forum
Financieel bekeken
Het forum Financieel Management in de vorige uitgave van Vallei Business was een groot succes. Het aantal geïnteresseerden was zo groot dat we besloten om het forum een keer extra te houden zodat we ieder zijn woordje konden laten doen. Ook deze uitgave gingen we aan tafel met kenners uit de financiële sector van allerlei pluimage om van gedachten te wisselen over de huidige stand van zaken. Restaurant De Maes in Veenendaal was het decor.
De deelnemers werden door voorzitter Hans Hooft geconfronteerd met de stelling: ’Nu het economisch wat minder gaat, kijkt de klant nog kritischer naar (het niveau van) de dienstverlening van de financieel adviseur. Dat biedt kansen.’
“Ik denk niet zozeer dat de klant kritischer is geworden door de slechte economische tijdenâ€, begint Jan Veldhuizen. “De klant vraagt, denk ik, meer van de adviseur omdat hij nu geconfronteerd wordt met zaken waar hij nooit mee te maken had. De klant kijkt kritischer naar de adviezen, maar niet naar de adviseur zelf.â€
Thomas Lampe: “Als je het over kansen hebt, dan praat je al snel over het niveau van dienstverlening en de prijs die je er tegenover stelt. Afhankelijk van het type werkzaamheden stappen wij steeds meer af van het uitsluitend op basis van uurtarieven achteraf factureren, maar bieden wij diensten aan tegen een vooraf vastgestelde prijs. De klant weet wat hij mag verwachten voor welke prijs. We proberen zodoende steeds een gunstige prijs te berekenen voor onze cliënten.â€
André Dolsma: “Het is een beetje een tweebeweging. Er zijn klanten die vanuit pure kostenfocus ook kiezen voor alleen de prijs, waarbij kwaliteit niet altijd leidend is. Wat je daarnaast ziet, is dat mensen kritischer zijn naar accountants toe en ook vaker zelf vragen naar de cijfers, mede onder druk van de bank. Goede ondernemers zitten nu zelf dichter op de bal.â€
“Het is ook afhankelijk van wat de klant wil en waarvoor hij wil betalenâ€, zegt Joey Timmer. “Kijk, er is ondanks de huidige economische situatie best wel aanwas bij ons, maar de ene ondernemer wenst bijvoorbeeld administratieve ondersteuning en de ander juist een uitgebreid advies. Er komen bij ons ook particulieren die bijvoorbeeld een schenkingsplan opgesteld willen hebben, dat is heel populair.â€
Hooft vraagt zich af; “Gaan ze voor een schenkingsplan niet naar een notaris?â€
Veldhuizen reageert: “Een accountant heeft natuurlijk wel zicht op het totale vermogen en notarissen missen vaak dat totaalbeeld. Dus wordt de vraag eerst bij ons neergelegd. Een notaris moet bij schenkingen het totale vermogen in beeld hebben en daar kunnen accountants in bijdragen.â€
Ook Arnoud Vos heeft die ervaring: “Wij adviseren niet in schenkingsplannen, maar zijn er wel behulpzaam in. Wij hebben het totale vermogen al in kaart, in ieder geval het ter beschikking staande vermogen en dat wordt gebruikt bij de advisering. In eerste instantie wil een klant weten wat hij nou precies heeft en daar wordt een partij bij gezocht die hen helpt. Voor de juridische omlijsting en invulling moet je toch naar het notariaat.â€
Barend Bos: “Ik denk dat dat klopt. Wij staan als accountants dicht bij de klant dus daar komt iemand als eerste terecht met vragen, wij hebben toch regelmatig contact. Ze willen iets om een bepaalde reden en in een gesprek ontstaat er een beeld van. Daarna ga je op zoek naar experts die daar verder in kunnen helpen. Ik denk dat het voor ons een voordeel is dat we dicht bij de klant staan. Wij moeten ons bij nieuwe klanten bewijzen, maar op een gegeven moment is er vertrouwen. Een notaris of expert moet zich elke keer weer bewijzen omdat mensen er minder vaak komen.â€
