Forum: Duurzaam belicht

Verschenen in Vallei Business nummer 6 2010

forum

Duurzaam belicht

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) mag geen onbekende term zijn voor de Nederlandse ondernemer. Al jaren verwacht de maatschappij dat bedrijven ook hun steentje bijdragen aan het gezamenlijke welzijn en een beter milieu. Ook het MKB heeft veel met MVO te maken en daar is het afgelopen jaar weer veel vooruitgang geboekt.

MVO, duurzaamheid, milieu, CO2-footprint; de gemiddelde MKB-er is de weg kwijt met

al die termen die hem weinig zeggen.

Volgens Vian Kooiker van de Kamer van Koophandel Midden-Nederland zit er wel iets in. “We hebben een conferentie gehouden waaruit bleek dat MVO vooral gaat om goed ondernemerschap. Als ondernemer moet je goed met je werknemers en met je omgeving omgaan. Welke term je daarop plakt, doet eigenlijk niet ter zake.”

“De genoemde termen zijn mij wel bekend, maar ik kan me voorstellen dat de gemiddelde MKB-er niet het volledige veld kan overzien”, zegt Jan Godthelp van Rabobank Vallei en Rijn. “De Rabobank is van nature een betrokken bank en ik merk dat het veel scheelt als duurzaamheid vanuit een overkoepelende organisatie gestuurd wordt. Bij Rabo Nederland staat MVO hoog op de agenda en dat waaiert vanzelf uit naar de regionale kantoren.”

Corné Eshuis van Markinno Marketing Innovatoins haakt in: “MVO is hoofdzakelijk niets meer dan goed ondernemerschap. De stelling kan ook aangeven dat het niets nieuws meer is, het is gewoon een stempeltje wat je er op plakt. Ondernemers krijgen nu wat handvatten waar je aan moet voldoen en daar wordt een naampje aan gegeven.”

Volgens Peter Pors van Pors|de Ridder PR Communicatie&Public Relations komt goed ondernemerschap vanuit de ondernemer zelf en moet niet teveel van bovenaf geregeld worden. “Als er regeltjes komen dan haak ik al snel af en ondernemers ook. Dat is het begin van het einde volgens mij. MKB-ers moeten de vrijheid hebben om zelf invulling te geven aan MVO en het moet niet worden ingekaderd door de overheid.”

“Ik zie dat veel bedrijven moe zijn als de term duurzaamheid genoemd wordt”, stelt Frans Wolffenbuttel van Wolffenbuttel Duurzaam Advies Centrum. “Ik gebruik het zelf ook maar wat dat precies inhoudt, is voor veel bedrijven niet echt duidelijk. Het is een term die een verkeerde klank heeft gekregen. Ik denk dat mensen de weg kwijt raken doordat er zomaar ergens een naam op wordt geplakt.”

Bij MVO denken de meeste ondernemers gelijk aan ‘groen’ terwijl ze ook maatschappelijk veel kunnen betekenen. (Denk aan sponsoring, goede doelen, etc)

“Ik denk dat de maatschappelijke factor wel wat wordt ondergesneeuwd door natuur en milieu”, zegt Godthelp. “De Rabobank heeft geen aandeelhouders en betaalt dus geen dividend uit aan aandeelhouders zoals andere banken. Maar wij reserveren jaarlijks een deel van de winst die we uitkeren als dividend aan de samenleving. Dat gaat naar regionale projecten. Iedereen kan er een beroep op doen en je ziet het gelijk terug als een stukje betrokkenheid bij de samenleving.”

Ook Kooiker vindt dat maatschappelijke betrokkenheid bij MVO hoort. “De term is heel breed en gaat verder dan bijvoorbeeld het aantal vrachtwagenbewegingen terugdringen door samen in te kopen. Het gaat ook om goed personeelsbeleid en je medewerkers blijven ontwikkelen, maar ook het aannemen van mensen met een beperking. Ik denk dat bedrijven daar zelf goed invulling aan kunnen geven. Als je duurzaam inkoopt is dat niet meer waard dan wanneer je op een andere manier duurzaam of maatschappelijk bezig bent. Bij aanbestedingen moet je dan ook naar het hele palet kijken worden en niet alleen naar de prijs.”

