. Wanneer je bijvoorbeeld als werkgever deelneemt aan het Nationaal Fietsplan, kan dit belastingvoordeel oplopen tot 52%. De werknemer kan dan met de fiets naar het werk en werkt zo al in diens eigen tijd aan de conditie.

Wanneer sport een meer integraal onderdeel van de bedrijfsvoering moet worden, is een gedegen aanpak belangrijk. Als eerste moet worden geïnventariseerd hoeveel werknemers geïnteresseerd zijn om mee te doen. Ook is het verstandig om een lijst te maken van sporten die de voorkeur genieten. Wanneer er bijvoorbeeld al een club hardlopers onder je personeelsleden aanwezig is, kan het interessant zijn om een professionele hardloopclub te vragen naar de mogelijkheden om je personeelsleden te begeleiden. Wanneer je zelf geen tijd hebt om je bezig te houden met de inventarisatie, kunnen diverse instanties zoals TNO en stichting Sport en Zaken dit van je overnemen. TNO biedt advies, workshops en internetapplicaties. Stichting Sport en Zaken is aangesloten bij NOC*NSF en biedt tegen kostprijs een zeer breed scala aan sporten aan die, afhankelijk van de benodigde faciliteiten, zowel in of rondom het bedrijf als bij een locale sportzaal kunnen worden uitgeoefend. De mogelijkheden variëren van hardlopen tot golf en kruisboogschieten.

Juiste locatie

Uit een onderzoek van Unique onder 1.200 respondenten bleek dat bijna een kwart (24 procent) het liefst een fitnessruimte in het pand zou willen hebben. Een eigen fitnessfaciliteit inrichten en onderhouden is echter niet voor elk bedrijf weggelegd. Voor sporten waarvoor specifiek en kostbaar materiaal nodig is, is het dus verstandiger om het personeel bij het fitnesscentrum te laten sporten. Om die reden bieden diverse fitnesscentra speciale programma’s voor bedrijven aan die het mogelijk maken om werknemers tegen aantrekkelijke kortingen te laten bewegen. Hiervoor kunnen met het desbetreffende sportcentrum afspraken worden gemaakt wat betreft de tijden, frequentie en begeleiding. Wel is het belangrijk om een fitnesscentrum uit te kiezen dat vlakbij het bedrijf is gelegen, zodat werknemers niet teveel tijd kwijt zijn met reizen. Bovendien verhoogt dit ook de drempel voor beginnende sporters die een extra zetje in de rug nodig hebben. Vergeet bovendien niet na een paar maanden te evalueren hoe het aanbod van bedrijfssport is ontvangen en bevallen. Misschien zijn er met kleine aanpassingen grote ongemakken weg te nemen, of trek je dan net nog die vijf twijfelaars over de streep.

Wanneer er afspraken met instanties worden gemaakt, is het belangrijk om te controleren of deze aan een aantal eisen van de belastingdienst voldoen. De verstrekking van bedrijfssport wordt dan namelijk fiscaal niet belast.

Legio voordelen

Maar naast fiscale voordelen biedt bedrijfssport natuurlijk ook legio andere voordelen. Uit onderzoek van TNO en NOC*NSF is gebleken dat, dankzij bedrijfsfitness, uitval gemiddeld van 9% teruggebracht wordt tot 2%. Wanneer je in acht neemt dat volgens de ziektewet een werkgever een zieke werknemer twee jaar lang moet doorbetalen, bedraagt het een interessante investering. De algemene gezondheid van je werknemers wordt verbeterd met als gevolg dat het ziekteverzuim wordt teruggedrongen en de arbeidsproductiviteit met gemiddeld 12,5% toeneemt. Diabetes, hart- en vaatziekten, een te hoge bloeddruk en RSI zijn maar een aantal voorbeelden van ziektes en lichamelijke klachten die zo (preventief) kunnen worden aangepakt. Met name bedrijven met oudere werknemers profiteren hiervan. Vitale ouderen blijven immers langer actief, en van sporten zoals Tai Chi is bekend dat zij naast de conditie ook het reactievermogen verbeteren. Daarnaast zal een werkgever die bedrijfsport mogelijk maakt en ondersteunt waar mogelijk, ook op meer loyaliteit van de werknemer kunnen regelen. Voor de profilering van je bedrijf kan het ook gunstig uitpakken.

Wat betreft de werknemers kan bedrijfssport als een mooie secundaire arbeidsvoorwaarde worden beschouwd. Bovendien geeft de werkgever ook op die manier aan dat men begaan is met het welzijn van de werknemers. Door middel van een gezamenlijke regeling kan er in sommige gevallen zelfs een collectief voordeel worden behaald op de doorgaans prijzige tarieven die sportscholen hanteren. Verder hoef je als werknemer zelf niet uit te zoeken waar je kan gaan sporten en wat het handigst gelegen is, aangezien dit in de inventarisatie wordt meegenomen. Daarbij komt ook nog dat je na je werk in een keer door kan naar de sportschool. Ten slotte kan het ook schelen wat betreft de ziektekostenverzekering. Sommige verzekeraars geven korting wanneer de verzekerde bij een bepaalde sportschool sport. Uiteindelijk geldt voor zowel werkgever als werknemer dat bedrijfssport de collegialiteit, gezelligheid, gezondheid en productiviteit ten goede komt.

Bronnen: www.unique.nl, www.nocnsf.nl

www.sportenzaken.nl

Fiscale voordelen

Sinds 1 januari 2007 geldt er een fiscale regeling met betrekking tot bedrijfsfitness. Mits deze aan de eisen voldoet, is een vergoeding of verstrekking van bedrijfsfitness door de werkgever onbelast. Deze vergoeding heeft dus geen gevolgen voor de loonheffingen (loonbelasting en sociale werknemersverzekeringen). Eén van de voorwaarden bedraagt dat deelname aan de bedrijfsfitness open staat voor 90% of meer van alle werknemers of alle werknemers van een bepaalde vestiging. Ook worden er voorwaarden gesteld aan de locatie of ruimte waar de fitness plaatsvindt. Dit mag in een vestiging van de werkgever, in een door de werkgever voor al zijn werknemers aangewezen fitnesscentrum of in elke vestiging van één fitnessbedrijf waarmee de werkgever een overeenkomst heeft gesloten. Bovendien moet bedrijfssport worden aangeboden bij één sportschool, keten of organisatie. Verder is de voorwaarde dat de fitness geheel of nagenoeg geheel binnen werktijd moet plaatsvinden komen te vervallen. Als de fitness niet aan de voorwaarden voldoet, dan moet een vergoeding of verstrekking daarvan volgens de algemene regels voor loon in natura worden behandeld. Meer informatie is te vinden op www.belastingdienst.nl.

Tekst Diederik Gallas,

directeur van Gezond in Bedrijf

Wat kunnen we verwachten dit jaar wat betreft gezondheidsmanagement? Wat zijn de belangrijkste thema’s voor 2011? Ik zet er vijf voor u op een rijtje.

1. Duurzame inzetbaarheid

Het is een bijzondere tijd. De beroepsbevolking krimpt, we worden ouder en moeten langer werken. Hierdoor krijgen we een gigantisch arbeidsmarkt probleem. Mensen waren belangrijk, maar worden steeds belangrijker. HR, Arbo en gezondheidsmanagement hebben de opdracht deze factor optimaal te laten renderen. We moeten manieren vinden om medewerkers productief te houden. Dat vereist voor iedere organisatie maatwerk en creativiteit. Voor de ene organisatie zal het antwoord zitten in talentmanagement en ontwikkeling, voor de andere organisatie zit het vooral in het identificeren van risicogroepen of het bevorderen van de mentale en lichamelijke gezondheid. Ook zullen we het

taboe van demotie [teruggaan uit een hogere functie naar een lagere; red] moeten doorbreken. En krijgen we een nieuwe functie: de ‘nestor’. Anders denken, anders doen. En zo op een nieuwe manier waarde creëren.

2. Het nieuwe gezonde werken

Een hype geboren uit een drang om efficiënter te werken en in tijden van crisis geld te besparen. Het Nieuwe Werken (HNW) ontwikkelt zich tot een revolutionaire organisatievorm die mensen in balans met hun omgeving hun werk laat doen. Bovendien geeft het de medewerker verantwoordelijkheid en zelfstandigheid, zaken die nodig zijn om zich te ontplooien.

Belangrijk is om excessen te voorkomen, medewerkers te beschermen tegen een te grote dadendrang, burn-out en informatie over obesitas te geven. En tegelijkertijd de sociale cohesie te bewaken en te ondersteunen.

3. Employer branding

Een vreemde eend, zult u zeggen. Maar de arbeidsmarkt verkrapt snel in 2011. Er is meer uitstroom dan instroom. U zult uw communicatie naar buiten op orde moeten hebben en een aantrekkelijke werkgever moeten zijn.

Bescherming tegen

informatie-obesitas

Aandacht is nodig voor de organisatie van werk en de (duurzame) inzetbaarheid van personeel. Vitaliteitsmanagement en employability worden hiermee belangrijk, net als overigens zelfroosteren, functiedifferentiatie en het optimaliseren van arbeidsomstandigheden. Niet alleen goed, maar juist ook aantrekkelijk werkgeverschap zal medewerkers moeten verleiden.

4. Bevlogenheid

Het is makkelijker om goede mensen te behouden dan nieuwe te vinden. Betrokken medewerkers zijn bevlogen medewerkers. Bevlogen medewerkers hebben plezier in hun werk, kunnen hoge druk aan en leveren kwaliteit. Hoe lang houden ze dat vol? Kan dat? Jawel, zolang ze maar voldoende ondersteuning krijgen. Goed leiderschap en prettige collega’s spelen een rol, maar ook blijven leren en ruimte krijgen om het werk zelf in te delen.