Scheiding
Hooft heeft de tweede stelling paraat: ‘Bij accountantskantoren is een strikte scheiding tussen controle en advies noodzakelijk.’ Hij voegt eraan toe: “Kan je controle uitvoeren zonder advies te geven en andersom?â€
Vos: “Het lijkt mij dat je in een spagaat kunt raken als je controle en advisering zou combineren.†Bos ziet dat anders: “Als je controle uitvoert en je haalt daar punten uit die belangrijk kunnen zijn voor advisering, waarom zou je die dan niet meenemen en rapporteren aan de klant?â€
Veldhuizen: “Je moet kijken hoe ver je gaat met je advies en of het je onafhankelijkheid als accountant aantast, dat is de moeilijkheid. Is de constatering dat iets mis gaat in een organisatie een advies? Of is een nieuw fiscaal traject een advies? Ik denk dat het qua onderscheid wel iets uitmaakt, want als je ziet dat er iets mis gaat in de procedures van een organisatie, dan is dat nauw gerelateerd aan je controleopdracht zonder aantasting van je onafhankelijkheid.â€
“Ik maak het in de praktijk veel mee dat een accountant vanuit zijn vakkennis heel strak kan benoemen wat er fout gaatâ€, zegt Dolsma. “De bank vraagt dan wat eraan gedaan gaat worden en hoe de rentabiliteit omhoog geholpen gaat worden. Ik zie de accountant dan worstelen met de vraag hoe hij het wil aanpakken. Richt hij zich op de fiscale kant of gaat het om een stukje interne organisatie?â€
Timmer: “Ik ben heel erg gewend dat het gescheiden gebeurt en dat werkt prima. Bij ons is het ook echt gescheiden, je hebt de controlekantoren en de samenstelkantoren. Ik werk zelf als cliëntadviseur bij ons samenstelkantoor in Ede en mag me niet bemoeien met controlewerk. Je zit dus nooit met twee petten op. De ene kant controleert en geeft daar een oordeel over en de andere kant geeft advies wat niet op een oordeel gebaseerd is. Doordat het heel erg gescheiden is, kunnen de controlerende accountants onafhankelijk een oordeel geven over wat er gebeurt in een onderneming.â€
Overheid
De derde stelling luidt: ‘Door onduidelijk en zwalkend overheidsbeleid worden (MKB-) bedrijven afhankelijker van externe adviseurs. Dat is een goede zaak.’
Veldhuizen: “Je laat je als ondernemer sowieso door adviseurs bijstaan. Ondernemers verzamelen een team om zich heen, binnen en buiten de organisatie, om samen de strijd aan te gaan.â€
“We hebben geen invloed op het overheidsbeleidâ€, zegt Vos. “Het zwalkt en is zo nu en dan onduidelijk, dat is het probleem. Een ondernemer moet dan denken; wat is de impact voor mij? Het lijkt me dan juist dat een ondernemer erachteraan gaat en informatie verzamelt en zich laat adviseren. Een ondernemer die op internet moet zoeken en alle informatie moet verzamelen, dat lijkt me niet erg handig.â€
Lampe: “Ik denk dat het ook een beetje de tand des tijds is. Er is een overvloed aan informatie op alle terreinen. De overheidsbemoeienis is er al jaren, maar de belangen worden ook groter dus ontkom je er als ondernemer niet aan om informatie te verzamelen.â€
Dolsma: “Wij zijn er voorstander van om de klant te leiden. Als een klant een groeifase doormaakt en nog steeds naar het administratiekantoor op de hoek gaat, met alle respect overigens want er zitten hele goede bij, maar dan gaan wij wel kritische vragen stellen. Dan zie je vaak dat er een accountant bij komt die een adviserende rol krijgt.â€
Hooft vraagt: “Dus je gaat heel erg rekening houden met het beleid in een organisatie. Dus wordt een ondernemer steeds afhankelijker van de accountant.â€