Aanbestedingen bij de overheid moeten duurzaam zijn, maar Wolffenbuttel weet dat de prijs vaak wel de doorslag geeft. “In het aanbestedingsverhaaltje wordt wel van een bedrijf verwacht dat ze iets meenemen van duurzaamheid, maar onder de streep gaat het om de prijs. Ik vind dat je verder moet kijken dan dat en op de lange termijn moet denken. Nu kan iets duurder zijn in aankoop, maar wat levert het je op over een jaar of twintig? Dat wordt vaak niet meegenomen.”

“We zijn in een fase waarin we heel bewust bezig zijn met MVO en daar zit vaak ook een verdienmodel aan vast”, zegt Eshuis. “Over een paar jaar zijn duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid gewoon geworden en doet iedereen het onbewust. Dan kan je veel beter vergelijken en kan de prijs weer een belangrijk punt worden omdat iedereen duurzaam bezig is. Je moet citroenen met citroenen vergelijken en daar zit nu nog wel discussie.”

MVO moet worden gestimuleerd door de overheid, anders krijg je nooit een draagvlak voor duurzaamheid.

Kooiker ziet daar niet zoveel in. De overheid moet eerst zelf een duurzamer beleid voeren Regelgeving werkt volgens haar niet. “Regeltjes en wetgeving zullen eerder het verkeerde effect hebben. Ik vind dat de vraag juist vanuit de maatschappij moet komen. Natuurlijk is stimulering van een duurzamer beleid door de overheid wel mooi. De vraag naar duurzame producten neemt vanzelf toe bij consumenten en dat bedrijven en ondernemers doen er daarom goed aan om daar in te investeren.”

Pors sluit zich bij die mening aan: “Ik denk ook dat regeltjes het niet gaan worden. De overheid kan wel helpen door stimulerende maatregelen te treffen door bijvoorbeeld belastingvoordeel te geven.”

Eshuis denkt dat regelgeving in beginsel wel kan helpen om mensen bewuster te maken. Hij is van mening dat de regels niet overvloedig moeten worden toegepast en tijdig moeten stoppen als het effect bereikt is. “Tijdelijke regels werken heel goed en zijn vaak zeer succesvol. Als je bijvoorbeeld subsidie geeft aan bedrijven of particulieren, dan wordt het bewustzijn geprikkeld. De regeling moet er weer mee stoppen als het trucje is geleerd en iedereen er onbewust mee verder gaat.”

Een economische prikkel ziet Godthelp ook wel zitten. Het blijft wel afhankelijk in hoeverre een bedrijf investeringen kan blijven doen in duurzame maatregelen. “Bij de Rabobank zit als het ware MVO in ons DNA. Dan is het misschien wat makkelijker om daar aandacht aan te geven. Ik kan me voorstellen dat bedrijven die in zwaar weer zitten, de prioriteit niet leggen bij MVO om dat actief op te pakken.”

Wolffenbuttel ziet toch wel wat problemen bij stimulerende maatregelen. Er staan grote bezuinigingsoperaties voor de deur en het subsidiepotje is leeg. “Subsidies worden heel veel teruggeschroefd. Kijk naar MVO Nederland, het is opgericht door de overheid met subsidie, maar moet zich snel zelf kunnen bedruipen. Ik denk dus dat bedrijven er zelf meer aan moeten gaan doen en zelf het initiatief nemen.”

Aan een duurzaam beleid liggen altijd commerciële motieven ten grondslag.

“Elk bedrijf is commercieel bezig en als je duurzaamheid goed op de markt kan zetten, waarom zou je er dan geen profijt van mogen hebben”, vraagt Wolffenbuttel zich af.

Pors ziet dat duurzaamheid en commerciële motieven elkaar niet hoeven uit te sluiten. “Je moet er juist gebruik van maken. Als je duurzaam bent op welke manier dan ook, neem het mee en communiceer het naar buiten toe. Voor ondernemers zit er een ethisch kantje aan omdat je graag duurzaam wil zijn, het moet uit je hart komen. Goed ondernemerschap is een stukje normen en waarden en je voelt je er goed bij. Zolang MVO goed is beargumenteerd, dan heb ik geen problemen met commerciële doelen. In de persberichten die ik voor bedrijven schrijf, zit regelmatig een stukje duurzaamheid en MVO.”

Kooiker: “Je moet wel verder kunnen kijken dan de hele snelle winst. MVO gaat over een langere termijn en wat je er als bedrijf voor terug krijgt. De ondernemers die ik spreek die goed met duurzaamheid bezig zijn, vertellen dat ze ook beter tegen een stootje kunnen. Veel van deze bedrijven hebben minder last van de crisis bijvoorbeeld. Je stopt er veel in en dat levert op lange termijn een duurzaam bedrijf op.”