5. De health manager

Dit wordt de regisseur die duurzame inzetbaarheid, vitaliteitsmanagement, de gezonde organisatie gaat vormgeven. Sommige bedrijven hebben al een formele Health Manager, maar in veel bedrijven is het een HR- of Arbo-functionaris. Niks mis mee. Maar hij/zij verdient de titel Health Manager of Strategisch Health Manager. Want gezondheid wordt het strategisch thema van de komende jaren, zo niet decennia!

Veel uitdagingen komend jaar. Welke gaat de belangrijkste worden? Eén ding is wel duidelijk, het werk op het vlak van gezondheids-management zal bepaald niet afnemen.

Ik nodig iedereen van harte uit mee te discussiëren. En dat kan op ons LinkedIn platform ‘gezond in bedrijf’. Want ik ben benieuwd wat jij als trend ziet en waar jij je op gaat

focussen het komende jaar.

Gezondheidsmanagement

Trends in 2011

BUSINESS SPECIAL

Verhuizing Rabobank Veenendaal-centrum

De gemeente Veenendaal en Rabobank Vallei en Rijn bereikten op 10 januari 2011 overeenstemming over de verkoop van de huidige Rabo-vestiging aan de Brouwersgracht en de verhuizing naar de commerciële ruimte in de uitbreiding van het gemeentehuis. De bank huurt daar 500 m² kantoorruimte. De opening van het nieuwe kantoor staat gepland voor 1 juli 2011.

De ontwikkeling van Brouwerspoort is één van de redenen voor deze verhuizing. De gemeente Veenendaal heeft de intentie om het oude Rabobank-kantoor aan de Brouwersgracht, inclusief het naastgelegen parkeerterrein te kopen, zodat op deze locatie een Brouwerspoort-project ontwikkeld kan worden. Makelaar Kees van Essen adviseerde Rabobank Vallei en Rijn bij deze transacties.

Hans de Leeuw, directievoorzitter van Rabobank Vallei en Rijn, en wethouders Arianne Hollander en Marco Verloop ondertekenden op maandag 10 januari in het Veenendaalse gemeentehuis beide overeenkomsten. Hiermee bezegelden zij de afspraken.

Modern eigentijds

pand op A-locatie

Rabobank Vallei en Rijn kijkt ernaar uit om de nieuwe locatie in de zomer te betrekken. Directievoorzitter Hans de Leeuw: “Door de herinrichting van het centrum waren we al een aantal jaar op zoek naar een nieuwe locatie. Gelukkig is onze zoektocht nu ten einde en kunnen we ook in de toekomst dicht bij onze klanten blijven. We zijn blij dat we straks in een prachtig modern eigentijds pand komen. De nieuwe vestiging bij het gemeentehuis is een A-locatie, midden in het kloppend hart van Veenendaal op een prima bereikbare plaats. De dienstverlening die we nu aanbieden aan de Brouwersgracht zal ook in het nieuwe pand aanwezig zijn. Hoewel steeds meer klanten hun bankzaken nu ook telefonisch en online doen, is het nog altijd mogelijk om met een adviseur de bankzaken door te nemen. Ook voor een hypotheekgesprek kunt u langs onze nieuwe vestiging. Zo blijven we dichtbij. Ook in Veenendaal.”

Wethouder Economie Marco Verloop is verheugd dat Rabobank Vallei en Rijn heeft gekozen voor het gemeentehuis als nieuwe kantoorlocatie. “De Rabobank is een solide partij die lokaal georiënteerd is. De bank maakt deze keuze voor de lange termijn. Dit betekent voor ons continuïteit. Samen gaan we voor duurzaamheid en dat maakt ons

prima buren.”

Belangrijke zet voor

Brouwerspoort

De verhuizing is een belangrijke zet voor Brouwerspoort. Projectwethouder Arianne Hollander: “Het huidige Rabobank-kantoor ligt in het hart van Brouwerspoort, tegenover het Kees Stipplein en aan de toekomstige Bernhard van Kreelpoort. Deze is essentieel voor het totale plan en voor de doorloop vanuit de Hoofdstraat naar Brouwerspoort: naar het Kees Stipplein, naar de parkeergarages en vice versa”, aldus de projectwethouder. “De timing is perfect. Vorige maand zijn we gestart met Tricotage, een project met een doorlooptijd van tweeënhalf jaar. Tricotage zal medio 2013 nagenoeg gelijk met de herontwikkelde Rabobank-locatie worden opgeleverd. De Bernhard van Kreelpoort is dan ook opgeleverd en daarmee is het nieuwe winkelcircuit af.”

Planning

De nieuwbouw van het gemeentehuis bevindt zich in een afrondende fase. De opening van het nieuwe gemeentehuis staat gepland voor voorjaar 2011 en op 1 juli opent het nieuwe Rabobank-kantoor voor het eerst haar deuren.

Strategie is leading

Elk bedrijf wil zichtbaar zijn en zichtbaar blijven. De afgelopen jaren namen de technische mogelijkheden en de platforms om je boodschap te communiceren een vlucht. Nieuwe tijden vragen om nieuwe technieken en invalshoeken. Zes specialisten gaven in Amrâth Hotel Maarsbergen hun visie en mening over de actuele ontwikkelingen.

Stelling 1: PR wordt de nieuwe vorm van reclame.

Henri Mulder: “De disciplines zijn niet afzonderlijk van elkaar te zien, maar het zijn wel degelijk twee verschillende vakken. Ik vind dat ze in elkaar moeten grijpen, maar ze houden ieder hun eigen betekenis.”

“Ik denk niet dat het alleen maar PR of reclame gaat worden”, zegt Korstiaan van Vliet. “Beter is het vanuit je doelgroep te bekijken, die groep wordt steeds lastiger te grijpen, omdat mensen individualistisch worden en niet bij één groep willen horen. De diversiteit aan communicatiemiddelen die je inzet richting je doelgroep wordt veel belangrijker. Realiseer je daarbij goed dat je met PR makkelijker de publieke opinie kunt sturen, dat is met marketing veel lastiger. Reclame zorgt voor bekendheid, PR voegt daar geloofwaardigheid aan toe.”

Volgens Dennis Supèr is reclame meer een hulpmiddel van de PR: “Meestal wordt er een plan gemaakt door een marketingteam, daarna gaat de afdeling PR zich ermee bemoeien en die gaan naar een reclamebureau. PR is een tool en de vraag is wanneer je die tool inzet. Soms heb je geen PR nodig om iets in de markt te zetten, dan is een advertentie en een poster voldoende.”

“Ik denk dat social media de rol van PR voor een deel kan overnemen. Je moet dat dus wel serieus nemen. Interessante vraag daarbij is dan ook hoe je hiermee business kunt genereren of je imago kunt beïnvloeden.”, zegt Louis Diepeveen. “Met social media kun je de publieke opinie wel sturen, maar je moet het ook niet overdrijven.”

Corné Eshuis draait de stelling om en ziet daarbij ook een goede parallel met social media. “PR is de oudste vorm van reclame. We willen graag een boodschap horen van iemand die we vertrouwen, dat is altijd al zo geweest. Het gaat om het stroomlijnen van de nieuwe middelen om onze doelen te bereiken. Social media is niets anders dan praten met de buurman over de schutting, maar dan online.”

“Social media is niets anders dan praten met de buurman over de schutting, maar dan online”

Het gebruiken van verschillende vormen van de media wordt dankzij internet makkelijker. Werner Dankers: “Ze versterken elkaar. Daarbij is video PR is ook een mooi voorbeeld van het samenvoegen van de verschillende vormen van PR. Het is meer dan alleen maar een persberichtje. Op deze manier ga je het beleven.”

De deelnemers willen er niet aan. De stelling is volgens hen te zwart-wit geformuleerd. PR en reclame zijn twee zijden van dezelfde medaille. Ze kunnen elkaar aanvullen en zouden elkaar moeten versterken.

Stelling 2: Dit is dé tijd voor

bedrijven om nieuwe reclame- en communicatiestrategieën te (laten) ontwikkelen.

“Ik zie dat als het economisch slechter gaat sommige bedrijven gelijk gaan snijden in de marketingbudgetten”, zegt Mulder. “Toch denk ik dat je altijd zichtbaar moet blijven. Korten op communicatie is in mijn ogen een slechte beslissing.”

Supèr ziet dat er meer budget vrij komt voor communicatie. “Ik zie dat klanten flink hebben gesneden de afgelopen jaren. Nu komen ze toch weer terug, omdat ze zien dat ze achter zijn gaan lopen. Ik denk dat het nu wel de tijd is om iets te gaan doen, maar dat bedrijven het ook in slechtere tijden bij moeten houden.”

De budgetten voor reclame en communicatie beginnen volgens het panel weer op het oude niveau te komen. Toch zijn er wel grote verschillen met de jaren van voor de crisis. Over het algemeen willen bedrijven zich specifieker gaan richten op doelgroepen. Bedrijven pinnen zich ook niet meer voor een langere periode vast op een strategie zodat ze flexibel kunnen inspelen op actuele ontwikkelingen.

Dankers: “Organisaties zijn voorzichtiger geworden. Ze doen hier eens wat en dan daar weer iets. Het is een andere manier van denken geworden. Campagnes worden meer toegespitst op een periode of doelgroep.”