Dolsma reageert daarop: “De ondernemer is de risicodrager, niet de adviseurs eromheen. Het lijkt me een gezonde spanning. Als een ondernemer zomaar alles opvolgt wat mensen hem zeggen, dan denk ik dat het niet de ideale ondernemer is. Als je maar bewust keuzes maakt en weet waar je de keuze op baseert.†Veldhuizen: “Dat klopt, een ondernemer maakt zijn beslissingen op basis van wat hij ziet en hoort. Uiteindelijk is hij degene die de beslissing moet maken. Ik heb er geen problemen mee als een ondernemer mijn adviezen met een onderbouwde argumentatie naast zich neerlegt.†Lampe vult dit aan: “Het is wel zaak om je advisering volledig aan te bieden zodat een ondernemer bewust de risico’s in kan schatten.â€
Duur
Stelling vier: ‘Financieel adviseurs zijn te duur in verhouding tot de diensten die ze leveren.’ Hooft voegt daaraan toe; “We zagen net dat ondernemers vaak adviezen naast zich neerleggen, ben je dan al snel te duur?â€
Lampe: “Het hangt natuurlijk van het resultaat af of je te duur bent.†Veldhuizen: “Het is ook de vraag wie legt iets op? Als de overheid iets oplegt dan ben je al snel te duur omdat er voor ondernemers vaak niets extra inzit. Maar advisering is natuurlijk echt iets anders dan een jaarrekening en de verplichte nummers.â€
Vos: “Maar dan kun je ook niet van te duur spreken want je ontkomt er niet aan. Ik denk dat er ook geen sprake is van ‘te’ duur, de prijs wordt ook bepaald door de markt. Je moet je als ondernemer afvragen wat je wilt betalen voor de toegevoegde waarde. Als je op bepaalde punten zoals financieel advies gaat beknibbelen, moet je je afvragen of je nog bezig bent met het behoud van je bedrijf.â€
“Dat kloptâ€, zegt Dolsma. “Wij vragen steeds meer om prognoses, met name liquiditeitsprognoses. Dat vinden accountants niet altijd even leuk en de ondernemers al helemaal niet, maar financiële sturing wordt op de lange termijn wel gewaardeerd. Ik heb vaak mensen die zeggen; ik ben blij dat je zo vasthoudend was, want nu weet ik precies wat er gebeurt en waar ik moet bijsturen.â€
Timmer: “Voor een ondernemer is het belangrijk om te weten wat er precies gebeurt in de organisatie, niet alleen om de banken tevreden te stellen. Wij bieden als GIBO Groep tussentijdse overzichten gratis als service aan.â€
Vertrouwen
Hooft komt met stelling vijf: ‘Door de kredietcrisis heeft de consument -en dus ook de ondernemer- het vertrouwen in banken en financiële instellingen voorgoed verloren.’
Dolsma reageert gelijk: “Dat is nou wat wij steeds opnieuw uitleggen dat de Rabobank anders is. Wij worden over één kam geschoren met andere, staatsgesteunde, banken. Juist de Rabobank heeft zich als coöperatie onderscheiden in deze tijden van crisis omdat we dicht bij de mensen blijven. Onze organisatiestructuur is een coöperatie, van en voor leden en klanten en niet gestuurd door aandeelhouders. Maar ja, voor de consument blijf je natuurlijk gewoon een bank.â€
Hooft: “Merken jullie als accountants dat er onder klanten minder vertrouwen is? Vinden ze bijvoorbeeld dat jullie hadden moeten waarschuwen dat er iets aan zat te komen?â€
Bos: “Nee, ik heb dat nooit van een klant gehoord. Men neemt het ons in ieder geval niet kwalijk want het was niet te voorzien.†Dat denkt Lampe ook: “Ik merk wel negatieve sentimenten bij de consument. Wat er is gebeurd, is natuurlijk heel erg, maar het was te ingewikkeld geworden en niemand kon het voorzien. De banken wisten het vaak zelf ook niet.â€
vallei business | nummer 4 | september 2010
De deelnemers werden door voorzitter Hans Hooft geconfronteerd met de stelling: ’Nu het economisch wat minder gaat, kijkt de klant nog kritischer naar (het niveau van) de dienstverlening van de financieel adviseur. Dat biedt kansen.’