Eshuis denkt dat het juist nu van belang is om duurzaamheid in de markt te zetten en er als bedrijf je voordeel mee te doen. “Nu is iedereen nog heel bewust met MVO bezig. Straks is duurzaamheid zo gewoon dat iedereen er mee bezig is, dan heeft het geen toegevoegde waarde meer. Ik denk dat bedrijven het nu moeten gebruiken in hun marketing en zichzelf op deze manier positief kunnen onderscheiden. Andere bedrijven zien dan vanzelf dat het ook commercieel interessant is en gaan met die stroom mee. Ik denk dat zo het mes aan meerdere kanten snijdt.”

“Ik hoorde pas de kreet; het hoort, het moet en het loont”, zegt Godthelp als laatste. “We vinden dat het hoort om duurzaam te ondernemen en het moet ook omdat veel bedrijven en de overheid het van je verwachten. Het loont omdat je nu onderscheidend bent als MVO-onderneming. Dat gaat er wel vanaf als het standaard is geworden. Maar de termen zijn een mooie kapstok voor de ondernemer.”

vallei business | nummer 6 | januari 2011

Deelnemers:

Vian Kooiker - Kamer van koophandel Midden-Nederland

Jan Godthelp - Rabobank Vallei en Rijn

Peter Pors - Pors De Ridder

communicatie & public relations

Frans Wolffenbuttel - Wolffenbuttel

Duurzaam Advies Centrum

Corné Eshuis - Markinno Marketing

Innovations

Voorzitter; Michael van Munster -

Van Munster Media

Locatie: Het oude Politiebureau, Ede

MVO, duurzaamheid, milieu, CO2-footprint; de gemiddelde MKB-er is de weg kwijt met

al die termen die hem weinig zeggen.

Volgens Vian Kooiker van de Kamer van Koophandel Midden-Nederland zit er wel iets in. “We hebben een conferentie gehouden waaruit bleek dat MVO vooral gaat om goed ondernemerschap. Als ondernemer moet je goed met je werknemers en met je omgeving omgaan. Welke term je daarop plakt, doet eigenlijk niet ter zake.”

“De genoemde termen zijn mij wel bekend, maar ik kan me voorstellen dat de gemiddelde MKB-er niet het volledige veld kan overzien”, zegt Jan Godthelp van Rabobank Vallei en Rijn. “De Rabobank is van nature een betrokken bank en ik merk dat het veel scheelt als duurzaamheid vanuit een overkoepelende organisatie gestuurd wordt. Bij Rabo Nederland staat MVO hoog op de agenda en dat waaiert vanzelf uit naar de regionale kantoren.”

Corné Eshuis van Markinno Marketing Innovatoins haakt in: “MVO is hoofdzakelijk niets meer dan goed ondernemerschap. De stelling kan ook aangeven dat het niets nieuws meer is, het is gewoon een stempeltje wat je er op plakt. Ondernemers krijgen nu wat handvatten waar je aan moet voldoen en daar wordt een naampje aan gegeven.”

Volgens Peter Pors van Pors|de Ridder PR Communicatie&Public Relations komt goed ondernemerschap vanuit de ondernemer zelf en moet niet teveel van bovenaf geregeld worden. “Als er regeltjes komen dan haak ik al snel af en ondernemers ook. Dat is het begin van het einde volgens mij. MKB-ers moeten de vrijheid hebben om zelf invulling te geven aan MVO en het moet niet worden ingekaderd door de overheid.”

“Ik zie dat veel bedrijven moe zijn als de term duurzaamheid genoemd wordt”, stelt Frans Wolffenbuttel van Wolffenbuttel Duurzaam Advies Centrum. “Ik gebruik het zelf ook maar wat dat precies inhoudt, is voor veel bedrijven niet echt duidelijk. Het is een term die een verkeerde klank heeft gekregen. Ik denk dat mensen de weg kwijt raken doordat er zomaar ergens een naam op wordt geplakt.”