“Het heeft te maken met merkdifferentiatie”, zegt Diepeveen. “Door je merk veel meer toe te spitsen op een specifiek deel van je doelgroep, kun je gerichter communiceren. Campagnes worden dan wel kleinschaliger, maar beduidend effectiever.”

Eshuis vraagt zich af of het allemaal met de crisis samenhangt. Hij ziet dat de denkwijze veranderd is, maar denkt dat het ook te maken heeft met de manier waarop middelen worden ingezet. “Je komt snel uit op strategie. Er wordt meer nagedacht over het inzetten van middelen en tools. Communicatie wordt in kleine hapjes verdeeld en er wordt niet meer met hagel geschoten.”

“Korten op

communicatie is

in mijn ogen een

slechte beslissing”

De stemming is wisselend bij het panel. “Ik denk dat het altijd de tijd is, want je omgeving verandert toch ook continu?”, stelt Diepeveen. “Ik denk dat de tijd er wel om vraagt”, zegt Mulder. “Als je in crisistijd pas begint met het uitdenken van je strategie, ben je dan eigenlijk niet al te laat?”, vraagt Van Vliet zich af.

Stelling 3; Online Reputatie Management Strategie ontbreekt bij veel Nederlandse organisaties.

Van Vliet: “Een voorbeeld hoe je dit goed doet, is UPC. Zij hebben een Twitterhelpdesk, die eigenlijk altijd beheerd wordt. In veel gevallen heb je binnen tien minuten antwoord als je problemen hebt. Ze zijn stevig bezig een goede online reputatie op te bouwen door continue te monitoren wat over hen gezegd wordt.”

Via Hyves, Facebook en verschillende fora wordt behoorlijk wat over en weer over bedrijven gesproken. Zolang het positief is, is het geen probleem, maar er kan ook negatief getwitterd worden. Van Munster: “Er zijn veel bedrijven die het personeel verbieden om lid te worden van fora of over het bedrijf te schrijven. Is dat een goede oplossing om negatieve publiciteit te voorkomen?”

“Mensen zijn vaak onvoldoende op de hoogte van de impact die het kan hebben”, zegt Mulder. “Ik vind het op zich dan ook wel logisch dat grote bedrijven er controle over willen hebben.”

Van Vliet is het daar ook mee eens: “Het is goed als bedrijven er controle over houden. Je eigen gedrag op internet en dat van de medewerkers is echt iets om in de gaten te houden. Dat is een bewustwordingsproces. Er zijn bedrijven die speciaal reputatiemanagers aannemen om zowel on- als offline de heersende mening te beïnvloeden. Zo’n manager is bijvoorbeeld lid van een online forum, waarbij hij reageert op alles wat over zijn bedrijf gezegd wordt. Maar een gemiddelde MKB’er heeft daar de capaciteit niet voor.”

“De eerste stap is om ervoor te zorgen dat je weet dat er überhaupt over je geschreven wordt”, vindt Eshuis. “Google heeft een gratis service die je makkelijk kunt inzetten. Met Google Alerts krijg je een mailtje als er online iets over je verschijnt.

“Je eigen gedrag op internet en dat van de medewerkers is wel iets om in de gaten te houden”

Zo is het ook voor een MKB’er makkelijk om te zien waar en wanneer je bedrijfsnaam voorbij komt. Ik denk dat je daar moet beginnen.”

De reacties van de deelnemers zijn duidelijk; de stelling klopt. Er zijn wel bedrijven die al goed bezig zijn met online reputatie management, maar het houdt niet over. Een goede of slechte reputatie kan een bedrijf maken of breken.

Stelling 4: Consumenten worden steeds minder grijpbaar, maar behoren tot kleinere groepjes. Het begrip doelgroep is overbodig geworden en individuketing (samentrekking van individu en marketing) is het sleutelwoord voor de toekomst.

Van Vliet, de bedenker van de stelling: “Alles gaat zich steeds meer richten op interesses. Ik denk echt dat communicatie superindividueel wordt en we gaan werken met interesseprofielen in plaats van doelgroepen.”

Mulder vindt dat in sommige gevallen een doelgroep altijd zal blijven. De manier waarop ze benaderd gaan worden is een ander verhaal: “Er blijven specifieke groepen bestaan. Een leeftijdscategorie of bijvoorbeeld geslacht zal altijd behoefte hebben aan een bepaald product, daar veranderd niet zoveel in. Van interesseprofielen maak je feitelijk weer doelgroepen. Oude wijn in nieuwe vaten.”

De nieuwe benadering roept vragen op bij Van Munster. Hoe gaan die interesseprofielen in z’n werk en komt er geen overkill aan informatie waar het individu niet op zit te wachten? “Neem iemand die gek is van Porsche en hij twittert erover, dan krijgt hij zomaar pop-ups van golfbanen op zijn scherm. De gedachte erachter snap ik wel; iemand met een Porsche kan zomaar geïnteresseerd zijn in golf. Toch is het niet waar ik om gevraagd heb.”

“Het gaat inderdaad op de manier waarop je wordt benaderd. Die ‘in your face’ benadering, werkt niet en is ook wel passé. Maar je moet je doelgroep wel blijven prikkelen om met dingen in contact te komen waar ze niet primair naar op zoek waren”, stelt Diepeveen.

Volgens Eshuis hangt de vorm van communicatie af van het medium waar het in geplaatst wordt: “Van een tijdschrift kan ik me voorstellen dat je als merk in een bepaalde lifestyle wil passen; je rijdt Porsche, dus wil je misschien ook wel golfen. Bij de nieuwe media is dat anders, je wil je laten zien aan mensen die geïnteresseerd zijn in golf. Het is een andere manier van denken.”

Dankers ziet de bekende en traditionele doelgroepen veranderen en er meer bij komen. “Met een bepaald interesseprofiel val je weer in een nieuwe ‘doelgroep’. Het is maar welke naam je eraan geeft. Nieuwe media geven hierbij weer volop mogelijkheden voor de benadering van deze groepen.”

Tot slot voegt Supèr nog aan de discussie toe: “De nieuwe media is nu nog heel nieuw, maar over een paar jaar heel gewoon. Je kiest als consument wat je nodig hebt en daar hoort een bepaalde manier van adverteren bij.”

Iedereen kan zich wel in de stelling vinden, maar er moeten wel wat kanttekeningen bij geplaatst worden. Mulder: “Leeftijd is bijvoorbeeld een goed criterium voor een definieerbare doelgroep.”

Deelnemers:

• Werner Dankers Qompassie creatieve communicatie

• Korstiaan van Vliet Pors|de Ridder

• Louis Diepeveen PXL Communicatie

• Henri Mulder Memorise BV

• Corné Eshuis Markinno Marketing Innovations

• Dennis Supèr Domino Media

Voorzitter: Michael van Munster

Locatie: Amrâth Hotel Maarsbergen

vbnb-v.l.n.r. Werner Dankers, Korstiaan van Vliet, Dennis Supèr, Henri Mulder, Louis Diepeveen, Corné Eshuis

Stelling 1: PR wordt de nieuwe vorm van reclame.

Henri Mulder: “De disciplines zijn niet afzonderlijk van elkaar te zien, maar het zijn wel degelijk twee verschillende vakken. Ik vind dat ze in elkaar moeten grijpen, maar ze houden ieder hun eigen betekenis.”

“Ik denk niet dat het alleen maar PR of reclame gaat worden”, zegt Korstiaan van Vliet. “Beter is het vanuit je doelgroep te bekijken, die groep wordt steeds lastiger te grijpen, omdat mensen individualistisch worden en niet bij één groep willen horen. De diversiteit aan communicatiemiddelen die je inzet richting je doelgroep wordt veel belangrijker. Realiseer je daarbij goed dat je met PR makkelijker de publieke opinie kunt sturen, dat is met marketing veel lastiger. Reclame zorgt voor bekendheid, PR voegt daar geloofwaardigheid aan toe.”

Volgens Dennis Supèr is reclame meer een hulpmiddel van de PR: “Meestal wordt er een plan gemaakt door een marketingteam, daarna gaat de afdeling PR zich ermee bemoeien en die gaan naar een reclamebureau. PR is een tool en de vraag is wanneer je die tool inzet. Soms heb je geen PR nodig om iets in de markt te zetten, dan is een advertentie en een poster voldoende.”

“Ik denk dat social media de rol van PR voor een deel kan overnemen. Je moet dat dus wel serieus nemen. Interessante vraag daarbij is dan ook hoe je hiermee business kunt genereren of je imago kunt beïnvloeden.”, zegt Louis Diepeveen. “Met social media kun je de publieke opinie wel sturen, maar je moet het ook niet overdrijven.”

Corné Eshuis draait de stelling om en ziet daarbij ook een goede parallel met social media. “PR is de oudste vorm van reclame. We willen graag een boodschap horen van iemand die we vertrouwen, dat is altijd al zo geweest. Het gaat om het stroomlijnen van de nieuwe middelen om onze doelen te bereiken. Social media is niets anders dan praten met de buurman over de schutting, maar dan online.”

“Social media is niets anders dan praten met de buurman over de schutting, maar dan online”

Het gebruiken van verschillende vormen van de media wordt dankzij internet makkelijker. Werner Dankers: “Ze versterken elkaar. Daarbij is video PR is ook een mooi voorbeeld van het samenvoegen van de verschillende vormen van PR. Het is meer dan alleen maar een persberichtje. Op deze manier ga je het beleven.”

De deelnemers willen er niet aan. De stelling is volgens hen te zwart-wit geformuleerd. PR en reclame zijn twee zijden van dezelfde medaille. Ze kunnen elkaar aanvullen en zouden elkaar moeten versterken.