“Ik denk niet zozeer dat de klant kritischer is geworden door de slechte economische tijdenâ€, begint Jan Veldhuizen. “De klant vraagt, denk ik, meer van de adviseur omdat hij nu geconfronteerd wordt met zaken waar hij nooit mee te maken had. De klant kijkt kritischer naar de adviezen, maar niet naar de adviseur zelf.â€
Thomas Lampe: “Als je het over kansen hebt, dan praat je al snel over het niveau van dienstverlening en de prijs die je er tegenover stelt. Afhankelijk van het type werkzaamheden stappen wij steeds meer af van het uitsluitend op basis van uurtarieven achteraf factureren, maar bieden wij diensten aan tegen een vooraf vastgestelde prijs. De klant weet wat hij mag verwachten voor welke prijs. We proberen zodoende steeds een gunstige prijs te berekenen voor onze cliënten.â€
André Dolsma: “Het is een beetje een tweebeweging. Er zijn klanten die vanuit pure kostenfocus ook kiezen voor alleen de prijs, waarbij kwaliteit niet altijd leidend is. Wat je daarnaast ziet, is dat mensen kritischer zijn naar accountants toe en ook vaker zelf vragen naar de cijfers, mede onder druk van de bank. Goede ondernemers zitten nu zelf dichter op de bal.â€
“Het is ook afhankelijk van wat de klant wil en waarvoor hij wil betalenâ€, zegt Joey Timmer. “Kijk, er is ondanks de huidige economische situatie best wel aanwas bij ons, maar de ene ondernemer wenst bijvoorbeeld administratieve ondersteuning en de ander juist een uitgebreid advies. Er komen bij ons ook particulieren die bijvoorbeeld een schenkingsplan opgesteld willen hebben, dat is heel populair.â€
Hooft vraagt zich af; “Gaan ze voor een schenkingsplan niet naar een notaris?â€
Veldhuizen reageert: “Een accountant heeft natuurlijk wel zicht op het totale vermogen en notarissen missen vaak dat totaalbeeld. Dus wordt de vraag eerst bij ons neergelegd. Een notaris moet bij schenkingen het totale vermogen in beeld hebben en daar kunnen accountants in bijdragen.â€
Ook Arnoud Vos heeft die ervaring: “Wij adviseren niet in schenkingsplannen, maar zijn er wel behulpzaam in. Wij hebben het totale vermogen al in kaart, in ieder geval het ter beschikking staande vermogen en dat wordt gebruikt bij de advisering. In eerste instantie wil een klant weten wat hij nou precies heeft en daar wordt een partij bij gezocht die hen helpt. Voor de juridische omlijsting en invulling moet je toch naar het notariaat.â€
Barend Bos: “Ik denk dat dat klopt. Wij staan als accountants dicht bij de klant dus daar komt iemand als eerste terecht met vragen, wij hebben toch regelmatig contact. Ze willen iets om een bepaalde reden en in een gesprek ontstaat er een beeld van. Daarna ga je op zoek naar experts die daar verder in kunnen helpen. Ik denk dat het voor ons een voordeel is dat we dicht bij de klant staan. Wij moeten ons bij nieuwe klanten bewijzen, maar op een gegeven moment is er vertrouwen. Een notaris of expert moet zich elke keer weer bewijzen omdat mensen er minder vaak komen.â€
Scheiding
Hooft heeft de tweede stelling paraat: ‘Bij accountantskantoren is een strikte scheiding tussen controle en advies noodzakelijk.’ Hij voegt eraan toe: “Kan je controle uitvoeren zonder advies te geven en andersom?â€
Vos: “Het lijkt mij dat je in een spagaat kunt raken als je controle en advisering zou combineren.†Bos ziet dat anders: “Als je controle uitvoert en je haalt daar punten uit die belangrijk kunnen zijn voor advisering, waarom zou je die dan niet meenemen en rapporteren aan de klant?â€
Veldhuizen: “Je moet kijken hoe ver je gaat met je advies en of het je onafhankelijkheid als accountant aantast, dat is de moeilijkheid. Is de constatering dat iets mis gaat in een organisatie een advies? Of is een nieuw fiscaal traject een advies? Ik denk dat het qua onderscheid wel iets uitmaakt, want als je ziet dat er iets mis gaat in de procedures van een organisatie, dan is dat nauw gerelateerd aan je controleopdracht zonder aantasting van je onafhankelijkheid.â€
“Ik maak het in de praktijk veel mee dat een accountant vanuit zijn vakkennis heel strak kan benoemen wat er fout gaatâ€, zegt Dolsma. “De bank vraagt dan wat eraan gedaan gaat worden en hoe de rentabiliteit omhoog geholpen gaat worden. Ik zie de accountant dan worstelen met de vraag hoe hij het wil aanpakken. Richt hij zich op de fiscale kant of gaat het om een stukje interne organisatie?â€
Timmer: “Ik ben heel erg gewend dat het gescheiden gebeurt en dat werkt prima. Bij ons is het ook echt gescheiden, je hebt de controlekantoren en de samenstelkantoren. Ik werk zelf als cliëntadviseur bij ons samenstelkantoor in Ede en mag me niet bemoeien met controlewerk. Je zit dus nooit met twee petten op. De ene kant controleert en geeft daar een oordeel over en de andere kant geeft advies wat niet op een oordeel gebaseerd is. Doordat het heel erg gescheiden is, kunnen de controlerende accountants onafhankelijk een oordeel geven over wat er gebeurt in een onderneming.â€
Overheid
De derde stelling luidt: ‘Door onduidelijk en zwalkend overheidsbeleid worden (MKB-) bedrijven afhankelijker van externe adviseurs. Dat is een goede zaak.’