Bij MVO denken de meeste ondernemers gelijk aan ‘groen’ terwijl ze ook maatschappelijk veel kunnen betekenen. (Denk aan sponsoring, goede doelen, etc)

“Ik denk dat de maatschappelijke factor wel wat wordt ondergesneeuwd door natuur en milieu”, zegt Godthelp. “De Rabobank heeft geen aandeelhouders en betaalt dus geen dividend uit aan aandeelhouders zoals andere banken. Maar wij reserveren jaarlijks een deel van de winst die we uitkeren als dividend aan de samenleving. Dat gaat naar regionale projecten. Iedereen kan er een beroep op doen en je ziet het gelijk terug als een stukje betrokkenheid bij de samenleving.”

Ook Kooiker vindt dat maatschappelijke betrokkenheid bij MVO hoort. “De term is heel breed en gaat verder dan bijvoorbeeld het aantal vrachtwagenbewegingen terugdringen door samen in te kopen. Het gaat ook om goed personeelsbeleid en je medewerkers blijven ontwikkelen, maar ook het aannemen van mensen met een beperking. Ik denk dat bedrijven daar zelf goed invulling aan kunnen geven. Als je duurzaam inkoopt is dat niet meer waard dan wanneer je op een andere manier duurzaam of maatschappelijk bezig bent. Bij aanbestedingen moet je dan ook naar het hele palet kijken worden en niet alleen naar de prijs.”

Aanbestedingen bij de overheid moeten duurzaam zijn, maar Wolffenbuttel weet dat de prijs vaak wel de doorslag geeft. “In het aanbestedingsverhaaltje wordt wel van een bedrijf verwacht dat ze iets meenemen van duurzaamheid, maar onder de streep gaat het om de prijs. Ik vind dat je verder moet kijken dan dat en op de lange termijn moet denken. Nu kan iets duurder zijn in aankoop, maar wat levert het je op over een jaar of twintig? Dat wordt vaak niet meegenomen.”

“We zijn in een fase waarin we heel bewust bezig zijn met MVO en daar zit vaak ook een verdienmodel aan vast”, zegt Eshuis. “Over een paar jaar zijn duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid gewoon geworden en doet iedereen het onbewust. Dan kan je veel beter vergelijken en kan de prijs weer een belangrijk punt worden omdat iedereen duurzaam bezig is. Je moet citroenen met citroenen vergelijken en daar zit nu nog wel discussie.”

MVO moet worden gestimuleerd door de overheid, anders krijg je nooit een draagvlak voor duurzaamheid.

Kooiker ziet daar niet zoveel in. De overheid moet eerst zelf een duurzamer beleid voeren Regelgeving werkt volgens haar niet. “Regeltjes en wetgeving zullen eerder het verkeerde effect hebben. Ik vind dat de vraag juist vanuit de maatschappij moet komen. Natuurlijk is stimulering van een duurzamer beleid door de overheid wel mooi. De vraag naar duurzame producten neemt vanzelf toe bij consumenten en dat bedrijven en ondernemers doen er daarom goed aan om daar in te investeren.”

Pors sluit zich bij die mening aan: “Ik denk ook dat regeltjes het niet gaan worden. De overheid kan wel helpen door stimulerende maatregelen te treffen door bijvoorbeeld belastingvoordeel te geven.”

Eshuis denkt dat regelgeving in beginsel wel kan helpen om mensen bewuster te maken. Hij is van mening dat de regels niet overvloedig moeten worden toegepast en tijdig moeten stoppen als het effect bereikt is. “Tijdelijke regels werken heel goed en zijn vaak zeer succesvol. Als je bijvoorbeeld subsidie geeft aan bedrijven of particulieren, dan wordt het bewustzijn geprikkeld. De regeling moet er weer mee stoppen als het trucje is geleerd en iedereen er onbewust mee verder gaat.”

Een economische prikkel ziet Godthelp ook wel zitten. Het blijft wel afhankelijk in hoeverre een bedrijf investeringen kan blijven doen in duurzame maatregelen. “Bij de Rabobank zit als het ware MVO in ons DNA. Dan is het misschien wat makkelijker om daar aandacht aan te geven. Ik kan me voorstellen dat bedrijven die in zwaar weer zitten, de prioriteit niet leggen bij MVO om dat actief op te pakken.”

Wolffenbuttel ziet toch wel wat problemen bij stimulerende maatregelen. Er staan grote bezuinigingsoperaties voor de deur en het subsidiepotje is leeg. “Subsidies worden heel veel teruggeschroefd. Kijk naar MVO Nederland, het is opgericht door de overheid met subsidie, maar moet zich snel zelf kunnen bedruipen. Ik denk dus dat bedrijven er zelf meer aan moeten gaan doen en zelf het initiatief nemen.”