Stelling 2: Dit is dé tijd voor

bedrijven om nieuwe reclame- en communicatiestrategieën te (laten) ontwikkelen.

“Ik zie dat als het economisch slechter gaat sommige bedrijven gelijk gaan snijden in de marketingbudgetten”, zegt Mulder. “Toch denk ik dat je altijd zichtbaar moet blijven. Korten op communicatie is in mijn ogen een slechte beslissing.”

Supèr ziet dat er meer budget vrij komt voor communicatie. “Ik zie dat klanten flink hebben gesneden de afgelopen jaren. Nu komen ze toch weer terug, omdat ze zien dat ze achter zijn gaan lopen. Ik denk dat het nu wel de tijd is om iets te gaan doen, maar dat bedrijven het ook in slechtere tijden bij moeten houden.”

De budgetten voor reclame en communicatie beginnen volgens het panel weer op het oude niveau te komen. Toch zijn er wel grote verschillen met de jaren van voor de crisis. Over het algemeen willen bedrijven zich specifieker gaan richten op doelgroepen. Bedrijven pinnen zich ook niet meer voor een langere periode vast op een strategie zodat ze flexibel kunnen inspelen op actuele ontwikkelingen.

Dankers: “Organisaties zijn voorzichtiger geworden. Ze doen hier eens wat en dan daar weer iets. Het is een andere manier van denken geworden. Campagnes worden meer toegespitst op een periode of doelgroep.”

“Het heeft te maken met merkdifferentiatie”, zegt Diepeveen. “Door je merk veel meer toe te spitsen op een specifiek deel van je doelgroep, kun je gerichter communiceren. Campagnes worden dan wel kleinschaliger, maar beduidend effectiever.”

Eshuis vraagt zich af of het allemaal met de crisis samenhangt. Hij ziet dat de denkwijze veranderd is, maar denkt dat het ook te maken heeft met de manier waarop middelen worden ingezet. “Je komt snel uit op strategie. Er wordt meer nagedacht over het inzetten van middelen en tools. Communicatie wordt in kleine hapjes verdeeld en er wordt niet meer met hagel geschoten.”

“Korten op

communicatie is

in mijn ogen een

slechte beslissing”

De stemming is wisselend bij het panel. “Ik denk dat het altijd de tijd is, want je omgeving verandert toch ook continu?”, stelt Diepeveen. “Ik denk dat de tijd er wel om vraagt”, zegt Mulder. “Als je in crisistijd pas begint met het uitdenken van je strategie, ben je dan eigenlijk niet al te laat?”, vraagt Van Vliet zich af.

Stelling 3; Online Reputatie Management Strategie ontbreekt bij veel Nederlandse organisaties.

Van Vliet: “Een voorbeeld hoe je dit goed doet, is UPC. Zij hebben een Twitterhelpdesk, die eigenlijk altijd beheerd wordt. In veel gevallen heb je binnen tien minuten antwoord als je problemen hebt. Ze zijn stevig bezig een goede online reputatie op te bouwen door continue te monitoren wat over hen gezegd wordt.”

Via Hyves, Facebook en verschillende fora wordt behoorlijk wat over en weer over bedrijven gesproken. Zolang het positief is, is het geen probleem, maar er kan ook negatief getwitterd worden. Van Munster: “Er zijn veel bedrijven die het personeel verbieden om lid te worden van fora of over het bedrijf te schrijven. Is dat een goede oplossing om negatieve publiciteit te voorkomen?”

“Mensen zijn vaak onvoldoende op de hoogte van de impact die het kan hebben”, zegt Mulder. “Ik vind het op zich dan ook wel logisch dat grote bedrijven er controle over willen hebben.”

Van Vliet is het daar ook mee eens: “Het is goed als bedrijven er controle over houden. Je eigen gedrag op internet en dat van de medewerkers is echt iets om in de gaten te houden. Dat is een bewustwordingsproces. Er zijn bedrijven die speciaal reputatiemanagers aannemen om zowel on- als offline de heersende mening te beïnvloeden. Zo’n manager is bijvoorbeeld lid van een online forum, waarbij hij reageert op alles wat over zijn bedrijf gezegd wordt. Maar een gemiddelde MKB’er heeft daar de capaciteit niet voor.”

“De eerste stap is om ervoor te zorgen dat je weet dat er überhaupt over je geschreven wordt”, vindt Eshuis. “Google heeft een gratis service die je makkelijk kunt inzetten. Met Google Alerts krijg je een mailtje als er online iets over je verschijnt.

“Je eigen gedrag op internet en dat van de medewerkers is wel iets om in de gaten te houden”

Zo is het ook voor een MKB’er makkelijk om te zien waar en wanneer je bedrijfsnaam voorbij komt. Ik denk dat je daar moet beginnen.”

De reacties van de deelnemers zijn duidelijk; de stelling klopt. Er zijn wel bedrijven die al goed bezig zijn met online reputatie management, maar het houdt niet over. Een goede of slechte reputatie kan een bedrijf maken of breken.

Stelling 4: Consumenten worden steeds minder grijpbaar, maar behoren tot kleinere groepjes. Het begrip doelgroep is overbodig geworden en individuketing (samentrekking van individu en marketing) is het sleutelwoord voor de toekomst.

Van Vliet, de bedenker van de stelling: “Alles gaat zich steeds meer richten op interesses. Ik denk echt dat communicatie superindividueel wordt en we gaan werken met interesseprofielen in plaats van doelgroepen.”

Mulder vindt dat in sommige gevallen een doelgroep altijd zal blijven. De manier waarop ze benaderd gaan worden is een ander verhaal: “Er blijven specifieke groepen bestaan. Een leeftijdscategorie of bijvoorbeeld geslacht zal altijd behoefte hebben aan een bepaald product, daar veranderd niet zoveel in. Van interesseprofielen maak je feitelijk weer doelgroepen. Oude wijn in nieuwe vaten.”

De nieuwe benadering roept vragen op bij Van Munster. Hoe gaan die interesseprofielen in z’n werk en komt er geen overkill aan informatie waar het individu niet op zit te wachten? “Neem iemand die gek is van Porsche en hij twittert erover, dan krijgt hij zomaar pop-ups van golfbanen op zijn scherm. De gedachte erachter snap ik wel; iemand met een Porsche kan zomaar geïnteresseerd zijn in golf. Toch is het niet waar ik om gevraagd heb.”

“Het gaat inderdaad op de manier waarop je wordt benaderd. Die ‘in your face’ benadering, werkt niet en is ook wel passé. Maar je moet je doelgroep wel blijven prikkelen om met dingen in contact te komen waar ze niet primair naar op zoek waren”, stelt Diepeveen.

Volgens Eshuis hangt de vorm van communicatie af van het medium waar het in geplaatst wordt: “Van een tijdschrift kan ik me voorstellen dat je als merk in een bepaalde lifestyle wil passen; je rijdt Porsche, dus wil je misschien ook wel golfen. Bij de nieuwe media is dat anders, je wil je laten zien aan mensen die geïnteresseerd zijn in golf. Het is een andere manier van denken.”

Dankers ziet de bekende en traditionele doelgroepen veranderen en er meer bij komen. “Met een bepaald interesseprofiel val je weer in een nieuwe ‘doelgroep’. Het is maar welke naam je eraan geeft. Nieuwe media geven hierbij weer volop mogelijkheden voor de benadering van deze groepen.”

Tot slot voegt Supèr nog aan de discussie toe: “De nieuwe media is nu nog heel nieuw, maar over een paar jaar heel gewoon. Je kiest als consument wat je nodig hebt en daar hoort een bepaalde manier van adverteren bij.”

Iedereen kan zich wel in de stelling vinden, maar er moeten wel wat kanttekeningen bij geplaatst worden. Mulder: “Leeftijd is bijvoorbeeld een goed criterium voor een definieerbare doelgroep.”

Tips & Tricks

Henri Mulder: “Mensen moeten het positieve effect van het crossmediale in de gaten gaan houden. Voor ons als beroepsgroep vind ik het belangrijk dat je oprecht betrokken blijft bij het product of de dienst van onze klanten.”

Dennis Supèr: “Als bedrijf moet je fris blijven qua hoe je naar voren treedt of het nu een website is of een huisstijl. Je moet oude dingen die verwateren, zoals acties, verwijderen. Je moet er bovenop blijven zitten en je communicatie actueel houden.”

Werner Dankers: “Het klinkt cliché maar; geen kwantiteit, maar kwaliteit. Dus niet altijd ‘veel’ en ‘groot’ maar specifiek en gericht de diepte in.”

Louis Diepeveen: “Positioneren is keuzes maken. Vaak willen organisaties te veel vertellen, maar dat kan niet zonder dat je keuzes maakt. Alleen zo maak je een compact, krachtig en onderscheidend verhaal.”

Corné Eshuis: “Elk bedrijf is verplicht om aan de weg te timmeren. Vraag aan de specialist welk gereedschap je nodig hebt.”

Korstiaan van Vliet: “De vorm lijkt de inhoud te bepalen, uiteindelijk wint de inhoud het van de vorm.”

Stelling 1: PR wordt de nieuwe vorm van reclame.

Henri Mulder: “De disciplines zijn niet afzonderlijk van elkaar te zien, maar het zijn wel degelijk twee verschillende vakken. Ik vind dat ze in elkaar moeten grijpen, maar ze houden ieder hun eigen betekenis.”