Veldhuizen: “Je laat je als ondernemer sowieso door adviseurs bijstaan. Ondernemers verzamelen een team om zich heen, binnen en buiten de organisatie, om samen de strijd aan te gaan.â€
“We hebben geen invloed op het overheidsbeleidâ€, zegt Vos. “Het zwalkt en is zo nu en dan onduidelijk, dat is het probleem. Een ondernemer moet dan denken; wat is de impact voor mij? Het lijkt me dan juist dat een ondernemer erachteraan gaat en informatie verzamelt en zich laat adviseren. Een ondernemer die op internet moet zoeken en alle informatie moet verzamelen, dat lijkt me niet erg handig.â€
Lampe: “Ik denk dat het ook een beetje de tand des tijds is. Er is een overvloed aan informatie op alle terreinen. De overheidsbemoeienis is er al jaren, maar de belangen worden ook groter dus ontkom je er als ondernemer niet aan om informatie te verzamelen.â€
Dolsma: “Wij zijn er voorstander van om de klant te leiden. Als een klant een groeifase doormaakt en nog steeds naar het administratiekantoor op de hoek gaat, met alle respect overigens want er zitten hele goede bij, maar dan gaan wij wel kritische vragen stellen. Dan zie je vaak dat er een accountant bij komt die een adviserende rol krijgt.â€
Hooft vraagt: “Dus je gaat heel erg rekening houden met het beleid in een organisatie. Dus wordt een ondernemer steeds afhankelijker van de accountant.â€
Dolsma reageert daarop: “De ondernemer is de risicodrager, niet de adviseurs eromheen. Het lijkt me een gezonde spanning. Als een ondernemer zomaar alles opvolgt wat mensen hem zeggen, dan denk ik dat het niet de ideale ondernemer is. Als je maar bewust keuzes maakt en weet waar je de keuze op baseert.†Veldhuizen: “Dat klopt, een ondernemer maakt zijn beslissingen op basis van wat hij ziet en hoort. Uiteindelijk is hij degene die de beslissing moet maken. Ik heb er geen problemen mee als een ondernemer mijn adviezen met een onderbouwde argumentatie naast zich neerlegt.†Lampe vult dit aan: “Het is wel zaak om je advisering volledig aan te bieden zodat een ondernemer bewust de risico’s in kan schatten.â€
Duur
Stelling vier: ‘Financieel adviseurs zijn te duur in verhouding tot de diensten die ze leveren.’ Hooft voegt daaraan toe; “We zagen net dat ondernemers vaak adviezen naast zich neerleggen, ben je dan al snel te duur?â€
Lampe: “Het hangt natuurlijk van het resultaat af of je te duur bent.†Veldhuizen: “Het is ook de vraag wie legt iets op? Als de overheid iets oplegt dan ben je al snel te duur omdat er voor ondernemers vaak niets extra inzit. Maar advisering is natuurlijk echt iets anders dan een jaarrekening en de verplichte nummers.â€
Vos: “Maar dan kun je ook niet van te duur spreken want je ontkomt er niet aan. Ik denk dat er ook geen sprake is van ‘te’ duur, de prijs wordt ook bepaald door de markt. Je moet je als ondernemer afvragen wat je wilt betalen voor de toegevoegde waarde. Als je op bepaalde punten zoals financieel advies gaat beknibbelen, moet je je afvragen of je nog bezig bent met het behoud van je bedrijf.â€
“Dat kloptâ€, zegt Dolsma. “Wij vragen steeds meer om prognoses, met name liquiditeitsprognoses. Dat vinden accountants niet altijd even leuk en de ondernemers al helemaal niet, maar financiële sturing wordt op de lange termijn wel gewaardeerd. Ik heb vaak mensen die zeggen; ik ben blij dat je zo vasthoudend was, want nu weet ik precies wat er gebeurt en waar ik moet bijsturen.â€
Timmer: “Voor een ondernemer is het belangrijk om te weten wat er precies gebeurt in de organisatie, niet alleen om de banken tevreden te stellen. Wij bieden als GIBO Groep tussentijdse overzichten gratis als service aan.â€
Vertrouwen
Hooft komt met stelling vijf: ‘Door de kredietcrisis heeft de consument -en dus ook de ondernemer- het vertrouwen in banken en financiële instellingen voorgoed verloren.’