Aan een duurzaam beleid liggen altijd commerciële motieven ten grondslag.

“Elk bedrijf is commercieel bezig en als je duurzaamheid goed op de markt kan zetten, waarom zou je er dan geen profijt van mogen hebben”, vraagt Wolffenbuttel zich af.

Pors ziet dat duurzaamheid en commerciële motieven elkaar niet hoeven uit te sluiten. “Je moet er juist gebruik van maken. Als je duurzaam bent op welke manier dan ook, neem het mee en communiceer het naar buiten toe. Voor ondernemers zit er een ethisch kantje aan omdat je graag duurzaam wil zijn, het moet uit je hart komen. Goed ondernemerschap is een stukje normen en waarden en je voelt je er goed bij. Zolang MVO goed is beargumenteerd, dan heb ik geen problemen met commerciële doelen. In de persberichten die ik voor bedrijven schrijf, zit regelmatig een stukje duurzaamheid en MVO.”

Kooiker: “Je moet wel verder kunnen kijken dan de hele snelle winst. MVO gaat over een langere termijn en wat je er als bedrijf voor terug krijgt. De ondernemers die ik spreek die goed met duurzaamheid bezig zijn, vertellen dat ze ook beter tegen een stootje kunnen. Veel van deze bedrijven hebben minder last van de crisis bijvoorbeeld. Je stopt er veel in en dat levert op lange termijn een duurzaam bedrijf op.”

Eshuis denkt dat het juist nu van belang is om duurzaamheid in de markt te zetten en er als bedrijf je voordeel mee te doen. “Nu is iedereen nog heel bewust met MVO bezig. Straks is duurzaamheid zo gewoon dat iedereen er mee bezig is, dan heeft het geen toegevoegde waarde meer. Ik denk dat bedrijven het nu moeten gebruiken in hun marketing en zichzelf op deze manier positief kunnen onderscheiden. Andere bedrijven zien dan vanzelf dat het ook commercieel interessant is en gaan met die stroom mee. Ik denk dat zo het mes aan meerdere kanten snijdt.”

“Ik hoorde pas de kreet; het hoort, het moet en het loont”, zegt Godthelp als laatste. “We vinden dat het hoort om duurzaam te ondernemen en het moet ook omdat veel bedrijven en de overheid het van je verwachten. Het loont omdat je nu onderscheidend bent als MVO-onderneming. Dat gaat er wel vanaf als het standaard is geworden. Maar de termen zijn een mooie kapstok voor de ondernemer.”

vallei business | nummer 6 | januari 2011

MVO, duurzaamheid, milieu, CO2-footprint; de gemiddelde MKB-er is de weg kwijt met

al die termen die hem weinig zeggen.

Volgens Vian Kooiker van de Kamer van Koophandel Midden-Nederland zit er wel iets in. “We hebben een conferentie gehouden waaruit bleek dat MVO vooral gaat om goed ondernemerschap. Als ondernemer moet je goed met je werknemers en met je omgeving omgaan. Welke term je daarop plakt, doet eigenlijk niet ter zake.”

“De genoemde termen zijn mij wel bekend, maar ik kan me voorstellen dat de gemiddelde MKB-er niet het volledige veld kan overzien”, zegt Jan Godthelp van Rabobank Vallei en Rijn. “De Rabobank is van nature een betrokken bank en ik merk dat het veel scheelt als duurzaamheid vanuit een overkoepelende organisatie gestuurd wordt. Bij Rabo Nederland staat MVO hoog op de agenda en dat waaiert vanzelf uit naar de regionale kantoren.”

Corné Eshuis van Markinno Marketing Innovatoins haakt in: “MVO is hoofdzakelijk niets meer dan goed ondernemerschap. De stelling kan ook aangeven dat het niets nieuws meer is, het is gewoon een stempeltje wat je er op plakt. Ondernemers krijgen nu wat handvatten waar je aan moet voldoen en daar wordt een naampje aan gegeven.”

Volgens Peter Pors van Pors|de Ridder PR Communicatie&Public Relations komt goed ondernemerschap vanuit de ondernemer zelf en moet niet teveel van bovenaf geregeld worden. “Als er regeltjes komen dan haak ik al snel af en ondernemers ook. Dat is het begin van het einde volgens mij. MKB-ers moeten de vrijheid hebben om zelf invulling te geven aan MVO en het moet niet worden ingekaderd door de overheid.”