“Ik denk niet dat het alleen maar PR of reclame gaat worden”, zegt Korstiaan van Vliet. “Beter is het vanuit je doelgroep te bekijken, die groep wordt steeds lastiger te grijpen, omdat mensen individualistisch worden en niet bij één groep willen horen. De diversiteit aan communicatiemiddelen die je inzet richting je doelgroep wordt veel belangrijker. Realiseer je daarbij goed dat je met PR makkelijker de publieke opinie kunt sturen, dat is met marketing veel lastiger. Reclame zorgt voor bekendheid, PR voegt daar geloofwaardigheid aan toe.”

Volgens Dennis Supèr is reclame meer een hulpmiddel van de PR: “Meestal wordt er een plan gemaakt door een marketingteam, daarna gaat de afdeling PR zich ermee bemoeien en die gaan naar een reclamebureau. PR is een tool en de vraag is wanneer je die tool inzet. Soms heb je geen PR nodig om iets in de markt te zetten, dan is een advertentie en een poster voldoende.”

“Ik denk dat social media de rol van PR voor een deel kan overnemen. Je moet dat dus wel serieus nemen. Interessante vraag daarbij is dan ook hoe je hiermee business kunt genereren of je imago kunt beïnvloeden.”, zegt Louis Diepeveen. “Met social media kun je de publieke opinie wel sturen, maar je moet het ook niet overdrijven.”

Corné Eshuis draait de stelling om en ziet daarbij ook een goede parallel met social media. “PR is de oudste vorm van reclame. We willen graag een boodschap horen van iemand die we vertrouwen, dat is altijd al zo geweest. Het gaat om het stroomlijnen van de nieuwe middelen om onze doelen te bereiken. Social media is niets anders dan praten met de buurman over de schutting, maar dan online.”

“Social media is niets anders dan praten met de buurman over de schutting, maar dan online”

Het gebruiken van verschillende vormen van de media wordt dankzij internet makkelijker. Werner Dankers: “Ze versterken elkaar. Daarbij is video PR is ook een mooi voorbeeld van het samenvoegen van de verschillende vormen van PR. Het is meer dan alleen maar een persberichtje. Op deze manier ga je het beleven.”

De deelnemers willen er niet aan. De stelling is volgens hen te zwart-wit geformuleerd. PR en reclame zijn twee zijden van dezelfde medaille. Ze kunnen elkaar aanvullen en zouden elkaar moeten versterken.

Stelling 2: Dit is dé tijd voor

bedrijven om nieuwe reclame- en communicatiestrategieën te (laten) ontwikkelen.

“Ik zie dat als het economisch slechter gaat sommige bedrijven gelijk gaan snijden in de marketingbudgetten”, zegt Mulder. “Toch denk ik dat je altijd zichtbaar moet blijven. Korten op communicatie is in mijn ogen een slechte beslissing.”

Supèr ziet dat er meer budget vrij komt voor communicatie. “Ik zie dat klanten flink hebben gesneden de afgelopen jaren. Nu komen ze toch weer terug, omdat ze zien dat ze achter zijn gaan lopen. Ik denk dat het nu wel de tijd is om iets te gaan doen, maar dat bedrijven het ook in slechtere tijden bij moeten houden.”

De budgetten voor reclame en communicatie beginnen volgens het panel weer op het oude niveau te komen. Toch zijn er wel grote verschillen met de jaren van voor de crisis. Over het algemeen willen bedrijven zich specifieker gaan richten op doelgroepen. Bedrijven pinnen zich ook niet meer voor een langere periode vast op een strategie zodat ze flexibel kunnen inspelen op actuele ontwikkelingen.

Dankers: “Organisaties zijn voorzichtiger geworden. Ze doen hier eens wat en dan daar weer iets. Het is een andere manier van denken geworden. Campagnes worden meer toegespitst op een periode of doelgroep.”

“Het heeft te maken met merkdifferentiatie”, zegt Diepeveen. “Door je merk veel meer toe te spitsen op een specifiek deel van je doelgroep, kun je gerichter communiceren. Campagnes worden dan wel kleinschaliger, maar beduidend effectiever.”

Eshuis vraagt zich af of het allemaal met de crisis samenhangt. Hij ziet dat de denkwijze veranderd is, maar denkt dat het ook te maken heeft met de manier waarop middelen worden ingezet. “Je komt snel uit op strategie. Er wordt meer nagedacht over het inzetten van middelen en tools. Communicatie wordt in kleine hapjes verdeeld en er wordt niet meer met hagel geschoten.”

“Korten op

communicatie is

in mijn ogen een

slechte beslissing”

De stemming is wisselend bij het panel. “Ik denk dat het altijd de tijd is, want je omgeving verandert toch ook continu?”, stelt Diepeveen. “Ik denk dat de tijd er wel om vraagt”, zegt Mulder. “Als je in crisistijd pas begint met het uitdenken van je strategie, ben je dan eigenlijk niet al te laat?”, vraagt Van Vliet zich af.

Stelling 3; Online Reputatie Management Strategie ontbreekt bij veel Nederlandse organisaties.

Van Vliet: “Een voorbeeld hoe je dit goed doet, is UPC. Zij hebben een Twitterhelpdesk, die eigenlijk altijd beheerd wordt. In veel gevallen heb je binnen tien minuten antwoord als je problemen hebt. Ze zijn stevig bezig een goede online reputatie op te bouwen door continue te monitoren wat over hen gezegd wordt.”

Via Hyves, Facebook en verschillende fora wordt behoorlijk wat over en weer over bedrijven gesproken. Zolang het positief is, is het geen probleem, maar er kan ook negatief getwitterd worden. Van Munster: “Er zijn veel bedrijven die het personeel verbieden om lid te worden van fora of over het bedrijf te schrijven. Is dat een goede oplossing om negatieve publiciteit te voorkomen?”

“Mensen zijn vaak onvoldoende op de hoogte van de impact die het kan hebben”, zegt Mulder. “Ik vind het op zich dan ook wel logisch dat grote bedrijven er controle over willen hebben.”

Van Vliet is het daar ook mee eens: “Het is goed als bedrijven er controle over houden. Je eigen gedrag op internet en dat van de medewerkers is echt iets om in de gaten te houden. Dat is een bewustwordingsproces. Er zijn bedrijven die speciaal reputatiemanagers aannemen om zowel on- als offline de heersende mening te beïnvloeden. Zo’n manager is bijvoorbeeld lid van een online forum, waarbij hij reageert op alles wat over zijn bedrijf gezegd wordt. Maar een gemiddelde MKB’er heeft daar de capaciteit niet voor.”

“De eerste stap is om ervoor te zorgen dat je weet dat er überhaupt over je geschreven wordt”, vindt Eshuis. “Google heeft een gratis service die je makkelijk kunt inzetten. Met Google Alerts krijg je een mailtje als er online iets over je verschijnt.

“Je eigen gedrag op internet en dat van de medewerkers is wel iets om in de gaten te houden”

Zo is het ook voor een MKB’er makkelijk om te zien waar en wanneer je bedrijfsnaam voorbij komt. Ik denk dat je daar moet beginnen.”

De reacties van de deelnemers zijn duidelijk; de stelling klopt. Er zijn wel bedrijven die al goed bezig zijn met online reputatie management, maar het houdt niet over. Een goede of slechte reputatie kan een bedrijf maken of breken.

Stelling 4: Consumenten worden steeds minder grijpbaar, maar behoren tot kleinere groepjes. Het begrip doelgroep is overbodig geworden en individuketing (samentrekking van individu en marketing) is het sleutelwoord voor de toekomst.

Van Vliet, de bedenker van de stelling: “Alles gaat zich steeds meer richten op interesses. Ik denk echt dat communicatie superindividueel wordt en we gaan werken met interesseprofielen in plaats van doelgroepen.”

Mulder vindt dat in sommige gevallen een doelgroep altijd zal blijven. De manier waarop ze benaderd gaan worden is een ander verhaal: “Er blijven specifieke groepen bestaan. Een leeftijdscategorie of bijvoorbeeld geslacht zal altijd behoefte hebben aan een bepaald product, daar veranderd niet zoveel in. Van interesseprofielen maak je feitelijk weer doelgroepen. Oude wijn in nieuwe vaten.”

De nieuwe benadering roept vragen op bij Van Munster. Hoe gaan die interesseprofielen in z’n werk en komt er geen overkill aan informatie waar het individu niet op zit te wachten? “Neem iemand die gek is van Porsche en hij twittert erover, dan krijgt hij zomaar pop-ups van golfbanen op zijn scherm. De gedachte erachter snap ik wel; iemand met een Porsche kan zomaar geïnteresseerd zijn in golf. Toch is het niet waar ik om gevraagd heb.”

“Het gaat inderdaad op de manier waarop je wordt benaderd. Die ‘in your face’ benadering, werkt niet en is ook wel passé. Maar je moet je doelgroep wel blijven prikkelen om met dingen in contact te komen waar ze niet primair naar op zoek waren”, stelt Diepeveen.

Volgens Eshuis hangt de vorm van communicatie af van het medium waar het in geplaatst wordt: “Van een tijdschrift kan ik me voorstellen dat je als merk in een bepaalde lifestyle wil passen; je rijdt Porsche, dus wil je misschien ook wel golfen. Bij de nieuwe media is dat anders, je wil je laten zien aan mensen die geïnteresseerd zijn in golf. Het is een andere manier van denken.”

Dankers ziet de bekende en traditionele doelgroepen veranderen en er meer bij komen. “Met een bepaald interesseprofiel val je weer in een nieuwe ‘doelgroep’. Het is maar welke naam je eraan geeft. Nieuwe media geven hierbij weer volop mogelijkheden voor de benadering van deze groepen.”