Dolsma reageert gelijk: “Dat is nou wat wij steeds opnieuw uitleggen dat de Rabobank anders is. Wij worden over één kam geschoren met andere, staatsgesteunde, banken. Juist de Rabobank heeft zich als coöperatie onderscheiden in deze tijden van crisis omdat we dicht bij de mensen blijven. Onze organisatiestructuur is een coöperatie, van en voor leden en klanten en niet gestuurd door aandeelhouders. Maar ja, voor de consument blijf je natuurlijk gewoon een bank.â€
Hooft: “Merken jullie als accountants dat er onder klanten minder vertrouwen is? Vinden ze bijvoorbeeld dat jullie hadden moeten waarschuwen dat er iets aan zat te komen?â€
Bos: “Nee, ik heb dat nooit van een klant gehoord. Men neemt het ons in ieder geval niet kwalijk want het was niet te voorzien.†Dat denkt Lampe ook: “Ik merk wel negatieve sentimenten bij de consument. Wat er is gebeurd, is natuurlijk heel erg, maar het was te ingewikkeld geworden en niemand kon het voorzien. De banken wisten het vaak zelf ook niet.â€
vallei business | nummer 4 | september 2010
Deelnemers
1. Jan Veldhuizen, Huffelen en Meenink Accountants & Adviseurs
2. Thomas Lampe, Dirkzwager Advocaten&Notarissen
3. Joey Timmer, GIBO Groep Accountants en Adviseurs
4. André Dolsma, Rabobank Barneveld-Voorthuizen
5. Anoud Vos, De Vermogensmeesters
6. Barend Bos, Boschland Accountants&Adviseurs
Voorzitter: Hans Hooft Vallei Business
De deelnemers werden door voorzitter Hans Hooft geconfronteerd met de stelling: ’Nu het economisch wat minder gaat, kijkt de klant nog kritischer naar (het niveau van) de dienstverlening van de financieel adviseur. Dat biedt kansen.’
“Ik denk niet zozeer dat de klant kritischer is geworden door de slechte economische tijdenâ€, begint Jan Veldhuizen. “De klant vraagt, denk ik, meer van de adviseur omdat hij nu geconfronteerd wordt met zaken waar hij nooit mee te maken had. De klant kijkt kritischer naar de adviezen, maar niet naar de adviseur zelf.â€
Thomas Lampe: “Als je het over kansen hebt, dan praat je al snel over het niveau van dienstverlening en de prijs die je er tegenover stelt. Afhankelijk van het type werkzaamheden stappen wij steeds meer af van het uitsluitend op basis van uurtarieven achteraf factureren, maar bieden wij diensten aan tegen een vooraf vastgestelde prijs. De klant weet wat hij mag verwachten voor welke prijs. We proberen zodoende steeds een gunstige prijs te berekenen voor onze cliënten.â€
André Dolsma: “Het is een beetje een tweebeweging. Er zijn klanten die vanuit pure kostenfocus ook kiezen voor alleen de prijs, waarbij kwaliteit niet altijd leidend is. Wat je daarnaast ziet, is dat mensen kritischer zijn naar accountants toe en ook vaker zelf vragen naar de cijfers, mede onder druk van de bank. Goede ondernemers zitten nu zelf dichter op de bal.â€
“Het is ook afhankelijk van wat de klant wil en waarvoor hij wil betalenâ€, zegt Joey Timmer. “Kijk, er is ondanks de huidige economische situatie best wel aanwas bij ons, maar de ene ondernemer wenst bijvoorbeeld administratieve ondersteuning en de ander juist een uitgebreid advies. Er komen bij ons ook particulieren die bijvoorbeeld een schenkingsplan opgesteld willen hebben, dat is heel populair.â€
Hooft vraagt zich af; “Gaan ze voor een schenkingsplan niet naar een notaris?â€