“Ik zie dat veel bedrijven moe zijn als de term duurzaamheid genoemd wordt”, stelt Frans Wolffenbuttel van Wolffenbuttel Duurzaam Advies Centrum. “Ik gebruik het zelf ook maar wat dat precies inhoudt, is voor veel bedrijven niet echt duidelijk. Het is een term die een verkeerde klank heeft gekregen. Ik denk dat mensen de weg kwijt raken doordat er zomaar ergens een naam op wordt geplakt.”

Bij MVO denken de meeste ondernemers gelijk aan ‘groen’ terwijl ze ook maatschappelijk veel kunnen betekenen. (Denk aan sponsoring, goede doelen, etc)

“Ik denk dat de maatschappelijke factor wel wat wordt ondergesneeuwd door natuur en milieu”, zegt Godthelp. “De Rabobank heeft geen aandeelhouders en betaalt dus geen dividend uit aan aandeelhouders zoals andere banken. Maar wij reserveren jaarlijks een deel van de winst die we uitkeren als dividend aan de samenleving. Dat gaat naar regionale projecten. Iedereen kan er een beroep op doen en je ziet het gelijk terug als een stukje betrokkenheid bij de samenleving.”

Ook Kooiker vindt dat maatschappelijke betrokkenheid bij MVO hoort. “De term is heel breed en gaat verder dan bijvoorbeeld het aantal vrachtwagenbewegingen terugdringen door samen in te kopen. Het gaat ook om goed personeelsbeleid en je medewerkers blijven ontwikkelen, maar ook het aannemen van mensen met een beperking. Ik denk dat bedrijven daar zelf goed invulling aan kunnen geven. Als je duurzaam inkoopt is dat niet meer waard dan wanneer je op een andere manier duurzaam of maatschappelijk bezig bent. Bij aanbestedingen moet je dan ook naar het hele palet kijken worden en niet alleen naar de prijs.”

Aanbestedingen bij de overheid moeten duurzaam zijn, maar Wolffenbuttel weet dat de prijs vaak wel de doorslag geeft. “In het aanbestedingsverhaaltje wordt wel van een bedrijf verwacht dat ze iets meenemen van duurzaamheid, maar onder de streep gaat het om de prijs. Ik vind dat je verder moet kijken dan dat en op de lange termijn moet denken. Nu kan iets duurder zijn in aankoop, maar wat levert het je op over een jaar of twintig? Dat wordt vaak niet meegenomen.”

“We zijn in een fase waarin we heel bewust bezig zijn met MVO en daar zit vaak ook een verdienmodel aan vast”, zegt Eshuis. “Over een paar jaar zijn duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid gewoon geworden en doet iedereen het onbewust. Dan kan je veel beter vergelijken en kan de prijs weer een belangrijk punt worden omdat iedereen duurzaam bezig is. Je moet citroenen met citroenen vergelijken en daar zit nu nog wel discussie.”

MVO moet worden gestimuleerd door de overheid, anders krijg je nooit een draagvlak voor duurzaamheid.

Kooiker ziet daar niet zoveel in. De overheid moet eerst zelf een duurzamer beleid voeren Regelgeving werkt volgens haar niet. “Regeltjes en wetgeving zullen eerder het verkeerde effect hebben. Ik vind dat de vraag juist vanuit de maatschappij moet komen. Natuurlijk is stimulering van een duurzamer beleid door de overheid wel mooi. De vraag naar duurzame producten neemt vanzelf toe bij consumenten en dat bedrijven en ondernemers doen er daarom goed aan om daar in te investeren.”

Pors sluit zich bij die mening aan: “Ik denk ook dat regeltjes het niet gaan worden. De overheid kan wel helpen door stimulerende maatregelen te treffen door bijvoorbeeld belastingvoordeel te geven.”

Eshuis denkt dat regelgeving in beginsel wel kan helpen om mensen bewuster te maken. Hij is van mening dat de regels niet overvloedig moeten worden toegepast en tijdig moeten stoppen als het effect bereikt is. “Tijdelijke regels werken heel goed en zijn vaak zeer succesvol. Als je bijvoorbeeld subsidie geeft aan bedrijven of particulieren, dan wordt het bewustzijn geprikkeld. De regeling moet er weer mee stoppen als het trucje is geleerd en iedereen er onbewust mee verder gaat.”