Tot slot voegt Supèr nog aan de discussie toe: “De nieuwe media is nu nog heel nieuw, maar over een paar jaar heel gewoon. Je kiest als consument wat je nodig hebt en daar hoort een bepaalde manier van adverteren bij.”

Iedereen kan zich wel in de stelling vinden, maar er moeten wel wat kanttekeningen bij geplaatst worden. Mulder: “Leeftijd is bijvoorbeeld een goed criterium voor een definieerbare doelgroep.”

forum

Marketingtips uit

de praktijk

Het juiste product of de juiste dienst leidt niet automatisch tot succes. Zo kunt u het juiste product hebben voor de verkeerde markt, of heeft u wel het juiste product voor de juiste doelgroep, maar weet niemand van het bestaan ervan. Wanneer u zich eenmaal op de weg naar het succes bevindt, dan nog is het belangrijk om uw ogen goed open te houden, zodat u op tijd kunt schakelen. De redactie verzamelde een aantal marketingtips uit de praktijk.

DO

• Verricht marktonderzoek voor productlancering Voor beginnende ondernemers is het van groot belang om eerst research te verrichten, alvorens het product op de markt te brengen. Stel vast hoe u het beste uw doelgroep kunt bereiken en kijk welke niches er eventueel open liggen.

• Wees duidelijk De ondernemer die een reclamebureau inschakelt moet weten wat hij wil met een campagne. Investeer voldoende tijd in de briefing, dit verdient zich dubbel en dwars terug. Stel de projectbegroting vast voordat het bureau met de werkzaamheden begint. Dit voorkomt nare verrassingen achteraf.

• Vergroot uw zichtbaarheid Consumenten stoppen niet met kopen in tijden van economische recessie. Wel gaan ze selectiever te werk. Hoe meer zichtbaar u bent, des te meer de consument in uw product of dienst gelooft. Door continu te wijzen op uw (blijvende) kracht, wint u het vertrouwen.

• Zet zowel online als offline marketingkanalen in om uw doelgroep te bereiken

Combineer adverteren op papier met een website en digitale nieuwsbrieven en creëer synergie tussen de verschillende kanalen. Zo heeft u maximaal bereik.

DON’TS

• Een product of dienst opleggen aan de consument Co-creatie wordt steeds belangrijker. Geef de consument een deelverantwoordelijkheid in het ontwikkelen van producten. Zet co-creatie ook in om bestaande producten/ideeën te verbeteren. Door co-creatie stijgt de betrokkenheid bij het product en daarmee ook de koopkans bij productlancering. Een handige tool hierbij is social media.

• Bestaande klanten wegcijferen ten opzichte van nieuwe klanten

Bedrijven die meer willen verkopen richten hun pijlen vaak in eerste instantie op nieuwe klanten. Uw omzet kan echter ook een boost krijgen door meer aandacht te besteden aan bestaande klanten. Breng in kaart wat zij bij u kopen, hoeveel zij uitgeven en op welke momenten zij dit doen. Crm-software kan hierbij uitkomst bieden, in één oogopslag is hiermee alle relevante informatie beschikbaar. Met de verkregen informatie kunt u beter timen en aanbiedingen op maat verstrekken.

• Tools voor een goede accountability vanwege kostenbesparing niet doorvoeren

Accountability leidt tot effectiviteit en kunt u ook zien als de manier om extra budget te krijgen, omdat het resultaat aangetoond kan worden.

Valse beloftes doen

Beloof alleen datgene wat u daadwerkelijk waar kunt maken. Valse beloftes kunnen weliswaar tot extra omzet leiden, echter is dit vaak maar van korte duur. De consument zal zich uiteindelijk voor de gek gehouden voelen. Slechte mond-tot-mond reclame is funest voor uw reputatie.

Succesfactoren reclame (in volgorde van belangrijkheid*)

Originaliteit, Duidelijkheid, Overtuigingskracht, Ambachtelijke kwaliteit, De want-to-see-again factor, Relevantie, Verschil met de concurrent, Consistentie met eerdere campagnes, Geloofwaardigheid, Activerende werking

* Opvallend is dat ondernemers/opdrachtgevers met name de nummers 6 tot en met 10 belangrijk vinden en de reclamemakers vooral de nummers 1 tot en met 5.

communicatie

Wat iedereen over communicatie moet weten

Het verschil tussen

een dood vogeltje

Tekst Rudi van Dijk fotografie Helmert.nl – fotografie

Gaat nergens over, zou u zeggen. Maar pas op. Ik wil dat u dat terugneemt. Ik ben het dode vogeltje gaan koesteren als één van de grondwaarheden van de communicatie. Het fundament van de marketing. De basis van alles wat op tekstschrijven lijkt. Het geheim van de overwinning. Het pad naar succes. Het leunt allemaal op dit ene pootje. Dit dode vogeltje is een levende metafoor van wat u met uw reclame zou moeten doen. U had het kunnen weten. Onder heel andere titels zijn er boeken over vol geschreven, die overigens alleen de auteur zelf nog eens doorbladert op een regenachtige zaterdagmiddag om Engelse termen te turven.

Het gaat hierom. U hebt het gevoel dat u de doelgroep duidelijk moet maken waarin u anders bent dan anderen. U ligt er nachten over wakker, malend, piekerend, nachtmerriënd. Nee, alles wat u bedenkt, heeft een concurrent ook. Wat nu? Niks wat nu. Gewoon het dode vogeltje uit de kast halen. En bedenken – dit is een kernwoord: bedenken – dat zijn ene pootje even lang is. Bedenken dus. Iedereen had het kunnen weten, maar u hebt het bedacht. Mooi toch? Maak u niet al te druk over wat u onderscheidt, dat is de essentie. Maak u druk over hoe u dezelfde boodschap op een andere manier brengt. En: hoe u onderscheidend kunt zijn. Niet hebben of bieden, maar zíjn.

Lig opnieuw een nacht wakker, en denk in een vredige rust na over wie uw organisatie is. Bepeins haar diepste karakter, haar innerlijke drijfveren, haar verborgen overtuigingen, haar bezongen kwaliteiten. Teken in gedachten een karikatuur waarin u de sterkste van deze eigenschappen naar voren haalt. Het is niet moeilijk, als u maar de moeite neemt om afstand te nemen. Dwing uzelf om een striptekening van een paar lijnen over te houden. Misschien ziet dat er zo uit: ‘Eigenlijk zijn wij gek van klanten’. Of: ‘Eigenlijk is gastvrijheid onze grootste kracht’. Of: ‘Eigenlijk zijn wij gewoon een autoriteit op ons vakgebied.’ Of: ‘Eigenlijk zijn wij hélemaal op het rendement van onze klanten gericht.’ Of: ‘Eigenlijk zijn wij puur Zweeds.’ Of: ‘Eigenlijk vindt iedereen ons popi-jopi.’ Het maakt niet uit wat u bedenkt, en zelfs niet of het echt zo is. Als het maar echt kan worden.

De rest van het verhaal is kort. Ga pas uit bed als u uzelf gelooft. U bent gastvrij, een autoriteit of popi-jopi. U praat met een Zweeds accent of bent ongerust als het rendement van een klant een tiende procent dreigt te dalen. Vertel aan iedereen die het horen wil, hoe u bent. Vertelt het uw medewerkers, net zolang tot ze het geloven en zich ernaar gaan gedragen. Reken ze daar zelfs op af, en niet alleen op omzet. Het moet van uw organisatie afdruipen. Van telefoniste tot monteur. Van e-mail over een klacht tot brochure. Van advertentie tot persoonlijk gesprek. En als dan álles klopt, echt alles, dan gaat het werken. Dan krijgen zelfs de meest homogene producten en diensten een meerwaarde. Dat zit ‘m niet in de rationele USP’s waar iedereen zijn mond vol van heeft, maar gewoon in het gevoel. En als mensen dan hun hart laten spreken – en dat doen ze, want het zijn mensen – dan kiezen ze voor u. Prachtig. Het ene pootje, dat was zoals alle andere pootjes van dode vogeltjes, blijkt ineens even lang te zijn.

Nog één waarschuwing. Denk niet dat u uzelf op een nacht met volle maan eventjes een nieuwe identiteit aanmeet. Denk er niet te licht over. Kies iets dat bij u past en ga ervoor. Doe ook niet te moeilijk en vermoei uw doelgroep niet langer met geforceerde argumenten en bij elkaar geraapte USP’s. Werp een blik op het dode vogeltje en ontdek het verschil.

Het was een soort mopje en vroeger lag ik er dubbel om. Het ging zo. “Wat is het verschil tussen een dood vogeltje?” (Nog niet lachen.) “Zijn ene pootje is even lang.” (Einde mop.) Geweldig. Die vraag die nergens over gaat en waarop toch een antwoord komt. Die tang die zo hoorbaar op dat varken slaat. Die kip die zo heerlijk zonder kop kakelt. Het verschil tussen een dood vogeltje. En één pootje dat even lang is. Ha, het is een soort Escher-ervaring. Een tekening waarbij een balk in de verte verdwijnt en ineens een pilaar blijkt te zijn die vlak voor je neus staat.

Rudolph Tekst & Concept bedenkt concepten en schrijft teksten voor reclamecampagnes, websites,

advertenties, mailings, brochures, relatiemagazines en andere

communicatiemiddelen.

Zie www.rudolphtekst.nl.