Veldhuizen reageert: “Een accountant heeft natuurlijk wel zicht op het totale vermogen en notarissen missen vaak dat totaalbeeld. Dus wordt de vraag eerst bij ons neergelegd. Een notaris moet bij schenkingen het totale vermogen in beeld hebben en daar kunnen accountants in bijdragen.â€
Ook Arnoud Vos heeft die ervaring: “Wij adviseren niet in schenkingsplannen, maar zijn er wel behulpzaam in. Wij hebben het totale vermogen al in kaart, in ieder geval het ter beschikking staande vermogen en dat wordt gebruikt bij de advisering. In eerste instantie wil een klant weten wat hij nou precies heeft en daar wordt een partij bij gezocht die hen helpt. Voor de juridische omlijsting en invulling moet je toch naar het notariaat.â€
Barend Bos: “Ik denk dat dat klopt. Wij staan als accountants dicht bij de klant dus daar komt iemand als eerste terecht met vragen, wij hebben toch regelmatig contact. Ze willen iets om een bepaalde reden en in een gesprek ontstaat er een beeld van. Daarna ga je op zoek naar experts die daar verder in kunnen helpen. Ik denk dat het voor ons een voordeel is dat we dicht bij de klant staan. Wij moeten ons bij nieuwe klanten bewijzen, maar op een gegeven moment is er vertrouwen. Een notaris of expert moet zich elke keer weer bewijzen omdat mensen er minder vaak komen.â€
Scheiding
Hooft heeft de tweede stelling paraat: ‘Bij accountantskantoren is een strikte scheiding tussen controle en advies noodzakelijk.’ Hij voegt eraan toe: “Kan je controle uitvoeren zonder advies te geven en andersom?â€
Vos: “Het lijkt mij dat je in een spagaat kunt raken als je controle en advisering zou combineren.†Bos ziet dat anders: “Als je controle uitvoert en je haalt daar punten uit die belangrijk kunnen zijn voor advisering, waarom zou je die dan niet meenemen en rapporteren aan de klant?â€
Veldhuizen: “Je moet kijken hoe ver je gaat met je advies en of het je onafhankelijkheid als accountant aantast, dat is de moeilijkheid. Is de constatering dat iets mis gaat in een organisatie een advies? Of is een nieuw fiscaal traject een advies? Ik denk dat het qua onderscheid wel iets uitmaakt, want als je ziet dat er iets mis gaat in de procedures van een organisatie, dan is dat nauw gerelateerd aan je controleopdracht zonder aantasting van je onafhankelijkheid.â€
“Ik maak het in de praktijk veel mee dat een accountant vanuit zijn vakkennis heel strak kan benoemen wat er fout gaatâ€, zegt Dolsma. “De bank vraagt dan wat eraan gedaan gaat worden en hoe de rentabiliteit omhoog geholpen gaat worden. Ik zie de accountant dan worstelen met de vraag hoe hij het wil aanpakken. Richt hij zich op de fiscale kant of gaat het om een stukje interne organisatie?â€
Timmer: “Ik ben heel erg gewend dat het gescheiden gebeurt en dat werkt prima. Bij ons is het ook echt gescheiden, je hebt de controlekantoren en de samenstelkantoren. Ik werk zelf als cliëntadviseur bij ons samenstelkantoor in Ede en mag me niet bemoeien met controlewerk. Je zit dus nooit met twee petten op. De ene kant controleert en geeft daar een oordeel over en de andere kant geeft advies wat niet op een oordeel gebaseerd is. Doordat het heel erg gescheiden is, kunnen de controlerende accountants onafhankelijk een oordeel geven over wat er gebeurt in een onderneming.â€
Overheid
De derde stelling luidt: ‘Door onduidelijk en zwalkend overheidsbeleid worden (MKB-) bedrijven afhankelijker van externe adviseurs. Dat is een goede zaak.’