Een economische prikkel ziet Godthelp ook wel zitten. Het blijft wel afhankelijk in hoeverre een bedrijf investeringen kan blijven doen in duurzame maatregelen. “Bij de Rabobank zit als het ware MVO in ons DNA. Dan is het misschien wat makkelijker om daar aandacht aan te geven. Ik kan me voorstellen dat bedrijven die in zwaar weer zitten, de prioriteit niet leggen bij MVO om dat actief op te pakken.”

Wolffenbuttel ziet toch wel wat problemen bij stimulerende maatregelen. Er staan grote bezuinigingsoperaties voor de deur en het subsidiepotje is leeg. “Subsidies worden heel veel teruggeschroefd. Kijk naar MVO Nederland, het is opgericht door de overheid met subsidie, maar moet zich snel zelf kunnen bedruipen. Ik denk dus dat bedrijven er zelf meer aan moeten gaan doen en zelf het initiatief nemen.”

Aan een duurzaam beleid liggen altijd commerciële motieven ten grondslag.

“Elk bedrijf is commercieel bezig en als je duurzaamheid goed op de markt kan zetten, waarom zou je er dan geen profijt van mogen hebben”, vraagt Wolffenbuttel zich af.

Pors ziet dat duurzaamheid en commerciële motieven elkaar niet hoeven uit te sluiten. “Je moet er juist gebruik van maken. Als je duurzaam bent op welke manier dan ook, neem het mee en communiceer het naar buiten toe. Voor ondernemers zit er een ethisch kantje aan omdat je graag duurzaam wil zijn, het moet uit je hart komen. Goed ondernemerschap is een stukje normen en waarden en je voelt je er goed bij. Zolang MVO goed is beargumenteerd, dan heb ik geen problemen met commerciële doelen. In de persberichten die ik voor bedrijven schrijf, zit regelmatig een stukje duurzaamheid en MVO.”

Kooiker: “Je moet wel verder kunnen kijken dan de hele snelle winst. MVO gaat over een langere termijn en wat je er als bedrijf voor terug krijgt. De ondernemers die ik spreek die goed met duurzaamheid bezig zijn, vertellen dat ze ook beter tegen een stootje kunnen. Veel van deze bedrijven hebben minder last van de crisis bijvoorbeeld. Je stopt er veel in en dat levert op lange termijn een duurzaam bedrijf op.”

Eshuis denkt dat het juist nu van belang is om duurzaamheid in de markt te zetten en er als bedrijf je voordeel mee te doen. “Nu is iedereen nog heel bewust met MVO bezig. Straks is duurzaamheid zo gewoon dat iedereen er mee bezig is, dan heeft het geen toegevoegde waarde meer. Ik denk dat bedrijven het nu moeten gebruiken in hun marketing en zichzelf op deze manier positief kunnen onderscheiden. Andere bedrijven zien dan vanzelf dat het ook commercieel interessant is en gaan met die stroom mee. Ik denk dat zo het mes aan meerdere kanten snijdt.”

“Ik hoorde pas de kreet; het hoort, het moet en het loont”, zegt Godthelp als laatste. “We vinden dat het hoort om duurzaam te ondernemen en het moet ook omdat veel bedrijven en de overheid het van je verwachten. Het loont omdat je nu onderscheidend bent als MVO-onderneming. Dat gaat er wel vanaf als het standaard is geworden. Maar de termen zijn een mooie kapstok voor de ondernemer.”

vallei business | nummer 6 | januari 2011

Tips & Tricks

Peter Pors: “Kort maar krachtig; be good and tell it! Zet eerst je organisatie goed op de rit met MVO en vertel het dan aan iedereen, via je site, social media en tijdens het netwerken.”

Corné Eshuis: “Onderzoek welke zaken je per ongeluk al “goed” doet en communiceer dat ook. Werk vervolgens, samen met anderen, aan de duurzame zaken die je nog niet deed.”

Jan Godthelp: “Bouw aan duurzame relaties en zorg dat je elkaar opzoekt en van elkaar leert.”

Vian Kooiker: “Je moet vooral leren van je buurman. Het kan heel dichtbij zijn en kijk daar eens achter de voordeur.”

Frans Wolffenbuttel: “Verkondig niet alleen dat je MVO bent, maar gedraag je er ook naar.”

vallei business | nummer 6 | januari 2011

Op de hoogte blijven van onze updates?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Inschrijven
Vallei Business is een uitgave van Van Munster Media