Omgaan met de pers

Elke ondernemer heeft wel eens met de pers te maken. De een wordt geïnterviewd door een journalist van de lokale krant, terwijl de ander ervoor kiest om zelf de publiciteit via een magazine op te zoeken. In beide gevallen is het belangrijk om goed voorbereid te zijn zodat de informatie helder, duidelijk en juist geïnterpreteerd in de media komen te staan. De redactie zette een aantal tips en aandachtspunten voor u op een rij.

De meeste bedrijven hebben een eigen persvoorlichter, of een ander persoon die regelmatig nieuwsberichten en andere informatie over het bedrijf naar buiten brengen. Het is belangrijk dat er intern goed wordt gecommuniceerd over wat voor informatie er precies naar buiten mag en kan worden gebracht. Er moeten dus als eerste duidelijke afspraken worden gemaakt over de persvisie van het bedrijf.

Nieuwswaarde

Boodschappen moeten een bepaalde nieuwswaarde hebben om interesse te kunnen genereren van de media. Vaak is het zo dat een initiatiefnemer zijn of haar verhaal zeer interessant vindt terwijl dit voor anderen niet zo is. Durf dus kritisch te zijn en vraag uzelf af of uw nieuwsitem een bepaalde doelgroep kan boeien. Het is echter wel eenvoudig om boodschappen extra cachet mee te geven. Door op correcte wijze uitspraken van directeuren of experts aan te halen, of onderzoeksresultaten in de boodschap te verwerken. Ook maken aspecten zoals afwijking, inspelen op de actualiteit, de afzender, aantallen en impact op de lezer een persbericht al snel tot een nog interessanter nieuwsitem.

Juiste media

Naast een duidelijke, interessante boodschap met nieuwswaarde is het van belang dat de juiste media wordt ingeschakeld. De keuze hiervan hangt af van het publiek dat u wilt bereiken.

Lokale media hebben over het algemeen een kleine redactie en een grote oplage. De kans is groot dat een opvallende actie, een wedstrijd of een mooi fotomoment daar aandacht krijgt. Regionale media peilen het nieuws op regionale waarde en interesse, terwijl vakbladen vaak geïnteresseerd zijn in branchegerelateerde onderwerpen. Voor nationale media geeft het nationaal belang de doorslag. Houd bij alle media in de gaten dat timing heel belangrijk is. Deadlines voor weekbladen liggen immers heel anders dan die voor radio of televisie.

Persberichten

Of het nu gaat om een fotomoment of een persconferentie, mediamomenten worden altijd aangekondigd met een persbericht. Het schrijven van een goed persbericht is een kunst. Het voldoet aan de volgende regels: kort en zakelijk en met een lengte van maximaal één A4. Een persbericht bestaat daarnaast uit drie delen: een titel en ondertitel, een teaser en een body. Achteraan het persbericht staan de contactgegevens. Titel en ondertitel moeten aantrekkelijk zijn en bij voorkeur niet langer dan vijf woorden. Bovendien moet het beknopt de inhoud weergeven van het persbericht. De teaser moet een antwoord bieden op de vragen wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe. Het belangrijkste nieuws wordt in de teaser gezet op een aantrekkelijke manier. Journalisten moeten het gevoel krijgen dat het bericht belangrijk is. De rest van de informatie komt in de bodytekst te staan. Meestal gaat het over een toelichting op de zaken die in de teaser voorkomen. Houd er rekening mee dat de journalist ook ’s avonds werkt en u daarom altijd bereikbaar moet blijven. Vermeld dus bij voorkeur uw mobiel nummer bij de contactgegevens.

Interview

Wanneer een nieuwsitem de aandacht heeft getrokken, of wanneer u zelf heeft besloten de media op te zoeken, kan er een interview volgen. Een goed interview vereist een goede voorbereiding. Daarom is het belangrijk dat u een checklist opstelt. Een mogelijke checklist zou kunnen zijn:

- Onderhandel vooraf over inzage/goedkeuring

- Zoek uit hoe het medium nieuws brengt. Kritisch, informatief, of juist sensationeel?

- Noteer de kernpunten van uw betoog

- Zijn er feiten die u absoluut wilt vermelden?

- Welke sprekende voorbeelden kunt u ter illustratie aanhalen?

- Verzamel achtergrondinformatie per deelonderwerp waarover u zal spreken.

- Welke argumenten kunt u gebruiken om te overtuigen?

- Welke element bieden de journalist nieuwswaarde?

- Is uw betoog te begrijpen door een buitenstaander?

- Zoek een oneliner: een korte, krachtige en originele zin die heel goed weergeeft wat u bedoelt.

- Laat de leiding van het gesprek niet als vanzelfsprekend over aan de journalist.

- Ga niet gissen als u het antwoord op een vraag niet weet.

- Laat u niet provoceren, maar blijf rustig.

- Lieg NOOIT! Wilt u echter niet alles vertellen, dan kunt u partiële info meedelen.

Ten slotte kan het handig zijn om voor uzelf een communicatiekalender op te stellen voor het hele jaar. Het vormt een mooi overzicht van wanneer u welke contactmomenten met de pers wilt creëren. Dat kan in de vorm van een persbericht, een evenement of een artikel in de krant. Speel daarbij in op nieuws en ontwikkelingen, zoals een jubileum, of de start van een nieuw project. Plan de publiciteit zodanig dat uw organisatie regelmatig in het nieuws komt. Maar bovenal: zorg er steeds voor dat uw uitingen ook aansluiten bij de interesses van de pers en het beoogde publiek.

Bronnen: www.secrepedia.nl

www.g-o.be, www.managementsite.nl

Vooraf

• Stel de doelstelling van het bedrijf vast;

• Maak een inventarisatie van alle facetten van het bedrijf;

• Bepaal welk publiek of doelgroep u wilt bereiken;

• Bepaal welke kernboodschappen naar buiten worden gebracht;

• Stel een (pers)woordvoerder aan en communiceer dit naar de rest van het bedrijf;

• Leer de namen van vaste journalisten/redacteuren die over u schrijven, kennen;

• Bel onbekende journalisten/redacteuren terug;

• Registreer welke verslaggever betrouwbaar is;

• Maak een lijst van alle sluitingsdata van kranten en tijdschriften.

De meeste bedrijven hebben een eigen persvoorlichter, of een ander persoon die regelmatig nieuwsberichten en andere informatie over het bedrijf naar buiten brengen. Het is belangrijk dat er intern goed wordt gecommuniceerd over wat voor informatie er precies naar buiten mag en kan worden gebracht. Er moeten dus als eerste duidelijke afspraken worden gemaakt over de persvisie van het bedrijf.

Nieuwswaarde

Boodschappen moeten een bepaalde nieuwswaarde hebben om interesse te kunnen genereren van de media. Vaak is het zo dat een initiatiefnemer zijn of haar verhaal zeer interessant vindt terwijl dit voor anderen niet zo is. Durf dus kritisch te zijn en vraag uzelf af of uw nieuwsitem een bepaalde doelgroep kan boeien. Het is echter wel eenvoudig om boodschappen extra cachet mee te geven. Door op correcte wijze uitspraken van directeuren of experts aan te halen, of onderzoeksresultaten in de boodschap te verwerken. Ook maken aspecten zoals afwijking, inspelen op de actualiteit, de afzender, aantallen en impact op de lezer een persbericht al snel tot een nog interessanter nieuwsitem.

Juiste media

Naast een duidelijke, interessante boodschap met nieuwswaarde is het van belang dat de juiste media wordt ingeschakeld. De keuze hiervan hangt af van het publiek dat u wilt bereiken.

Lokale media hebben over het algemeen een kleine redactie en een grote oplage. De kans is groot dat een opvallende actie, een wedstrijd of een mooi fotomoment daar aandacht krijgt. Regionale media peilen het nieuws op regionale waarde en interesse, terwijl vakbladen vaak geïnteresseerd zijn in branchegerelateerde onderwerpen. Voor nationale media geeft het nationaal belang de doorslag. Houd bij alle media in de gaten dat timing heel belangrijk is. Deadlines voor weekbladen liggen immers heel anders dan die voor radio of televisie.

Persberichten

Of het nu gaat om een fotomoment of een persconferentie, mediamomenten worden altijd aangekondigd met een persbericht. Het schrijven van een goed persbericht is een kunst. Het voldoet aan de volgende regels: kort en zakelijk en met een lengte van maximaal één A4. Een persbericht bestaat daarnaast uit drie delen: een titel en ondertitel, een teaser en een body. Achteraan het persbericht staan de contactgegevens. Titel en ondertitel moeten aantrekkelijk zijn en bij voorkeur niet langer dan vijf woorden. Bovendien moet het beknopt de inhoud weergeven van het persbericht. De teaser moet een antwoord bieden op de vragen wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe. Het belangrijkste nieuws wordt in de teaser gezet op een aantrekkelijke manier. Journalisten moeten het gevoel krijgen dat het bericht belangrijk is. De rest van de informatie komt in de bodytekst te staan. Meestal gaat het over een toelichting op de zaken die in de teaser voorkomen. Houd er rekening mee dat de journalist ook ’s avonds werkt en u daarom altijd bereikbaar moet blijven. Vermeld dus bij voorkeur uw mobiel nummer bij de contactgegevens.

Interview

Wanneer een nieuwsitem de aandacht heeft getrokken, of wanneer u zelf heeft besloten de media op te zoeken, kan er een interview volgen. Een goed interview vereist een goede voorbereiding. Daarom is het belangrijk dat u een checklist opstelt. Een mogelijke checklist zou kunnen zijn:

- Onderhandel vooraf over inzage/goedkeuring

- Zoek uit hoe het medium nieuws brengt. Kritisch, informatief, of juist sensationeel?