Veldhuizen: “Je laat je als ondernemer sowieso door adviseurs bijstaan. Ondernemers verzamelen een team om zich heen, binnen en buiten de organisatie, om samen de strijd aan te gaan.â€
“We hebben geen invloed op het overheidsbeleidâ€, zegt Vos. “Het zwalkt en is zo nu en dan onduidelijk, dat is het probleem. Een ondernemer moet dan denken; wat is de impact voor mij? Het lijkt me dan juist dat een ondernemer erachteraan gaat en informatie verzamelt en zich laat adviseren. Een ondernemer die op internet moet zoeken en alle informatie moet verzamelen, dat lijkt me niet erg handig.â€
Lampe: “Ik denk dat het ook een beetje de tand des tijds is. Er is een overvloed aan informatie op alle terreinen. De overheidsbemoeienis is er al jaren, maar de belangen worden ook groter dus ontkom je er als ondernemer niet aan om informatie te verzamelen.â€
Dolsma: “Wij zijn er voorstander van om de klant te leiden. Als een klant een groeifase doormaakt en nog steeds naar het administratiekantoor op de hoek gaat, met alle respect overigens want er zitten hele goede bij, maar dan gaan wij wel kritische vragen stellen. Dan zie je vaak dat er een accountant bij komt die een adviserende rol krijgt.â€
Hooft vraagt: “Dus je gaat heel erg rekening houden met het beleid in een organisatie. Dus wordt een ondernemer steeds afhankelijker van de accountant.â€
Dolsma reageert daarop: “De ondernemer is de risicodrager, niet de adviseurs eromheen. Het lijkt me een gezonde spanning. Als een ondernemer zomaar alles opvolgt wat mensen hem zeggen, dan denk ik dat het niet de ideale ondernemer is. Als je maar bewust keuzes maakt en weet waar je de keuze op baseert.†Veldhuizen: “Dat klopt, een ondernemer maakt zijn beslissingen op basis van wat hij ziet en hoort. Uiteindelijk is hij degene die de beslissing moet maken. Ik heb er geen problemen mee als een ondernemer mijn adviezen met een onderbouwde argumentatie naast zich neerlegt.†Lampe vult dit aan: “Het is wel zaak om je advisering volledig aan te bieden zodat een ondernemer bewust de risico’s in kan schatten.â€
Duur
Stelling vier: ‘Financieel adviseurs zijn te duur in verhouding tot de diensten die ze leveren.’ Hooft voegt daaraan toe; “We zagen net dat ondernemers vaak adviezen naast zich neerleggen, ben je dan al snel te duur?â€
Lampe: “Het hangt natuurlijk van het resultaat af of je te duur bent.†Veldhuizen: “Het is ook de vraag wie legt iets op? Als de overheid iets oplegt dan ben je al snel te duur omdat er voor ondernemers vaak niets extra inzit. Maar advisering is natuurlijk echt iets anders dan een jaarrekening en de verplichte nummers.â€
Vos: “Maar dan kun je ook niet van te duur spreken want je ontkomt er niet aan. Ik denk dat er ook geen sprake is van ‘te’ duur, de prijs wordt ook bepaald door de markt. Je moet je als ondernemer afvragen wat je wilt betalen voor de toegevoegde waarde. Als je op bepaalde punten zoals financieel advies gaat beknibbelen, moet je je afvragen of je nog bezig bent met het behoud van je bedrijf.â€
“Dat kloptâ€, zegt Dolsma. “Wij vragen steeds meer om prognoses, met name liquiditeitsprognoses. Dat vinden accountants niet altijd even leuk en de ondernemers al helemaal niet, maar financiële sturing wordt op de lange termijn wel gewaardeerd. Ik heb vaak mensen die zeggen; ik ben blij dat je zo vasthoudend was, want nu weet ik precies wat er gebeurt en waar ik moet bijsturen.â€
Timmer: “Voor een ondernemer is het belangrijk om te weten wat er precies gebeurt in de organisatie, niet alleen om de banken tevreden te stellen. Wij bieden als GIBO Groep tussentijdse overzichten gratis als service aan.â€
Vertrouwen
Hooft komt met stelling vijf: ‘Door de kredietcrisis heeft de consument -en dus ook de ondernemer- het vertrouwen in banken en financiële instellingen voorgoed verloren.’
Dolsma reageert gelijk: “Dat is nou wat wij steeds opnieuw uitleggen dat de Rabobank anders is. Wij worden over één kam geschoren met andere, staatsgesteunde, banken. Juist de Rabobank heeft zich als coöperatie onderscheiden in deze tijden van crisis omdat we dicht bij de mensen blijven. Onze organisatiestructuur is een coöperatie, van en voor leden en klanten en niet gestuurd door aandeelhouders. Maar ja, voor de consument blijf je natuurlijk gewoon een bank.â€
Hooft: “Merken jullie als accountants dat er onder klanten minder vertrouwen is? Vinden ze bijvoorbeeld dat jullie hadden moeten waarschuwen dat er iets aan zat te komen?â€
Bos: “Nee, ik heb dat nooit van een klant gehoord. Men neemt het ons in ieder geval niet kwalijk want het was niet te voorzien.†Dat denkt Lampe ook: “Ik merk wel negatieve sentimenten bij de consument. Wat er is gebeurd, is natuurlijk heel erg, maar het was te ingewikkeld geworden en niemand kon het voorzien. De banken wisten het vaak zelf ook niet.â€
vallei business | nummer 4 | september 2010