- Noteer de kernpunten van uw betoog

- Zijn er feiten die u absoluut wilt vermelden?

- Welke sprekende voorbeelden kunt u ter illustratie aanhalen?

- Verzamel achtergrondinformatie per deelonderwerp waarover u zal spreken.

- Welke argumenten kunt u gebruiken om te overtuigen?

- Welke element bieden de journalist nieuwswaarde?

- Is uw betoog te begrijpen door een buitenstaander?

- Zoek een oneliner: een korte, krachtige en originele zin die heel goed weergeeft wat u bedoelt.

- Laat de leiding van het gesprek niet als vanzelfsprekend over aan de journalist.

- Ga niet gissen als u het antwoord op een vraag niet weet.

- Laat u niet provoceren, maar blijf rustig.

- Lieg NOOIT! Wilt u echter niet alles vertellen, dan kunt u partiële info meedelen.

Ten slotte kan het handig zijn om voor uzelf een communicatiekalender op te stellen voor het hele jaar. Het vormt een mooi overzicht van wanneer u welke contactmomenten met de pers wilt creëren. Dat kan in de vorm van een persbericht, een evenement of een artikel in de krant. Speel daarbij in op nieuws en ontwikkelingen, zoals een jubileum, of de start van een nieuw project. Plan de publiciteit zodanig dat uw organisatie regelmatig in het nieuws komt. Maar bovenal: zorg er steeds voor dat uw uitingen ook aansluiten bij de interesses van de pers en het beoogde publiek.

Bronnen: www.secrepedia.nl

www.g-o.be, www.managementsite.nl

Extra aandachtspunten

bij persberichten;

• Houd de teaser simpel: behandel maar één onderwerp;

• Maak de zin actief. Niet: “De prijs zal worden uitgereikt’, maar ‘De organisatie reikt de prijs uit’;

• Houd de toon neutraal, maak er geen wervende reclametekst van;

• Vermijd woorden met een negatief waardeoordeel zoals zwartwerkers, buitenlanders;

• Bedenk welke tekststructuur u zal hanteren;

• Maak een persbericht nooit langer dan één pagina;

• Geef feiten, geen persoonlijke meningen;

• Spreek namens het bedrijf, nooit voor of over anderen;

• Vermeld de bedrijfsnaam niet te vaak, dit is erg storend;

• Vertel de waarheid;

• Wees positief. Een defensieve reactie of aanval op de journalist levert niks op;

• Wees bereid toe te lichten. Vermijd ‘geen commentaar’.

Mobiele technologie

verandert dagelijks reizen

Onderzoek in zes Europese landen toont aan dat mobiele technologische ontwikkelingen de aard van het dagelijks onderweg zijn onder Europeanen heeft veranderd. Ook zorgen deze ontwikkelingen ervoor dat een groeiend aantal mensen onderweg reageert op commerciële boodschappen. ‘Europe on the Move’ is een onderzoek naar Europees consumentengedrag, stemmingen en gedachtepatronen tijdens de dagelijkse reis. Het is uitgevoerd in opdracht van CBS Outdoor International. De inzichten dragen bij aan het optimaliseren van strategieën voor buitenreclame.

1 op de 4 Europeanen heeft onderweg toegang tot een Smartphone en 1 op de 3 Europeanen heeft via de mobiele telefoon regelmatig toegang tot het internet. Mede als gevolg hiervan vervagen de grenzen tussen onze activiteiten binnens- en buitenshuis vervagen. Reizigers winkelen, werken, socializen en doen online onderzoek tijdens hun dagelijkse reis. Uit het rapport komt naar voren dat bijna de helft (45%) van alle reizigers onderweg multi-tasken en gebruik maken van mobiele technologie. Volgens het onderzoek zitten Europese reizigers bijna even frequent binnens- als buitenshuis op sociale mediaplatformen (Facebook 56% binnenshuis vs. 54% buitenshuis). Meer mensen Twitteren als ze on-the-move zijn dan wanneer ze thuis zijn (5% binnenshuis, 11% onderweg). Dit toont aan dat zelfs de meest routinematige online functies, verschuiven van onze bureaus naar mobiel gebruik.

Stemmingen en

gedachtepatronen

Het onderzoek laat tevens zien hoe ‘wijze van transport’ en ‘uur van de dag’ bepalend zijn voor stemmingen en gedachten onder reizigers. In bussen en treinen bijvoorbeeld, was de hoogst gerapporteerde stemming ‘verveeld’, wat aangeeft dat reizigers onderweg sneller op zoek zullen gaan naar iets dat hun interesse en belangstelling prikkelt. Als gevolg hiervan bleek meer dan eenderde van de treinreizigers advertenties opmerken en lezen tijdens het wachten. 58 % van alle ondervraagden bleek zelfs bewust naar buitenreclame te kijken. Tweederde van de ondervraagden heeft ‘iets’ gedaan na het bekijken van een buitenreclame. Na het opmerken van de reclame-uitingen dacht of overwoog 59 % van de ondervraagde mensen om een product aan de hand van buitenreclame te kopen. 33 % kocht daadwerkelijk een product na

het zien van de desbetreffende reclame uiting. Deze resultaten helpen marketeers effectievere campagnes te ontwikkelen door de integratie van buitenreclame met mobiele kanalen. Nederlanders zijn bovendien het gelukkigst: 94% geeft aan zich onderweg gelukkig te voelen, het hoogste percentage onder de zes aan het onderzoek deelnemende landen. Verder komt uit het ‘Europe on the Move’ onderzoek naar voren dat er sprake is van gemeenschappelijke gedachtepatronen gedurende het verloop van de dag; dit komt voort uit het verlangen om uit de dagelijkse realiteit te ontsnappen naar basisbehoeften als eten en tv kijken.

Aanspreken van

mobiele potentie

Antonio Alonso, CEO van CBS Outdoor International: “Slimme adverteerders creëren een wereld waarin mensen direct kunnen reageren op commerciële boodschappen, ook wanneer ze ‘on the move’ zijn. Buitenreclame biedt bij uitstek de mogelijkheid deze mobiele potentie aan te wenden en mensen onderweg, gedurende hun meest actieve momenten van de dag, te beïnvloeden. Het oudste medium ‘buitenreclame’ zet mensen er zo toe aan van de nieuwste technologische mogelijkheden gebruik te maken.”

Europe on the Move is een uitgebreid onderzoek onder 9665 respondenten naar de dagelijkse reispatronen in zes Europese landen: het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Spanje, Nederland en de Republiek Ierland. Het onderzoek is uitgevoerd door Harris Interactive in opdracht van CBS Outdoor International, het toonaangevende outdoor mediabedrijf. Het volledige rapport is te downloaden via www.europeonthemove.com

CBS Outdoor opereert in 15 markten verspreid over Europe, China en Noord- en Zuid-Amerika en maakt onderdeel uit van media- en entertainmentgigant CBS Corporation. De expertise van het bedrijf bedraagt waardecreatie voor klanten door de inzet van middelen die een groot buitenshuis publiek bereiken, zoals billboards op groot format en buscampagnes.

Vallei Business

Financieel Advies

Reclame

Service Rubriek

Office

Juristen

Diversen

Service Rubriek

Bedrijfshuisvesting/onderhoud

Locaties

Autodealers

Abonnee

Aanbieding

Ontvang nu ruim

35% korting op

het reguliere

abonneetarief.

Ontvang nu ruim € 14 korting op het reguliere abonneetarief: u

betaalt slecht € 25 (ex btw) in plaats van € 39. U ontvangt naast vakinformatie vele voordelen. Abonneer u nu op uw regioblad Vallei Business!

Abonnee voordelen:

- 6 maal per jaar uw eigen regionale B2B-blad, inclusief de aparte stedenspecials.

- Vakinformatie over de regio en het ondernemerschap

- Actueel nieuws op www.valleibusiness.nl

- 12 maal per jaar uw eigen digitale Vallei Business nieuwsbrief

- Extra korting op lezersaanbiedingen in uw regio Businessblad

- Gratis gebruik van de Vallei Business vacatureservice (met ingang van april 2011)

- Gratis bedrijfsgegevens vermelding in bedrijvengids op

www.valleibusiness.nl

- Een korting van € 100 op een uitgebreide vermelding in de bedrijvengids; abonnees betalen € 95 voor een heel jaar i.p.v. € 195

- Abonnees ontvangen ook 15% abonneekorting op andere tijdschriften van de uitgeverij:

Porsche Scene Live, Great British Cars, AV&Entertainment, Meeting Magazine, Office Magazine, Rivierenland Business,

Noord Limburg Business, Oost-Gelderland Business, body LIFE Benelux.

Indien u geïnteresseerd bent in een abonnement, kunt u dit vermelden op bijgevoegde antwoordkaart of bel direct onze klantenservice: 024 3738505 (elke werkdag bereikbaar tussen 9.00 uur en 12.00 uur).

U kunt u ook abonneren op de website:

www.valleibusiness.nl.

Uniek in Nederland: gratis vacatureservice voor abonnees. Vallei Business start in maart/april met een vacatureservice, waarop alle vacatures in de regio geplaatst kunnen worden tegen lage tarieven. Abonnees kunnen hier gratis gebruik van maken

Is iemand u voor geweest? Surf dan naar

www.valleibusiness.nl en meld u aan!

Vallei Business abonnee

aanbieding

Ontvang nu ruim €14 korting

op het reguliere abonneetarief:

u betaalt slecht €25 (ex btw)

in plaats van €39

U ontvangt naast

vakinformatie vele

voordelen

delen:
Algemene voorwaarden | privacy statement Hosted by